Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Quartier LatinH2-3-4WOORDJES
› 1
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Quartier LatinH2-3-4WOORDJES
, deel 1
hoofdstuk 1
Jaar 1 (aso)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
vechten, strijden (met iemand)=se battre (avec quelqu’ un) besturen, (auto) rijden/ (+à) voeren, leiden (naar)=conduire (à) overlijden=décéder (ver)slaan=battre geboren worden=naître bouwen=construire sterven=mourir zich gedragen=se conduire bakken, braden, koken=cuire afleiden (uit)=déduire vernietigen=détruire onderwijzen, opleiden, vormen=instruire inleiden, erin doen=introduire produceren, voort- /opbrengen=produire zich voordoen, gebeuren=se produire (= arriver, se passer) terugbrengen=reconduire verminderen, verkleinen=réduire (weer) voortbrengen, weergeven, reproduceren=reproduire verleiden=séduire vertalen=traduire de maat slaan de kaarten schudden=battre la mesure iemand bij het kaarten verslaan=battre les cartes in volle gang zijn (bv. een feest)=battre quelqu’un aux échecs een record breken=battre son plein armworstelen=battre un record vreselijk verliefd zijn=se battre au bras de fer erg veel zin hebben in iets=mourir d’amour sterven van de honger/ dorst=mourir d’envie vergaan van de kou=mourir de faim/ soif zich doodschamen=mourir de froid branden van ongeduld=mourir de honte stikken van woede=mourir d’impatience zich doodlachen=mourir de rage sterven van ouderdom=mourir de rire de huisdieren=les animaux domestiques de kat=le chat het paard=le cheval de hond=le chien het konijn=le lapin de goudvis=le poisson rouge de muis=la souris de wilde dieren=les animaux sauvages de kameel=le chameau de dolfijn=le dauphin de eekhoorn=l'écureuil de olifant=l'éléphant de gorilla=le gorille de koala=le koala de leeuw=le lion de wolf=le loup de bruine beer=l'ours brun de witte beer=l'ours polaire de reuzepanda=le panda géant de aap=le singe de tijger=le tigre de walvis=la baleine de giraf=la girafe de dieren van de boerderij=les animaux de la ferme de ezel=l'âne de os=le boeuf de eend=le canard het varken=le cochon de haan=le coq het schaap=le mouton de rat=le rat het kalf=le veau de geit=la chèvre de kip=la poule de koe=la vache de insecten=les insectes de mug=le moustique de vlinder=le papillon de bij=l'abeille de mier=la fourmie de vlieg=la mouche de teek=la tique de spin=l'araignée de lichaamsdelen=les parties du corps de snavel=le bec de vacht=le poil de vleugel=l'aile de poot=la patte de veer=la plume de staart=la queue de vogels=les oiseuax de arend=l'aigle de merel=le merle de mus=le moineau de papegaai=le perroquet de duif=le pigeon de vissen=les poissons de kabeljauw=le cabillaud de haai=le requin de zalm=le saumon de rog=la raie de forel=la truite de reptielen=les reptiles de boa=le boa de krokodil=le crocodile de slang=le serpent de schildpad=la tortue de familie=la famille met mannetjesdier=le mâle het jong=le petit het wijfjesdier=la femelle de begroeiing=la végétation de boom=l'arbre de top=le sommet de stam=le tronc de tak=la branche het blad=la feuille het gras=l'herbe de plant=la plante de stengel=la tige de omgeving=le milieu naturel de Aarde=la Terre de rivier=la rivière de planeet=la planète de natuur=la nature de berg=la montagne de zee=la mer de Middellandse zee=la Méditerranée het tropisch woud=la forêt tropicale de vulkaan=le volcan de Noordpool=le pôle Nord de Atlantische oceaan=l'océan Atlantique het nest=le nid de evenaar=l'équateur de woestijn=le