Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Straf(proces)recht
› 1 Hoorcollege 1
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Straf(proces)recht
1 Hoorcollege 1
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Wat is strafrecht? = Criminelen, recht van politie en justitie en ook steeds meer van het slachtoffer. Beeldvorming: het wordt veel beïnvloed door de media, bijvoorbeeld politiek. Het handhavende element van strafrecht wordt ingezet om ons een beeld te geven dat zaken worden opgelost. Ze zijn bezig met vraagstukken als verjaren, of foto’s mogen worden gedeeld. Hoe krijg je een juist beeld van het Nederlandse strafrecht? We kennen geen juryrechtspraak, getuigen komen zelfden in de strafzaal iets vertellen, ‘bezwaar’ roepen is hier ook niet. Wat zijn de bronnen van het strafrecht? = Bronnen van kennis: algemene ontwikkeling. Taalgevoel, taalvaardigheid. Als iemand je uitscheldt dat je niet denkt dat je een compliment krijgt. Topografie: drugsmokkel naar Spanje is dus niet naar Frankrijk. Iets afweten van andere culturen. Statistiek. Lucia de B.: tijdens haar dienst stierven 20× meer bejaarden. Dat bleek bizar toeval. Feiten van algemene bekendheid: na maandag komt dinsdag. Daarvoor hoef je geen bewijs te leveren. Je kunt niet vechten op de maan etc. Hoe zit het met iemand die in voodoo gelooft en dat er daardoor een machtsverhouding ontstaat en iemand daardoor in de prostitutie etc. gaat? Niet alles wat eenvoudig te googelen is, is een feit van algemene bekendheid. Klassieke bronnen: wetten, rechtspraak, literatuur. Moderne bronnen: de beginselen van behoorlijke strafprocesrecht en de verdragen. Wat zijn de klassieke bronnen van strafrecht? = Wetten, rechtspraak en literatuur. Wat zijn de moderne bronnen van strafrecht? = De beginselen van behoorlijke strafprocesrecht en de verdragen. Wat kun je zeggen over de wetten als bron van het strafrecht? = Steeds meer zien we dat de overheid/ de wetgever sancties toedient. Het is niet meer alleen van de strafrechter om mensen te bestraffen als ze iets doen wat in strijd is met de wet. Voorbeelden: bestuurlijke boete, uit huis plaatsing volwassenen bij bijv. huiselijk geweld voor 10 dagen, het sluiten van woningen, verbieden om in een gebied te komen, intrekken van het Nederlanderschap, uitreisverboden. Hier komt geen rechter aan te pas, maar het valt onder publiek handhavingsrecht. Welke vier hoofdgebieden zijn er in het strafrecht? = 1. Formeel strafrecht (strafprocesrecht, vroeger strafvordering). 2. Materiële strafrecht (delicten etc.). 3. Bijzondere strafrecht (al het strafrecht wat niet in het wetboek van Strafrecht is geregeld. Bijv. Opiumwet, verkeersstrafrecht). 4. Penitentiair recht (houdt zich bezig met sancties en met het recht van degene die sancties hebben gekregen. Bijv. rechten van gedetineerden). Wat is formeel strafrecht? = Strafprocesrecht, vroeger strafvordering. Wat is materieel strafrecht? = Dat gaat over delicten etc. Wat is bijzonder strafrecht? = Al het strafrecht wat niet in het wetboek van strafrecht is geregeld. Bijv. de Opiumwet en het verkeersstrafrecht. Wat is penitentiair recht? = Dit recht houdt zich bezig met sancties en met het recht van degene die sancties hebben gekregen. Bijv. de rechten van gedetineerden. Wat zijn, als het gaat om wetgeving, de belangrijkste bronnen van het Nederlandse strafrecht? = Twee grote wetboeken: formeel: het wetboek van strafvordering (strafprocesrecht) en materieel: het wetboek van strafrecht. Het bijzondere strafrecht: al het strafrecht dat hierboven niet voorkomt: Wet op de economische delicten (Wed): hieronder valt ook milieustrafrecht, Opiumwet, Wet wapens en munitie (Nederland heeft een van de strengste wapenwetten van Europa), Algemene Wet Rijksbelastingen (Awr): en douanestrafrecht, militaire strafrecht (WMSr) (niet opletten tijdens een militaire les is een strafbaar feit), verkeersstrafrecht (WWV 1994), etc. Er zijn er nog veel meer zoals kansspelen en leerplicht. Penitentiair recht: Penitentiaire beginselen (Pbw), beginselenwet voor de tbs-gestelden, beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen. Aan het straffen liggen elementaire beginselen ten grondslag, zoals humane uitleg van wetten. Hoe werkt het wetboek van