Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Latijn
› 19 H 19
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Latijn
, deel 2
19 H 19
Jaar 3 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
19 A: divido, divisi (dividěre) = verdelen, (+ abl) scheiden (van) divisus = verdeeld tertius = derde Gallus = Galliër, Gallisch lex, legis (vrl) = wet differo, distuli (differe) = verschillen, uitstellen fortissimus = dapperst, zeer/heel dapper provincia = provincie, ambtsgebied longe (bijw) = ver (weg), lang (van tijd) longissime (bijw) = meest ver weg, langst, zeer/heel ver weg, zeer/heel lang absum afui a(b) +abl. (abesse) = verwijderd zijn van minimus = kleinst, zeer/heel klein minime = minst mercator, mercatoris = koopman proximus = naast, (zeer/heel) dichtbij Germanus = Germaan, Germaans trans + acc = aan de overkant van, over, over...heen optimus = best, zeer/heel goed pessimus = slechtst, zeer/heel slecht 19 B: condicio, condicionis (vrl) = voorwaarde, toestand paulatim = langzamerhand barbarus = vreemdeling, barbaar vero = echter, inderdaad unde = vanwaar, waarvandaan intra +acc = binnen sustineo, sustinui (sustinere) = omhooghouden, uithouden 19 C: tolero (tolerare) = verdragen facinus, facinoris (onz) = misdaad committo, commisi, commissus (committěre) = (een gevecht) aangaan, (een misdaad) begaan oportet + (A.c.I.) = het is nodig dat, men moet mitto, misi, missus (mittěre) = zenden, sturen potius = liever, eerder numerus = getal, aantal transeo, transii, transitus (transire) = overtrekken, voorbijtrekken, voorbijgaan fero, tuli, latus (ferre) = dragen, brengen, verdragen perfero, pertuli, perlatus (perferre) = overbrengen, verdragen rapio, rapui, raptus (rapěre) = grijpen, roven, meesleuren eques, equitis = ruiter, ridder frumentum = koren, graan tantus = zogroot, zoveel consumo, consumpsi, consumptus (consuměre) = verbruiken, besteden
Ingezonden op 25-02-2018 - 10139x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!