désert de hemel, lucht=le ciel het veld=le champ links van=à gauche in het midden van=au milieu rechts van=à droite op de voorgrond=à l’avant-plan op de achtergrond=à l’arrière-plan in de lucht=dans le ciel in het water=dans l’eau op de grond=sur la terre in de boom=sur l’arbre achter dat dier=derrière cet animal voor dat dier=devant cet animal ik heb … gekozen omdat …=j’ai choisi … parce que … ik verkies … omdat …=j’ai préfère … parce que … ik hou van … omdat …=j’aime bien … parce que … ik vind dat (zee) … omdat/voor …=je trouve que cet objet est (très) … parce que/pour … ik hou ervan om dit object te hebbe, want het is …=j’aimerais avoir cet objet parce qu’il est… nuttig=utile eenvoudig=simple hinderlijk=encombrant ecologisch=écologique licht=léger praktisch=pratique origineel=original grappig=marrant doeltreffend=efficace om uitleg te vragen=pour demander des explications hoe werkt het ?=comment ça marche ? kun je/ unt u mij uitleggen hoe dat werkt?=tu peux/ vous pouvez m’expliquer comment ça marche ? wat moet je doen om…?=comment on fait pour? om te zeggen waarvoor het dient=pour dire à quoi ça sert dat toestel dient om…=cet appareil sert à … (+inf) je kan het gebruiken om …=on peut l’employer pour … (+inf) het is erg praktisch om te …/ omdat …=il est trés pratique pour … (+inf) / parce que … die uitvinding maakt het mogenlijk om…=cette invention premet de… om te zeggen hoe het werkt=pour dire comment ça marche dat toestel werkt op…=cet appareil march/ fonctionne à eerst moet je…=D’abord, il faut…. Vervolgens…/ Dan…/ daarna=Ensuit…/ Puis… tenslotte…=Pour finir…. / Enfin… om te zeggen dat je het niet snapt=pour dire qu’on ne comprend pas Hoe?=Comment ik begrijp het niet goed=Je ne comprends pas bien ik heb het niet goed begrepen=je n’ai pas bien compris ik kan niet volgen=je ne peux pas suivre geen idee !=Aucune idée ! om te zeggen dat je het begrepen hebt=pour dire qu’on comprend ah, OK!=ah bon! nu begrijp ik het=Maintenant, je comprends ok=d’accord ik heb het begrepen=j’ai compris! in orde=ça va leuk=super nutteloos=inutile ingewikkeld=compliqué gevaarlijk=dangereux zwaar=lourd het toestel=l'appareil(m) de bak=le bac de richtingaanwijzer=le clignotant het deksel=le couvercle de oven=le four het stuur (van een fiets)=le guidon de uitvinder=l'inventeur (m) de plakband=le papier collant de straal=le rayon het systeem=le système het alarm=l'alarme (f) de warmte=la chaleur de verbeelding=l'imagination(f) de uitvinding=l'invention(f) het voedsel=la nourriture het wiel=la roue het leven=la vie de ruit=la vitre verstrooid=distrait plat=plat zonne-=solaire verbergen=cacher ontwerpen,maken=créer ontdekken=découvrir maken,fabriceren=fabriquer bedenken=imaginer uitvinden=inventer (op)heffen=lever mengen=mélanger zijn plan trekken=se débrouiller beginnen te=se mettre à spotten met=se moquer de dienen om te/voor=servir à (elkaar aan)raken=(se) toucher (om)draaien=tourner door middel van=à l'aide de binnen(in)=à l'intérieur(de) dankzij=grâce à de magneet=l'aimant (m) de aan- en uit knop=le bouton marche-arrêt de drukknoop=le bouton-pression het elektrische circuit=le circuit électrique de stroom=le courant de elektrische draad=le fil électrique de schakelaar=l'interrupteur (m) de motor=le moteur de riem=la bande de batterij=la batterie de batterij=la pille de plaat=la plaque het handvat=la poignée het stopcontact=la prise de courant de toets=la touche drukken (op)=appuyer (sur) knipperen=clignoter uitrusten met=équiper de vastmaken=fixer