Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Allelijsten
› 2 Alles
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Allelijsten
, deel A
2 Alles
Jaar 3 (havo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
de balpen +=der Kugelschreiber, die Kugelschreiber de bibliotheek=die Bibliothek het boek +=das Buch, die Bücher het cijfer +=die Note, die Noten het hbo=die Fachhochschule de klas +=die Klasse, die Klassen de les, het uur +=die Stunde, die Stunden de opleiding=die Ausbildung het potlood +=der Bleistift, die Bleistifte de reisbranche=die Reisebranche het schrift +=das Heft, die Hefte de school +=die Schule, die Schulen de stage=das Praktikum de studie=das Studium de taal +=die Sprache, die Sprachen de toets +=der Test, die Tests de universiteit=die Universität de vraag +=die Frage, die Fragen het vak +=das Fach, die Fächer het vwo=das Gymnasium een vakopleiding doen=eine Lehre machen leren voor=lernen für leren=lernen lezen +=lesen - gelesen oefenen=üben studeren=studieren uitleggen=erklären werken=arbeiten interessant=interessant goed=gut zwaar, moeilijk=schwer economie=Wirtschaft Engels=Englisch geschiedenis=Geschichte scheikunde=Chemie Spaans=Spanisch aardrijkskunde=Geografie beeldende vorming, tekenen=Kunst Duits=Deutsch Frans=Französisch natuurkunde=Physik Nederlands=Niederländisch wiskunde=Mathematik de basisschool=die Grundschule de cursus +=der Kurs, die Kurse de leraar +=der Lehrer, die Lehrer de lerares +=die Lehrerin, die Lehrerinnen het mbo=die Berufsschule de scholier +=der Schüler, die Schüler de student +=der Student, die Studenten het vmbo=die Hauptschule het vmbo-t/havo=die Realschule bezoeken=besuchen kiezen=wählen krijgen +=bekommen - bekommen zitten in +=sein in - gewesen fout=falsch goed, juist=richtig negatief=negativ positief=positiv de baan, het werk +=der Job, die Jobs het bijbaantje +=der Nebenjob, die Nebenjobs de computer +=der Computer, die Computer het (computer)bestand +=die Datei, die Dateien het computerprogramma +=das Computerprogramm, die Computerprogramme de e-mail +=die E-Mail, die E-Mails het e-mailadres +=die E-Mail-Adresse, die E-Mail-Adressen de firma, het bedrijf +=die Firma, die Firmen het kantoor +=das Büro, die Büros het loon=der Lohn de sollicitatiebrief=der Bewerbungsbrief de vakantie=die Ferien (meervoud) het vakantiebaantje +=der Ferienjob, die Ferienjobs het weekeinde +=das Wochenende, die Wochenenden het werk=die Arbeit de winkel +=das Geschäft, die Geschäfte doen=machen kopiëren=kopieren schrijven +=schreiben - geschrieben solliciteren naar +=sich bewerben um - beworben sturen=schicken vakantie hebben=Ferien haben verdienen=verdienen verkopen=verkaufen zoeken=suchen vrij=frei de chef +=der Chef, die Chefs de collega +=der Kollege, die Kollegen vinden +=finden, gefunden voorstellen=vorstellen vrij hebben=frei haben wisselen=wechseln makkelijk=leicht saai, vervelend=langweilig slecht=schlecht eng=smal geeignet sein=geschikt zijn ausbilden=opleiden übrig bleiben=over blijven die Aufmerksamkeit=de alertheid sich etwas merken=iets onthouden ein Problem lösen=een probleem oplossen das Ergebnis=het resultaat schon=al als=toen das Mitglied=het lid außerdem=bovendien pünktlich=op tijd wenn=als, wanneer der Tierpfleger=de dierenverzorger die Berufsausbildung=de beroepsopleiding der Azubi=de leerling (van een beroepsopleiding) herstellen=produceren erfolgreich=succesvol das Büro=het kantoor der Würfel=de dobbelsteen die Auswahl=de keuze deshalb=daarom sich entscheiden=een beslissing nemen kündigen=ontslag nemen sich überlegen=nadenken over die Anleitung=de handleiding die Enttäuschung=de teleurstelling stundenlang=urenlang der Kindergarten=de kleuterschool das Abitur bestehen=slagen voor het vwo-examen der Altersunterschied=het leeftijdsverschil der Mitschüler=de medeleerling die Begründung=de motivatie, de verklaring die Oberstufe=de bovenbouw Forschung und Lehre=onderzoek en opleiding die Uni(versität)=de universiteit der Azubi (der Auszubildende)=de leerling sich trauen=durven, wagen fast=bijna der Grund=de reden laut=volgens begeistern=enthousiast maken kaum=nauwelijks die Entscheidung=de beslissing
Ingezonden op 10-02-2018 - 612x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!