Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
woordenschat Latijn
› 81 tm180
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
woordenschat Latijn
, deel 2
81 tm180
Jaar 5 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
plurimus=superlativus van multus iam=reerds iam non/non iam=niet meer de+abl=1.van...af 2.over enim=want idem, eadem, idem=hetzelfde/dezelfde idem ac/idem atque=hetzelfde als nihil/nil=1.niets 2.helemaal niet nos=wij nullus=geen rex,regis=koning meus=mijn tuus=jouw inter=acc=1.tussen 2.tijdens locus=1.plaats 2.ruimte loca=plaatsen etiam=1.ook 2.zelfs deus=god quod=1. nom onz ev van qui 2.omdat 3.het feit dat non est quod+coni=er is geen reden om te quodsi/quod si=maar als unus=één una(cum+abl.)=1.samen 2.tegelijk fero/ferre,tuli,latum=1. dragen 2.verdragen 3.zeggen fertur/feruntur=men zegt dat hij pars/partis=1.deel 2.kant dies,diei=dag tamen=toch volo/velle,volui=willen bonus=goed melior=comperativus van bonus optimus=superlativus van bonus manus=1.hand 2.handvol aliquis=iemand aliquid=iets aliqui,aliqua,aliquod=een of andere noster=onze nostri=de onzen nostrum=1.acc m ev van noster 2.van ons quoque=ook homo,hominis=1.mens 2.man ago/agere,egi,actum=1. drijven 2.doen 3.doorbrengen 4.behandelen hostis=vijand nunc=nu nunc...nunc...=nu eens...dan weer... magis=meer venio/venire,veni,ventum=komen iste,ista,istud=die,dat ne+coni=1.opdat niet 2.niet timeo/metuo/vereor ne=vrezen dat prohibeo/impedio ne=verhinderen dat ne...quidem=zelfs niet... corpus,corporis=lichaam vita=leven bellum=oorlog bellum gerere=oorlog voeren nam/namque=want quisnam,quidam=wie urbs,urbis=stad tempus,temporis=tijd iubeo/iubere,iussi,iussum=bevelen autem=maar virtus,virtutis=1.moed 2.goede eigenschap 3.voortreffelijkheid pater/patris=vader patres=1.vaders 2.senatoren 3.voorvaderen 4.patriciërs ita=zo quidam,quaedem,quiddam=iemand quidam.quaedem,quoddam=een zekere quia=omdat sine+abl.=zonder sic=zo vir=man accipio/accipere,accepi,acceptum=1.ontvangen 2.vernemen tam=zo tam...quam...=zo...als... causa=oorzaak,reden ...causa=wegens an=of nisi=als niet at=maar quidem= 1.zeker 2.althans 3.weliswaar totus=geheel peto/petere,peti(v)i,petitum=1.trachten te bereiken 2.vragen 3.gaan naar 4.aanvallen domus=huis domi=thuis domum=naar huis domo=van huis vis=1.kracht 2.geweld vires=strijdkracht mors,mortis=dood bonum=iets goeds bona=goederen malus=slecht peior=comperativus van malus pessimus=superlativus van malus malum=iets slechts tum/tunc=toen;dan;vervolgens terra=1.land 2.aarde 3.grond terra marique=te land en ter zee
Ingezonden op 13-05-2018 - 524x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!