werken,functioneren=fonctionner werken=marcher aanzetten=mettre en marche plaatsen=placer verbinden (met)=relier (à) omvormen=transformer in hout=en bois in leder=en cuir in ijzer=en fer in metaal=en métal in plastic=en plastique in glas=en verre van=de met=avec in=dans/ à/ en op=sur onder=sous tussen=entre tegen=contre voor (plaats)=devant achter (plaats)=derrière links van=à gauche de rechts van=à droite de naast=à côté de dichtbij=près de ver van=loin de tegenover=en face de op de hoek van=au coin de op het einde van=au bout de in het midden van=au milieu de achteraan=au fond de tot=jusqu’à sinds=depuis voor (tijd)=avent na (tijd)=arpès tijdens=pendant omstreeks=ver het balcon=le balcon de car-port=le car-port de keukenhoek=le coin-cuisine de gang=le couloir de trap=l'escalier de verdieping=l'étage de garage=le garage de zolder=le grenier de hal=le hall de tuin=le jardin het gelijkvloers=le rez-de-chaussée de zitkamer=le salon de kelderverdieping=le sous-sol het dak=le toit het luik=le volet de oprit; de weg=l'allée de kelder=la cave de slaapkamer=la chambre à coucher de keuken=la cuisine het raam=la fenêtre de kamer=la pièce het zwembad=la piscine de deur=la porte de balkondeur=la porte-fenêtre de eetkamer=la salle à manger de badkamer=la salle de bains de woonkamer=la salle de séjour het terras=la terrasse het toilet=les toilettes de sofa=le canapé de zetel=le fauteuil het (tweepersoons) bed=le lit (double) het stapelbed=les lits superposés de ingemaakte kast=le placard de lade=le tiroir de kast=l'armoire de stoel=la chaise het schap=l'étagère de (salon)tafel=la table (basse) de wasbak=l'évier de open haard=le feu ouvert de wastafel=le lavabo de kraan=le robinet het bad=la baignore de douche=la douche de gieter=l'arrosoir de bezem=le balai de barbecue=le barbecue het kussen=le coussin het bestek=les couverts het laken=le drap de vaatdoek=l'essuie de cuisine de spiegel=le miroir het hoofdkussen=l'oreiller de parasol=le parasol het gordijn=le rideau de emmer=le seau het tafelservies=le service de table het tapijt=le tapis de vaatdoek, de dweil=le torchon de tuinslang=le tuyau d'arrosage de vaas=le vase het vuilblikje=la balayette de borstel=la brosse het donsdeken=la couette het deken=la couverture de spons=l'éponge het tafellaken=la nappe de strijkplank=la planche à repasser de dweil=la serpillière F de (bad)handdoek=la serviette (de bain) de kussensloop=la taie d'oreiller de stofzuiger=l'aspirateur de diepvriezer=le congélateur het strijkijzer=le fer à repasser de micro-golfoven=le (four à) micro-ondes de broodrooster=le grille-pain de wasmachine=le lave-linge de vaatwasser=le lave-vaisselle de dvd-speler=le lecteur DVD de koelkast=le réfrigérateur de haardroger=le sèche-cheveux de waterkoker=la bouilloire de koffiezet=la cafetière de airco=la clim(atisation) het gasfornuis=la cuisinière à gaz de dampkap=la hotte de lamp=la lampe het televisietoestel=la télé(vision) de afstandsbediening=la télécommande de elektrische kookplaat=la plaque électrique de grasmaaier=la tondeuse (à gazon) de planten begieten=arroser les plantes de tafel afruimen=débarrasser la table afstoffen=enlever la poussière de was doen=faire la lessive de vaat doen=faire la vaisselle de bedden opmaken=faire les lits de tafel dekken=mettre la table stofzuigen=passer l'aspirateur de maaltijden bereiden=préparer les repas het huis opruimen=ranger la maison de kleren strijken=repasser les vêtements de vuilzakken buiten zetten=sortir les poubelles het gras