Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Engels idioom voor eao, deel 2

1 1,4,6,7,8,9,18.

Jaar 1 (hbo)

cash = contant geld
(bank)note = bankbiljet
coin = munt
sterling = Britse pond
to soar = omhoog vliegen, snel stijgen
cost-effective = rendabel
services = diensten
costly = diensten
to maximise = maximaliseren
efficiency = doelmatigheid
to generate = verwerken
in excess of = meer dan, boven
bank charges = bankkosten
foreign currency = buitenlands geld, vreemde valuta
to purchase = kopen, aanschaffen
rate = tarief
amount = bedrag
to owe = schuldig zijn
to count = tellen
debts = schulden
costs = kosten
to deposit = storten
cheque = cheque
to own = bezitten, hebben
to borrow from = lenen van
(bank) account = bankrekening
to charge = berekenen
interest = rente
cash dispenser = geldautomaat
statement = bankafschrift
branch = filiaal
remit = overmaken
debit balance = negatief saldo
transfer form = acceptgiro's
to lend = lenen
savings = spaargeld
paying in slip = stortingformulier
receipt = stortingsbewijs
to change = wisselen
rate of exhange = wisselkoers
banker's card = bankpasje
form = formulier
to cash = innen
mortgage = hypotheek
fee = vergoeding
payment option = betalingsmogelijkheid
to overdraw = het tegoed overschrijden
to decrease = verlagen
creditor = crediteur
debtor = debiteur
to redeem = aflossen
safe-deposit = bankkluisje, safe
account holder = rekeninghouder
increase = verhogen
overdraft = saldotekort
value = waarde
fiver, tenner = briefje van 5, briefje van 10
IOU = schuldbekentenis
takings = recette, opbrengst
credit status = kredietwaardigheid
creditworthy = kredietwaardig
bank loan = bankkrediet
to bank with = als bank hebben
free of charge = kosteloos
to embezzle = verduisteren
counterfeit = vals
to forge = namaken, vervalsen
retailer = detaillist
faulty = met gebreken
gift = cadeau
refund = geld terug
to return = terugbrengen
credit note = tegoedbon
to be entitled to = recht hebben op
full price = volle prijs
sales = uitverkoop
cut price = verlaagde prijs
to match = overeenkomen, passen bij
standard = norm
to label = van een kaartje voorzien
second-hand = tweedehands
safe = veilig
durable = duurzaam
packaging = verpakking
display sign = artikelkaartje
trader = handelaar
to claim = (op) eisen
manufacterer = fabrikant
buyer = inkoper
representative = vertegenwoordiger
sales department = verkoopafdeling
department store = warenhuis
supplier = leverancier
to deliver = leveren, bezorgen
turnover = omzet
profit = winst
sales figures = verkoopcijfers
selling price = kost prijs
VAT = BTW
cost price = kostprijs
after sales service = nazorg
hire purchase = koop of afbetaling
down payment = aanbetaling
purchase price = inkoopprijs
spending power = koopkracht
to range = variëren
demand for = vraag naar
discount = korting
to overcharge = te veel berekenen
into the bargain = op de koop toe
cash discount = korting voor contant
in bulk = in het groot
competitive = concurrerend
fixed price = vastgestelde prijs
to reduce = verlagen
knock-down price = afbraakprijs
price-tag = prijskaartje
to meet = voldoen aan
overwhelming = geweldig
fluctuation = schommeling
to stabilise = zich stabiliseren
to be related to = verhand houden met
to purchase = aanschaffen
recommended price = adviesprijs
allowance = korting (achteraf)
proceeds = opbrengst
genuine = echt
superior quality = uistekende kwaliteit
inferior quality = slechte kwaliteit
instalment = termijnen
to soar = de lucht in schieten
special offer = speciale aanbieding
to compete = concurreren
market share = marktaandeel
self-service = zelfbediening
credit payment scheme = afbetalingsplan
middleman = tussenhandelaar
regular = vast, regelmatig
HP price (hire-purchase) = huurkoopprijs
world-wide = wereldwijd
renewal = verlenging
sales agreement = verkoopovereenkomst
top level = topmensen
official = ambtenaar
to market = op de markt brengen
output = productie
