Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Feniks

5678910 kenmerkende aspecten voor het examen

Jaar 4 (havo/vwo)

Tijdvak 5 = Tijd van ontdekkers en hervormers 1500 – 1600
Tijdvak 5 1 = het begin van de Europese overzeese expansie
Tijdvak 5 2 = het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling
Tijdvak 5 3 = de hernieuwende oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid
Tijdvak 5 4 = de protestante reformatie die de splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had
Tijdvak 5 5 = het in conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat

Tijdvak 6 = tijd van regenten en vorsten 1600 – 1700
Tijdvak 6 1 = Het streven van vorsten naar absolute macht
Tijdvak 6 2 = de bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse republiek
Tijdvak 6 3 = wereldwijd handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie
Tijdvak 6 4 = de wetenschappelijke revolutie
Tijdvak 7 = tijd van pruiken en revoluties 1700 – 1800
Tijdvak 7 1 = rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat word toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen
Tijdvak 7 2 = voortbestaan van het ancien régime met poging om het verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme)
Tijdvak 7 3 = uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme.
Tijdvak 7 4 = de democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap
Tijdvak 8 = tijd van burgers en stoommachines 1800 – 1900
Tijdvak 8 1 = De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving
Tijdvak 8 2 = discussies over de ‘sociale kwestie’
Tijdvak 8 3 = de moderne vorm van imperialisme die verband hield met industrialisatie
Tijdvak 8 4 = de opkomst van emancipatiebeweging
Tijdvak 8 5 = voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces
Tijdvak 8 6 = de opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme
Tijdvak 9 = Tijd van de Wereldoorlogen 1900 - 1950
Tijdvak 9 1 = de rol van moderne propaganda en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie
Tijdvak 9 2 = Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en fascisme/nationaal-sociaalisme
Tijdvak 9 3 = de crisis van het wereldkapitalisme
Tijdvak 9 4 = het voeren van twee wereldoorlogen
Tijdvak 9 5 = racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de joden
Tijdvak 9 6 = de Duitse bezetting van Nederland
Tijdvak 9 7 = verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlog voering
Tijdvak 9 8 = vormen van verzet tegen het west Europese imperialisme
Tijdvak 10 = tijd van televisie en computer 1950 - nu
Tijdvak 10 1 = de verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voort vloeiende dreiging van een atoomoorlog
Tijdvak 10 2 = de dekolonisatie die een eind maakte aan de westerse hegemonie in de wereld
Tijdvak 10 3 = de eenwording van Europa
Tijdvak 10 4 = de toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren ’60 van de 20e eeuw aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen
Tijdvak 10 5 = de ontwikkeling van pluriforme en multiculturele samenleving

Ingezonden op 16-02-2018 - 1707x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

kenmerkende aspecten 5 tot 10 omdat we die moeten leren voor het examen, succes

Deze overhoring is meer dan vier jaar geleden ingestuurd!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere druk en wijkt jouw boek af van de oefening hierboven.

Vakken

Feniks

5678910 kenmerkende aspecten voor het examen