Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Straf(proces)recht
› 4 Hoorcollege 4
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Straf(proces)recht
4 Hoorcollege 4
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Wat moet er met de plaats delict gebeuren als er sporen van de dader kunnen zijn? = De plek moet worden bevroren (afzetten) totdat forensische opsporing of technische recherche is geweest. Je kunt het afzetten met lint of een tent erop zetten. Welke opsporingsmethoden heeft de politie onder andere? = De politie kan een opsporingsberichteninzetten of buurtonderzoek houden of een reconstructie van het misdrijf doen. Nog grootschaliger: DNA verwantschapsonderzoek. Vroeger wilde de politie dit niet, nu wel. Hulp van de burger wordt gevraagd, het grote publiek. Soms wordt er zelfs tipgeld beloofd voor de gouden tip. Dit is in Nederland nooit zo populair geweest als in de VS. Wat is een buurtonderzoek? = In woongebieden/woonwijken huis aan huis vragen wie er thuis was tijdens het delict of iets gezien heeft: vreemde auto, vreemde mensen van te voren (want daders verkennen de buurt vaak van te voren). Dit soort dingen proberen ze te achterhalen. Wat is een passantenonderzoek? = Bij zwaardere misdrijven. De politie vraagt mensen die op dezelfde dag op een bepaald tijdstip bij het plaats delict komen. De auto’s langs gaan of ze een week eerder iets gezien hebben. Foto van de laatste tijd met een bord. Wat is een reconstructie? = In scene zetten. Dat doet de politie niet vaak, want dat kost veel geld en tijd. Het naspelen van een misdrijf. Soms door de politie en soms op bevel van de strafrechter. Wat is een getuigenonderzoek? = Als je geluk hebt, heb je een ooggetuige die de verdachte heeft gezien. Hoe krijg je nou de ooggetuige verklaring gekoppeld aan de man die is aangehouden? Fotoconfrontatie of spiegelconfrontatie. Wat is een fotoconfrontatie? = De getuige krijgt een aantal foto’s te zien en kiest de foto uit van de persoon die hij/zij herkent. Als dit gebeurt bij een enkele foto heet dit de enkelvoudige fotoconfrontatie. Het risico dat je bij enkelvoudige fotoconfrontatie als getuige iemand kent van bijv. de media is groot. Dit is dus niet heel betrouwbaar. Wat niet wil zeggen dat het niet zo mag. De betrouwbaarheid wint wel als de getuige meer foto’s te zien krijgt en een keuze moet maken. Er bestaat het gevaar dat getuigen zich vergissen en dat ze zich in die vergissing gaan versterken. Dat moet vermeden worden. Daarom zou er altijd gekozen moeten worden voor een meervoudige fotoconfrontatie. Minimaal 7 foto’s met vergelijkbare gezichten die aansluiten op het signalement van de dader. De plaats waar de foto’s in de reeks komen moet door loting: zo willekeurig mogelijk. Dit is een betrouwbare verklaring waar de rechter veel waarde aan hecht. Wat is een Oslo-confrontatie/spiegelconfrontatie? = De getuige kan naar binnen kijken en de verdachte en toneelspelers niet naar buiten. De plek wordt ook door loting bepaald. Je kunt vragen een kwartslag te draaien. Er zijn figuranten en daartussen zit de verdachte. Getuigen zijn hier vaar zenuwachtig voor. Soms is het lastig figuranten te vinden die op de verdachte lijken. Wat is de rol van deskundigen in een strafzaak? = De kunnen gecertificeerd zijn, maar dat hoeft niet. Of het zijn forensische onderzoekers. Medici: schouwarts (is het een natuurlijke of niet natuurlijke dood), patholoog-anatoom (wat zit er in de maag, wanneer voor het laatst gegeten, zitten er gekke sporen in het lichaam, etc.), politiearts (krabsporen, bijtsporen bij verdenken tegen de verdachte). Wat is een tactische recherche? = Wat moeten we met getuigenherkenning? Is dezelfde dader weer actief? Is er iets bekend in de onderwereld, familie of relatiesfeer? Stelt alleen vragen om vanuit tactische hoek het onderzoek te ondersteunen. Ze bepalen de tactiek van het onderzoek. Bij wie ligt de leiding van het opsporingsonderzoek onderzoek? = Bij de officier van justitie. Al zal de dagelijkse leiding bij het hoofd van de recherche liggen. De officier van justitie en de advocaat kunnen bij de rechter commissaris verzoeken indienen om onderzoekshandelingen te verrichten. De rechter commissaris kan ook zelf (ambtshalve) onderzoek gaan verrichten. De verdachte wil. Bijv. dat een getuige nog een keer verhoord wordt. Dat kan via de rechter commissaris als de officier van justitie dat niet wil. Waarom zou je als officier van justitie de rechter commissaris erbij willen halen die de belangen van de verdachte meeneemt? = Soms is het voor de officier van justitie noodzakelijk om hem erbij te halen, want de rechter commissaris mag heel veel: verhoren getuigen en deskundigen (eed/belofte), aanwijzen deskundigen (geestesziekte), verhoren beperkt anonieme getuigen, verhoren afgeschermde getuigen, verhoren bedreigde getuigen, onderzoek lichaam/kleding, gelasten van een DNA-onderzoek, doorzoeking