equivalent to = gelijk zijn aan
extension = uitbreiding, verlenging
accord = akkoord
source = bron
negotiations = onderhandelingen
concern = aandacht, zorg
to benear to breakdwon = op instorten staan
corruption = corruptie
to police = bewaken
distribution = distributie
to foot the bill = het gelag betalen
market = markt
research = onderzoek
target group = doelgroep
to penetrate = doordringen op
to carry out = uitvoeren
saturated = verzadigd
position = positie
shift = verschuiving
to take off = uit de hand genomen
market leader = marktleider
in the field = op het gebied van
segment = segment
consultant = adviseur
strategy = strategie
telemarketing = telefonische verkoop
to capture = veroveren
to expand = uitbreiden
to consolidate = verstevigen
to dominate = overheersen
domestic = binnenlands
price fluctuation = prijschommelingen
marketing organisation = verkooporganisatie
monopoly = monopolie
restriction = beperking
payback = resultaat
trend = tendens
world prices = marktprijzen
marketable = goed verkoopbaar
market value = marktwaarde
marketing mix = marketingmix
tariff barriers = importbelastingen
to boom = plotseling opbloeien
to boost = opvoeren
price competition = prijsconcurrentie
Mickey Mouse operator = niet serieus genomen bedrijf
customer = klant
trolley = winkelwagentje
basket = mandje
weight = gewicht
folding seat = klapstoeltje
to spread = versprijden
interest = interesse
shopping list = boodschappenlijstje
demand items =gewoontegoederen
impulse items = impulsgoederen
up-market = uit de duurdere prijsklasse
checkout desk = kassa
to prefer = de voorkeur geven aan
convenient = handig, gemakkelijk
polite = beleefd
range = sortering
to trade up = uitbreiden
own brand = eigen merk, huismerk
assortment = assortiment
brand loyalty = merkentrouw
poor = slecht
durable, non-durable = duurzaam, niet-duurzaam
pre-packed = voorverpakt
bar-coded = van een streepjescode voorzien
reject = artikel met fabricagefout
shop-window = etalage
eye-catcher = blikvanger
display = uitstalling
carton = kartonnen pak
cardboard = karton
fragile = breekbaar
container = verpakking
to wrap up = inpakken
consumer = klant, consument
wholesaler = groothandel
to design = ontwerpen
to appeal to = aantrekken tot
drewback = nadelen
description = beschrijving
instructions for use = gebruiksaanwijzing
sample = monster
obtainble = leverbaar
repeat order = nabestelling
packing-list = paklijst
trialorder = proefbestelling
retailprice = winkelprijs
features = kenmerken, eigenschappen
spare part = reserveonderdelen
to replace = vervangen
merchandise = koopwaar
contents = inhoud
average = doorsnee, gemiddeld
good value = waar voor je geld
to seal = sluiten, verzegelen
sub-standerd = beneden peil, onder de maat
fast seller = succesartikel
slow sellers = winkeldochter
perishables = gebruiksgoederen
label = etiket
shop-worn = beschadigd
convenience goods = gebruiksgoederen
out of stock = niet in voorraad
see-through pack = cellofaanverpakking
margin = marge
benefit = voordelen
accessories = accessoires
advertising = reclame
trade fair = handelsbeurs
publicity = publiciteit
enquiries = inlichting
exhibition = tentoonstelling
invitation = uitnodiging
presentation = presentatie
demonstration = demonstratie
method = methode, manier
equipment = apparatuur, uitrusting
commercial = reclamespotje
interested = geintresseerd
design = ontwerp
urgent = dringend
deadline = uiterste limiet, uiterste datum
advertising materials = reclamemateriaal
press release = persbericht
billboard = aanplakbord
Yellow Pages = Gouden Gids
campaing = campange
to exhibit = tentoongesteld
stand = stand
to focus on = zich richten op
to distribute = verspreiden
to influence = beïnvloeden
potential = potentieel
prospective =potentieel
advert, advertisement = advertentie
viewing figures = kijkcijfers
glossy = populair blad
coupon = strookje, coupon
reply card = antwoordkaart
cicular = circulaire
