Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Straf(proces)recht
› 5 Hoorcollege 5
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Straf(proces)recht
5 Hoorcollege 5
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Wanneer krijgen vonnissen hun geldigheid? = Nadat ze onherroepelijk zijn geworden en dat zijn ze na 14 dagen (dus hoger beroep moet zijn ingesteld binnen 14 dagen). Wat gebeurd er bij hoger beroep of cassatie? = De raadheren/vrouwen gaan de 8 vragen beantwoorden. De hogere rechter controleert de lagere rechter door de 8 vragen te beantwoorden. Dat is het eerste controleaspect. Het tweede controleaspect is de rechtseenheid: de hogere rechter kan het vonnis van de lagere rechter vernietigen. Het kan niet zijn dat de rechter op de ene plek een andere straf oplegt dan de rechter op een andere plek. Daarna kun je in cassatie. Bij de hoge raad kun je niet naar de feiten kijken. Het is geen feiten rechter. Er is maar één hoge raad. Dat geldt ook voor het gemeenschappelijke hof op de Antillen. Wat is nu eigenlijk een rechtsmiddel? = Een wettelijk instrument om tegen een onwelgevallige beslissing van de rechter op te komen bij een hogere wettelijke instantie. Gesloten stelsel van rechtsmiddelen: er bestaan geen andere rechtsmiddelen en die kunnen niet worden gecreëerd dan die expliciet in de wet zijn vermeld. Welke twee soorten rechtsmiddelen zijn er? = Gewone rechtsmiddelen: altijd mogelijk bij een uitspraak die nog niet onherroepelijk is. Het kan niet meer als het vonnis onherroepelijk geworden is. Je kunt in hoger beroep en in cassatie. Buitengewone rechtsmiddelen: Herziening en cassatie in het belang van de wet. Ze zijn wel mogelijk tegen uitspraken die onherroepelijk zijn geworden. Welke twee soorten beslissingen van de rechter zijn er? = Uitspraak: rechtelijke beslissing gegeven op een openbare rechtszaak. Beschikking: beslissing die niet op een openbare rechtszitting gegeven bijv. alle beslissingen van een rechter-commissaris of de raadkamer van de rechtbank. Beslissingen die ergens anders dan openbare rechtbank genomen zijn. Beslissingen over dwangmiddelen. Wat als je het niet eens bent met een beslissing van de rechter? = Tegen uitspraken is altijd beroep mogelijk. Voor zowel de verdachte als de officier van justitie. Bij beschikkingen is het een stuk ingewikkelder. Er is een verschil tussen het OM en de verdachte. Voor de verdachte is de hoofdregel dat er voor beschikkingen geen rechtsmiddel open staat tenzij de wet dat uitdrukkelijk geeft. En op sommige plaatsen geeft de wet een rechtsmiddel voor de verdachte bijv. artikel 71 Sv, 87 lid 2 Sv en 91 Sv. Daar houdt het ook wel een beetje op. Voor het OM geldt een hele andere regeling bij beschikkingen. De hoofdregel: het OM heeft altijd al de mogelijkheid van hoger beroep en beroep in cassatie voor een beschikking waarbij een vordering van het OM is afgewezen artikel 445-446 Sv. In alle andere gevallen: voor alle beschikkingen waarin beslissingen zijn genomen die voor het OM onwelgevallig zijn geldt voor het OM dezelfde regel als bij de verdachte: tegen het OM staat alleen een rechtsmiddel open als de wet het voor het OM uitdrukkelijk toestaat. Wat is er allemaal te vertellen over Hoger Beroep? = Het is uiteengezet en geregeld in het 3e boek van het wetboek van strafvordering. Binnen 14 dagen is hoger beroep mogelijk bij het hoger gerechtshof. Dat termijn geldt altijd voor de officier van justitie en bijna altijd voor de verdachte. De termijn geldt keihard als de dagvaarding in persoon is overhandigt. Als de verdachte er lijfelijk bij is geweest of een advocaat heeft gemachtigd, dan heeft de zaak op tegenspraak plaatsgevonden en dan geldt de termijn van 14 dagen. Als de verdachte niet aanwezig was en er zijn geen omstandigheden dan geldt de termijn ook. Als je uit feiten kunt concluderen dat de verdachte wist dat hij/moest voorkomen. Als de verdachter er niet was dan gaat de termijn lopen na 14 dagen nadat de verdachte op de hoogte is gesteld van het vonnis. Welke bijzondere regels zijn er voor Hoger beroep? = 1. Een verdachte kan niet in hoger beroep tegen vrijspraak. Het OM kan wel in hoger beroep. 