woningen/kantoren geheimhouders, toetsing rechtmatigheid IVS en beslissing bewaring, bevel tot opname voor klinische observatie. De verklaring onder ede weegt zwaarder dan bij de politie. De officier van justitie heeft de rechter commissaris bij grote strafzaken nodig. Welke strafrechters zijn er allemaal? = De kantonrechter bij overtredingen, de politierechter bij lichte misdrijven, de economische politierechter, de kinderrechter, de militaire politierechter, de meervoudige strafkamer voor zware misdrijven. In Hoger Beroep zijn er gerechtshoven, in cassatie de Hoge Raad. Welke acht vragen moet de rechter beantwoorden? = De voorvragen uit artikel 348 Sv: 1. Is de dagvaarding geldig? De juiste persoon, op de goede manier uitgereikt? Is de tekst van de beschuldiging begrijpelijk en duidelijk voor de verdachte? Als de rechter tot de conclusie komt dat dit niet klopt, dan wordt het nietig verklaard en moet het OM een nieuwe dagvaarding uitbrengen. 2. Is de rechter bevoegd? 3. Is de officier van justitie ontvankelijk? Speelt hier een van de vervolgingsbeletselen? Als er een vervolgingsbeletsel is dan niet, het houdt dan op. 4. Is er een reden om de vervolging op dit moment te schorsen? Dat komt in de praktijk bijna niet voor. Bijv. als de verdachte ernstig ziek is en er vooruitzicht is dat het over een jaar beter gaat. De hoofdvragen uit artikel 350 Sv: 5. Is het feit bewezen? Heeft hij/zij het gedaan? Zo niet, dan volgt er vrijspraak. 6. Is het feit ook strafbaar? Waar staat in de wet dat wat hij gedaan heeft niet mag? 7. Is de verdachte ook strafbaar? Zijn er strafuitsluitingsgronden. Noodweer of psychische overmacht? Als dat zo is: ontslag van alle rechtsvervolging. 8. Welke sanctie dient te worden opgelegd? Hoe lang , hoe veel, hoe hoog? Voorwaardelijk en onder andere bijzondere voorwaarden? Wat voor verweren horen er bij de vier voorvragen (uit artikel 348 Sv)? = Preliminaire verweren. Deze kunnen aan het begin gevoerd worden, want door zo’n verweer kan het zijn dat de zaak niet eens door gaat. Wat voor verweren horen er bij de vier hoofdvragen (uit artikel 350 Sv)? = 1. Bewijsverweren: alle verweren van de verdediging die uiteindelijk naar vrijspraak leiden. 2. Kwalificatieverweren: het feit is niet strafbaar. 3. Strafuitsluitingsverweren: strafuitsluitingsgronden. 4. Straftoemetingsverweren: de rechter in een milde stemming brengen, zielig verhaal. Wat zijn bewijsverweren? = ‘Mijn cliënt zegt dat hij het niet heeft gedaan.’ Nooit zeggen: ‘Mijn cliënt heeft het niet gedaan,’ want voor je het weet wordt je als getuige beëdigt. Er is wel bewijs, maar niet genoeg. Er is wel bewijs en voldaan aan de bewijsminima, maar het is niet overtuigend genoeg, want de rechter moet overtuigd zijn dat de verdachte het gedaan heeft. Als de rechter twijfelt moet de rechter vrijspreken. In ons systeem hebben we liever 9 schuldigen vrijuit dan 1 onschuldige in de gevangenis. Bij bestuursrecht en civielrecht mag je alles als bewijs gebruiken. Bij stafrecht niet. Je hebt wettig bewijs en minimumbewijs. Welke bewijsmiddelen kent de wet? = Waarneming van de rechter (artikel 340 Sv), Verklaringen van de verdachte (art. 341 Sv), Verklaringen van de getuige (art. 342 Sv), Verklaringen van deskundigen (art. 343 Sv), Nederlands Register Gerechtelijke Deskundigen, Schriftelijke bescheiden (art. 344 Sv). Wat zijn de minimumregels van bewijsmateriaal? = Iemand mag nooit veroordeeld worden op basis van een bekentenis alleen. Het is heel zwak bewijs. Mensen bekennen om er vanaf te zijn of omdat ze onterecht denken iets gedaan te hebben. Aan een getuige heb je niets. Je kunt ook nooit worden veroordeeld uitsluitend op basis van een anonieme getuige. De verdediging heeft dan te weinig en moet worden gecompenseerd als er verder bewijs is. Artikel 344 zegt ook nog dat schriftelijke stukken alleen geldig zijn als bewijs als ze sten vinden in een ander bewijsmiddel. Waar gaat artikel 358 lid 3 over? = Dat is de motiveringsplicht van de rechter: de rechter moet bij verwerping van de verweren de beslissing motiveren. Hij/zij moet uitleggen waarom de verweren verworpen worden. De rechter moet ook gemotiveerd beslissen bij onderbouwde standpunten van om/verdediging bij toepassing artikel 9a Sr (schuldig zonder straf) elke sanctie de (onvoorwaardelijke) vrijheidsbeneming meebrengt en bij tbs met dwangverpleging. Wat verstaan we onder strafverminderingsverweren? = Een verweer waarbij beroep op gedaan wordt op de wettelijke strafvermindering. Gaat de rechter er niet in mee, dan moet hij/zij motiveren. Waarom is de motiveringsplicht zo belangrijk? = De wet zegt bij zowel artikel 358 lid 5 Sv en artikel 359 lid 8 Sv: alles op straffe van nietigheid. Één blunder zorgt voor nietigheid. Dat is voor de strafrechter en het strafrecht dodelijk voor het imago.
Ingezonden op 17-05-2018 - 1364x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!