deceptive = misleidend
advertising agency = reclamebureau
advertising expenditures = reclamekosten
coverage = aantal bereikte personen
questionnaire = vragenlijst, enquette
consumer survey = klantenonderzoek
Consumers' Associaton = Consumentenbond
product image = productenbekendheid
supllementary advertising = extra reclame
poster = poster, affiche
folder = folder
mail-out = reclamedrukwerk
mail-order cataloque = catalogus van een postorderbedrijf
contest = prijsvraag
consumer behavior = klantgedrag
novelty = nieuw product, nieuwtje
full-page = paginagroot
needs, wants = behoeften
to insert = plaatsen
response = respons, reactie
border = grens
to queue = in de rij staan
to run out of = tekort komen
crowded = druk, vol
air space = luchtruim
traffic = verkeer
to increase = toenemen
lane = rijbaan
traffic jam = file
railway = spoorweg
high-speed = hogesnelheids
to operate = functioneren, werken
potential = mogelijkheden, potentieel
to travel = reizen
to link = verbinden
to connect = verbinden
flight = vlucht
across = door
to despatch = verzenden
to ship = verschepen
forwarding instructions = vervoersinstructies
transit-trade = doorvoerhandel
freight rates = vrachttarieven
to collect = ophalen
consignment = zending
damaged = beschadigd
to transit = tijdens het vervoer
to load = laden
van = bestelauto
haulage company = transportbedrijf
ship broker =cargadoor
means of conveyance = vervoersmiddel
ferry = veerboot
to transfer = overgeladen
courier = koerier
transport routes = transportwegen
carrier's charges = expeditiekosten
containerised = per container
destination = bestemming
public transport = bestemming
storage = opslag
delivery service = besteldienst
bulk transport = massavervoer
distribution point = distributie punten
routing = vaststellen van de verzendroute
to move = vervoeren
maintenance = onderhoud
operating costs = bedrijfskosten
route chart = route schema
rail transport = transport per spoor
dependability = betrouwbaarheid
terminal = overslagplaatsen
network = netwerk
customs = douane
air cargo = luchtvracht
air-freight charges = lcuhtvrachtkosten
merchant marine = koopvaardij
water-borne traffic = scheepvaart
shipping bussiness = rederij
to pilot = loodsen
cargo capacity = laadvermogen
to clear inwards, outwards = in-, uitklaren
bonded warehouse = entrepot
to sail = vertrekken
freighter = vrachtschepen
inland waterways = binnenwaterwegen
pipeline = pijpleiding
visual display = beeldscherm
exhange line = buitenlijn
call = gesprek
to store = opslaan
socket = contactdoos, stopcontact
box,booth = cel
pay phone = munttelefoon
to insert = inwerpen, invoeren
directory = gids
receiver = hoorn
press-button = druktoets
satellite link = satellietverbinding
switchboard = centrale
extension = toestelnummer
digit = cijfer
to phone = opbellen
on the phone = aan de lijn
emergency = nood
engaged = bezet
connection = verbinding
to put through = doorverbinden
to pass on = doorgeven
collect call, reverse call = kosten ontvanger
local call = lokaal gesprek
trunk-call = interlokaal gesprek
answering machine = antwoordapparaat
mobile phone = draagbare telefoon
car phone = autotelefoon
subscriber's numer = abonneenummer
area code = netnummer
to fax = faxen
to transfer = op een ander nummer overzetten
to put on hold = in de wacht zetten
to spell = spellen
to hear = verstaan
initial = voorletter
department = afdeling
to repeat = herhalen
to dial = draaien
to contact = bereiken
conference = vergadering
private = prive
to change = veranderen
to cancel = opheffen

Ingezonden op 31-03-2018 - 2643x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

alle woordjes voor het tentamen van Engels 3 op de HAN

Deze overhoring is meer dan vier jaar geleden ingestuurd!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere druk en wijkt jouw boek af van de oefening hierboven.

Vakken

Engels idioom voor eao, deel 2

1 1,4,6,7,8,9,18.