2. Verbod van partieel appèl. Dit is een probleem, want als je twee wetsbepalingen naast elkaar gaat leggen en gaat begrijpen wat er staat, lukt het niet art. 407 en 404 zijn lastig naast elkaar te lezen. Ze lijken in tegenstrijd te zijn. Dat is niet het geval, de intentie. Het komt door lastig taalgebruik. Bij twee feiten en feit 1 is vrijspraak en feit 2 veroordeling, dan kan de verdachte alleen in beroep voor feit 2. Dit wordt een probleem bij primair subsidiaire tenlastelegging, want als je voor het primaire feit vrijgesproken bent, maar voor het subsidiaire feit niet, dan moet je in beroep gaan tegen de hele uitspaak. Dan kun je dus een hogere straf krijgen als in hoger beroep het primaire feit wel bewezen wordt verklaard. Dus in zo’n geval moet de verdachte goed nadenken of hij/zij wel in hoger beroep wil. Waarom is het belangrijk dat de verdachte (en/of de advocaat van de verdachte) op de zitting verschijnt als de verdachte in hoger beroep is gegaan? = Omdat het een vereiste is om uit te leggen waarom je in hoger beroep gaat. Als je dat niet doet, wordt het niet ontvankelijk verklaard. Wat is het verlofstelsel? = Dit werd 10 jaar geleden ingevoerd. Bijv.: Verdachte krijgt door de rechtbank opgelegd: alleen een geldboete tot € 500,-. Verdachte moet voor hoger beroep eerst verlof (toestemming) vragen aan de voorzitter van de strafkamer van het gerechtshof. Je moet als verdachte dus toestemming hebben om in hoger beroep te gaan. Wat is volgens veel critici verkeerd aan het verlofstelsel? = Het is een beperking van je recht om je zaak door minimaal twee instanties te laten bekijken. Waarom gaan verdachten in hoger beroep? = Ze vinden dat ze ten onrechte veroordeeld zijn. Ze vinden het een te hoge straf. Ze willen hun zegje doen. Omdat ze het interessant vinden. Heel veel mensen met bepaald soort delicten: belaging, stalking, smaad, laster, ruzies, privésfeer. Meest logische rede: mensen die vinden dat ze onschuldig zijn. Toch zie je ook wel dat mensen berusten. Soms gaat men niet in hoger beroep, omdat men de advocaat niet kan betalen. Of omdat men bang is dat ze er slechter uitkomen. In de praktijk wordt als eerste gevraagd waarom je in hoger beroep bent gegaan. Hoe gaat de behandeling in hoger beroep? = Bijna gelijk aan de behandeling in eerste aanleg. Het accent ligt op het voortbouwende karakter: waarom ben je in beroep gegaan. Hoe werkt beroep in cassatie? = Die procedure wijkt af van de gang van zaken bij de feitenrechters. Binnen 14 dagen na de uitspraak van het hof of nadat deze bekend gemaakt is aan de verdachte. Het is dezelfde regeling als bij hoger beroep, maar het is geen feitenrechter. Je kunt in beroep wanneer je van mening bent dat de rechter je recht heeft geschonden. De argumenten moet je in schriftelijk opsturen. Dat is een cassatieschriftuur. Wat is een cassatieschriftuur? = De redenen waarom je in cassatie gaat die je schriftelijk opstuurt. Hoe gaat de procedure van cassatie? = De cassatieadvocaat dan wel generaal advocaat van het hof stuurt een cassatieschriftuur in en verzoekt het dossier naar de hoge raad te sturen. Dan wordt het parket van de hoge raad actief. De progereur generaal gaat een van de advocaten generaal aansturen. Als de advocaat generaal is aangewezen om over zo’n zaak te concluderen, mogen de partijen reageren. Er vindt geen mondelinge behandeling van de strafzaak plaats. Er is geen verdachte of cassatieadvocaat in de zaal. De Hoge Raad kan gebruik maken van de mogelijkheid die de wet geeft om artikel 80a en 81 RO toe te passen: 1. Klachten rechtvaardigen geen behandeling in cassatie. 