strafvordering? = Het wetboek van strafvordering komt uit 1926. Het is soms heel ouderwets Nederlands. Dit wetboek regelt het hele strafproces. Van aanhoudingen bij de politie tot het uitvoeren van de straf. Het bestaat uit vijf hoofdstukken: 1: algemene bepalingen, 2: in eerste aanleg, 3: de rechtsmiddelen. Wat kun je doen als je het ergens niet mee eens bent? 4: rechtsplegingen van bijzondere aard. 5: de tenuitvoerlegging en de kosten. Ze zijn bezig met een heel nieuw boek van strafvordering te maken. Hoe werkt het wetboek van strafrecht? = Dit boek komt uit 1886. Code Pénal: verwijzing naar wetgeving die hier en in België gold van de Fransen. Zit best wel logisch in elkaar. 3 delen: 1: algemene bepalingen, 2: misdrijven, 3: overtredingen. Delicten die even oud zijn als de mensheid zelf, maar ook moderne delicten zoals kinderporno, stalking (belaging), computercriminaliteit, etc. Wat is grooming? = Minderjarigen uitlokken tot seksuele gedragingen. Wat als er een lokagent achter zit? Dan is het geen minderjarige en is het niet strafbaar. Een voorbeeld van rechtspraak als bron is iemand die een paard zwanger wilde maken op natuurlijke manier, zonder dat de eigenaar van de hengst het wist. Is dit diefstal volgens artikel 310 Sr volgens de rechtbank? = Ja. Wat voor rechtsbron is de literatuur in het strafrecht? = Hele boeken over bijv. 1 wet van 49 artikelen. Wat zijn de beginselen van een behoorlijke procesorde? = Het zijn ongeschreven beginselen: Recht op een eerlijk proces, Onschuldpresumptie: onschuldig tot de rechter het tegendeel bewezen heeft verklaard, Beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit: je mag niet twee keer voor hetzelfde feit vervolgd worden, Nemo tenetur-beginsel (verbod op ‘selfincrimination’). Deze beginzelen komen voor een groot gedeelte uit de verdragen. Enkele verdragen die voor het Nederlandse strafrecht van belang zijn: Europees Verdrag ter bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM), Internationaal verdrag inzake de burgerlijke en politieke rechten (IVPBR), Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof (ICC), Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandelingen of straffen, VN-Verdrag ter bestrijding van het terrorisme, Europees uitleveringsverdrag, Kaderbesluiten van de EU. Wat is legaliteit? = Aan het Nederlandse strafrecht ligt het beginsel van legaliteit ten grondslag. In het boek staat dat dit beginsel behoort tot de kern van de rechtstaat. Er is geen vaste definitie. Wel een aantal uitwerkingen: Het is niet hetzelfde als legitimiteit: dat een wet staatsrechtelijk tot stand gebracht is (legitiem tot stand komen) hoeft niet legaliteit te zijn. De grondslagen van legaliteit: codificatieplicht, verbod van terugwerkende kracht, lex certa-beginsel, verbod van analogie, strafprocesrecht alleen bij formele wet. Legaliteit in artikel 1 Sr: “Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgaande wettelijke strafbepaling”. Hier zie de volgende beginselen in terug: Codificatieplicht in geschreven recht, Verbod van terugwerkende kracht, Lex certa-beginsel / Bestimmtheitsgebot. Lex certa-beginsel: wetten moeten duidelijk zijn. Iemand moet weten dat iets niet mag en wat er tegenover staat als hij dat toch doet. Maar dat is niet altijd. Bijv. artikel 173a. Is roken of iets laten vallen strafbaar? En art. 5 WVW. De Hoge Raad accepteert dat, want het is onmogelijk om alles wat daar onder valt in de wet op te nemen. Gevaar analogie. Rechter moet niet denken da persen op de middelbare school stalken is. Legaliteit in artikel 1 Sv: “Strafvordering heeft alleen plaats op de wijze bij wet voorzien”. Bij wet: dus alleen bij wet in formele zin. Door wie worden de wetten voor het strafrecht gemaakt? = Alleen door de formele wetgever. Hoe heeft de wetgever nu voldaan aan het legaliteitsbeginsel? = Door in formele wetten structuur aan te brengen aan de strafbepalingen: Het moet gaan om een menselijke gedraging, Die past in een delictsomschrijving, Die staat in een wettelijke bepaling, Welke gedraging wederrechtelijk is, En waarvan de dader verwijtbaar is. In deze structuur zijn er wetten die het legaliteitsbeginsel steeds maar weer benadrukken.
Ingezonden op 19-04-2018 - 902x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!