maaien=tondre le gazon compfortabel=confortable overdekt=couvert omgeven door=entouré de uitgerust=équipé gratis=gratuit modern=moderne te betalen=payant rustiek=rustique ruim=spacieux uitgeven op=donner sur gelegen zijn=être situé ... m² groot zijn=faire ... m² met zicht op=avec vue sur de liefde=l’amour (m) het liefje=l’amoureux (m) de mening=l’avis (mm) de raad=le conseil de post, de briefwisseling=le courrier de lezer=le lecteur het vriendje, het liefje=le petit ami de tatoo=le tatouage de vriendschap=l’amité (f) de bende, de groep=la bande de grap=la blague het probleem, de moeilijkheid=la difficulté de vrijheid=la liberté het geduld=la patience rustig=calme gecomplexeerd=complexé vervelend=embêtant (fam.) verveeld=embêté (fam.) toekomstig=futur ongerust=inquiet ongelukkig=malheureux zenuwachtig=nerveux talrijk=nombreux alleen, eenzaam=seul schuchter, verlegen=timide droevig=triste toevertrouwen (aan)=confier (à) troosten=consoler overtuigen=convaincre storen=déraner versieren=draguer (fam.) zenuwachtig maken=énerver durven=oser aanstaan=plaire à mopperen=râler (fam.) ontmoeten=rencontrer lijken op=ressembler à ruzie maken=se dispunter overeenkomen (met)=s’entendre (avec) uitgaan met, een relatie hebben met=sortir avec kwetsen=vexer rustig=calmement duidelijk=clairement waarschijnlijk=probablement eenvoudigweg=simplement (zelf)vertrouwen hebben=avoir confiance en (soi) zin hebben om te=avoir envie de er … uitzien, lijken=avoir l’air (+adj masc.) gelijk hebben=avoir raison raad vragen (aan)=demander conseil afspreken=(se donner) rendez-vous verliefd zijn (op)=être amoureux (de) akkoord gaan=être d’accord (avec) doen lachen=faire marrer (fam.) discreet=discret enorm=énorme normaal=normal flirten=flirter reageren=réagir ik klaag en ik mopper=je me plains et je râle het gaat helemaal niet goed=ça ne va pas du tous ik voel me niets waard=je me sens nul ik heb er genoeg van!=j’en ai marree het is stom=c’est bête dat is niet leuk=c’est nul dat vind ik lastig=c’est moche dat irriteert me=ça m’embête dat werkt op mijn zenuwen=ça m’énerve dat is moeilijk=ça me fait râler ! jammer genoeg=c’est dur ik troost en ik geef moed=c’est difficile arme…=malheureusement je hebt echt geen geluk=je console et je donne du courage dat is erg!=mon/ ma pauvre… verzamel al je moed=tu n’as vraiment pas de chance hou de moed erin=c’est grave, ça! veel geluk=prends ton courage à deux mains laat je niet gaan=courage ! trek het je niet aan=bonne chance maak je geen zorgen=ne te laisse pas aller kom op, een beetje geduld=ne t’en fais pas ! ik vraag raad=ne t’inquiète pas wat moet ik doen ?/ wat doe ik?=un peu de patience quoi wat raden jullie me aan?=je demande conseil wat moet ik doen om…=qu’est-ce que je dois faire/ je fais quoi ? hoe kan ik dit doen ophouden/ hoe kan ik hier iets aan doen?=qu’est-ce que vous me conseillez ? ik geef raad=comment faire pour… je moet… / je zou moeten…=comment arrêter (ça) als ik jou was…/ in jouw plaats…=je donne un conseil je zou kunnen…=il faut…/ il faudrait… een goede raad…=à ta place vergeet niet om=si j’étais toi… hou op met…=tu pourrais… opgelet….=un bon conseil:… vermijd om…=n’oublie pas de… ik blijf optimistisch=arrête de… het is jammer, maar…=attention… het is niet leuk, maar…=éviter de… dat is droevig, maar…=je reste optimiste Je hebt gelijk, maar…=c’est dommage, mais… het is het einde van de wereld niet=ce n’est pas drôle, mais…
Ingezonden op 21-03-2018 - 455x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!