2. Onvoldoende belang bij beroep in cassatie. 3. Argumenten leiden klaarblijkelijk niet tot cassatie. 4. Geen beantwoording nodig van rechtsvragen in belang rechtseenheid of rechtsontwikkeling. Bijna de helft van de cassatiezaken wordt via deze artikelen afgedaan. Er is in dit geval geen inhoudelijke beslissing. Welke beslissingen kan de Hoge Raad in cassatie nemen als deze beslissing wel inhoudelijk is? = 1. Bevestiging beslissing van het hof. 2. Vernietiging beslissing van het hof. Bij vernietiging van de inhoud zijn er drie opties: 1. Zelf afdoen. 2. Verwijzen (naar een ander hof). 3. Terugwijzen (naar hetzelfde hof). Wat is het preoccupatiecriterium? = Voorkomt dat het hof vooringenomen is. Als ze bij cassatie twijfelen zullen ze verwijzen i.p.v. terugwijzen. Wat zijn de bijzondere procedures van de Hoge Raad? = HR behandelt strafzaken in eerste en tevens hoogste aanleg bij ambtsmisdrijven van leden van de Staten-Generaal, ministers en staatssecretarissen (HR treedt op als feitenrechter). HR beslist over alle jurisdictiegeschillen tussen rechters. HR wijst gerecht aan indien rechter verdachte is (om te voorkomen dat iemand door een collega wordt berecht). HR behandelt geen strafzaken over de Wet administratiefrechtelijke afdoening verkeerszaken. Wat is een herziening? = Dat kun je instellen nadat de uitspraak al lang onherroepelijk is geworden. Niet veel kans. Het lastige probleem is dat je alleen kans maakt als er een novum plaats vindt: een feit dat als het bekend geweest was bij de rechter, het een ander vonnis was geweest. Een herzieningsverzoek was tot voor kort kansloos, maar toen kwam de Puttense moordzaak: tot twee keer toe werd er om herziening gevraagd en twee keer was het afgewezen. Twee mannen waren onherroepelijk veroordeeld voor verkrachting en moord. In het dossier stonden bekentenissen van beide verdachten. Die hadden ze teruggetrokken. Er was één getuige die hen in de woning van de oma van het slachtoffer hadden gezien, waar ze gevonden was. Op de zitting ontkennen ze betrokkenheid, spermaspoor was niet van de verdachten. Ze hebben er iets uitgeflapt wat toevallig bleek te kloppen. Prof. Eskes was als deskundige bij de rechter en die zei dat het zou kunnen gaan om een sleepspoor: van te voren seksueel contact dat vrijwillig was en dat dat spoor weer naar buiten gesleept is door de verkrachting. Het Hof accepteerde deze theorie en wezen het toeval af. Ze werden veroordeeld. Er kwam een derde herziening. Prof. Eskes zei dat het Hof hem niet heeft begrepen en dat hij het onwaarschijnlijk noemde dat het een sleepspoor was. Dat was een Novum. Het Hof sprak de verdachten na 12 jaar vrij. Ze kregen veel geld omdat ze al die jaren vast zaten. 17 september 2013 werd het cassatieberoep van de echte dader afgewezen. Daarna kwamen er andere herzieningszaken: De Schiedammer parkmoord (Nienke Cleijs). De zaken van Lucia de Berk en Ina Post. De Deventer moordzaak: wie vermoordde de weduwe Wittenberg: Ernest L. of de ‘klusjesman’? Men werd onzeker, want er werden mensen onschuldig veroordeeld en tot lange vrijheidstraffen. Dat was het gevolg van tunnelvisie. De herzieningsprocedure moet verbeterd worden. De wet werd veranderd. We kregen een nieuwe herzieningsprocedure: herziening ten voordele, maar ook ten nadele. Het OM krijgt ook een herzieningsmogelijkheid. Herziening ten voordele: één grote zaak bekend als de 6 van Breda. Het leverde niets op. Nog steeds schuldig. Herziening ten nadele: De eerste keer door het OM. Hoge Raad heeft het afgewezen en de zaak is niet meer opnieuw geopend.
Ingezonden op 18-05-2018 - 1141x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!