Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Rechtsfilosofie
› 9 Hoorcollege 7
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Rechtsfilosofie
9 Hoorcollege 7
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Welke drie voorbeelden zijn er bij recht op ruimte? = Persoonlijke levenssfeer, uitingsvrijheid, vrijheid van godsdienst. Wat is het belang van recht op ruimte? = Waarom zou je recht op ruimte moeten hebben? Wat houdt het in? Recht op morele integriteit naast het recht op fysieke integriteit. Waarom heb je als mens ruimte nodig? Het heeft alles te maken met wat het is om mens te zijn. Volgens Aristoteles is de mens een politiek dier. Je wil in een groep zijn, maar af en toe ook op jezelf zijn. Er is onderzoek naar gedaan dat mensen in een volle lift zich anders gedragen en zich niet zo fijn voelen. Zo is het niet fijn als anderen privégesprekken horen of als je in een glazen huis zit. Hoe zit het recht op persoonlijke levenssfeer? = Voorbeeld: Barbie van o o cherso, reality ster. Toen het niet goed ging heeft ze een zelfmoordpoging gedaan en ze wilde met rust gelaten worden. De media wilde dingen van haar situatie weten. Zelfs ziekenhuismedewerkers keken in haar dossier. Dat illustreert wat het belang is van het recht om je privéleven privé te houden. Mensen vinden het ook heel vervelend als er leugens over je verteld worden, want mensen kunnen gaan denken dat het waar is. Artikel 10 EVRM: tegen aantasten van de goede naam. De staat moet proberen om het recht op een persoonlijke levenssfeer te waarborgen. Dat kan lastig zijn door de belangen van de overheid. Dat gaat vaak mis. Zeker in het digitale tijdperk. Overheid is veel te afhankelijk van digitale systemen en ze hebben er veel te veel vertrouwen in. De politici begrijpen de gevaren van het digitale gebeuren niet en ze verzamelen allemaal gegevens. Zo kan er een fout ontstaan dat er een strafblad bij je naam wordt gezet, terwijl je dat niet gedaan hebt. Probeer er dan maar eens uit te komen. Moeten we verder gaan met digitale verzameling om terrorisme te voorkomen of zijn de risico’s te groot dat het tegen de persoonlijke levenssfeer gaat? Hoe zouden de twee stromingen die we hier geleerd hebben (utilisme en categorisch imperatief van Kant) tegen het recht op persoonlijke levenssfeer kijken? = Utilisme: grootste geluk voor de meeste mensen. Categorisch imperatief Kant: zoals iedereen zou kunnen handelen. Veel diensten zoals Facebook betaal je met je persoonsgegevens. Je krijgt dingen voorgeschoteld die in je eigen straatje zitten: nieuws, muziek, etc. Apps kunnen bijhouden bij welke schap je in de supermarkt langer blijft staan. Camera’s in poppen voor baby’s waarbij gegevens door worden gestuurd naar China. Wat is privacy? = 1. Geheimen hebben. Bijv. je pincode. 2. Hoe je jezelf presenteert, hoe je wil dat anderen je zien. Bijv. niet in je pyjama. Je hebt behoefte aan een huis/privéruimte waarin je geen rol hoeft te spelen en je jezelf kunt zijn. Controle over eigen persoonsgegevens: mensen hebben het recht om met rust gelaten te worden en controle te hebben over persoonsgegevens. Zo moet je weten wat bedrijven van je bijhouden en daar toestemming voor geven. Voorbeeld Facebook dat gegevens van een persoonlijkheidtest van henzelf en vrienden werden doorverkocht en daarmee verkiezingen zijn beïnvloed. Men vond het doorverkopen en houden van gegevens zonder toestemming erg. Beïnvloeden verkiezingen niet, want dat doen politici ook. Mensen vinden het niet fijn dat hun privégegevens uit de context gehaald worden om er mee te adverteren. Als we onze privacy beschermen, wat beschermen we dan en zijn onze verwachtingen in overeenstemming met de werkelijkheid? Wat is privaat (privé) en wat is publiek? Maar mag de overheid zich wel mee bemoeien? = Mill (utilist): de overheid mag zich zo min mogelijk bemoeien. Iedereen zorgt voor eigen gezondheid. ‘De enige reden waarom men rechtmatig macht kan uitoefenen over enig lid van een beschaafde samenleving, tegen zijn zin, is de zorg dat anderen geen schade wordt toegebracht. Iemands eigen welzijn, hetzij fysiek, hetzij moreel, is geen voldoende rechtsgrond.’ Dat heeft twee kanten: antimoralisme: liberalisering van de zedelijkheidswetgeving in VK en NL. En anti-paternalisme: liberalisering van het drugsbeleid, m.n. in NL en Uruguay… Tegenwerping 1: Wat is dan schade? Wanneer heeft de overheid schade aan bepaald gedrag? Wat als je je kinderen slaat? Dan zijn er kinderen in het spel, dus kun je ingrijpen. Maar wat als iemand elke avond dronken is maar wel goed voor de kinderen zorgt, is het dan geen slecht voorbeeld? Hoezo moet ik verplicht een autogordel dragen? Hoezo moet ik verplicht op het werkcollege verschijnen? Tegenwerping 2: Hoe slim of dom is de mens eigenlijk? Het is gebleken dat mensen met het maken van keuzes nadruk leggen op nu: ik heb nu geen zin om te leren. Met risico’s inschatten zitten we er heel vaak naast. We weten dat alcohol ongezond is, toch wordt het heel veel gedronken. Waarom gooien we onze smartphone niet weg? Dat heeft te maken met vertrouwen. Gevoelsmatig gaan we er vanuit dat Facebook het wel goed met ons voor heeft, omdat er een positieve ervaring hebben, maar dat is heel anders dan wat er achter de schermen gebeurt. Ons gevoel gaat dus van iets heel anders uit dan ons verstand. Ervaring is beperkt. Hoe ver moeten we gaan om onze privacy te beschermen? Als jij facebook data geeft, is het weg. Het is bij facebook. Je realiseert niet als individu dat je met persoonsgegevens betaald en je weet niet wat het kost. We zijn als samenleving wel afhankelijk van technologie. Wat is artikel 19 UVRM? = Een ieder heeft recht op vrijheid van mening en meningsuiting. Dit recht omvat de vrijheid om zonder inmenging een mening te koesteren en om door alle middelen en ongeacht grenzen inlichtingen en denkbeelden op te sporen, te ontvangen en door te geven. Hoe zit het recht op uitingsvrijheid? = Het recht om bij te dragen aan meningsvorming art. 19 UVRM. Wat je vindt van bepaalde zaken, mag je vinden. Dit recht heeft twee kanten en het gaat over uiten, maar ook opzoeken. De overheid moet er dus ook voor zorgen dat mensen vrij zijn in het vergaren van informatie. Uitingsvrijheid is ruimer dan vrijheid van meningsuiting. Zo min mogelijk censuur. Aristoteles: antropologische rechtvaardiging: te kunnen communiceren over wat nuttig en niet nuttig is, en over wat rechtvaardig en niet rechtvaardig is. Mill: Instrumentele rechtvaardiging: dit bevordert de waarheid. Het kan heel ongeloofwaardig lijken wat iemand zegt. Het kan dan toch waar zijn. Je moet er vanuit gaan dat je eigen opvatting misschien niet klopt. En je kunt je mening niet bijstellen als je geen andere mening hoort. En als iemand iets zegt wat complete onzin is, wordt je gedwongen je eigen standpunt te doordenken alleen zo kom je dichter bij de waarheid. Je begrijpt iets ook beter als je het kunt uitleggen. Principiële rechtvaardiging: drukt respect uit voor de mens als autonoom wezen. Mag bij het recht op uitingsvrijheid ook alles gezegd worden? Mag je kwetsende cartoons maken over de profeet Mohammed? Mag je iemand openlijk beledigen? = Het antwoord ligt in de structuur van een subjectief recht: als je alleen maar je mening uit met als doel anderen pijn te doen, dan mag dat niet. Ook als je volstrekt de vrijheid hebt jezelf te uiten ga je niet ‘Brand!’ roepen in de bioscoop, want dan kunnen mensen in paniek raken en dood gaan. Wat zegt artikel 10 lid 2 EVRM over uitingsvrijheid? = Je hebt het recht om je te uiten, maar de staat heeft binnen bepaalde grenzen het recht om jouw uitingsvrijheid te beperken. Welke vragen roept het recht op uitingsvrijheid op? = Waarom hebben parlementariërs grotere uitingsvrijheid? Bijv. de minder minder uitspraak van Wilders. Mensen deden aangifte en hij is schuldig bevonden aan groepsbelediging en aanzetten tot discriminatie. Voor aanzetten tot haat is hij vrijgesproken. Hij kreeg geen straf en dat had te maken met de positie die hij vervult in de tweede kamer. Op het moment dat een politicus een uitspraak doen heeft hij/zij meer vrijheid, maar moet zich wel aan de wet houden. Willen we uitingsvrijheid inleveren zodat er minder beledigd wordt? Zou fake news verboden moeten worden? Want dat kan voor veel problemen zorgen. Je kunt daarmee olie op het vuur gooien. Het probleem is alleen: wie bepaalt wat waar is? Facebook gaat kijken of dingen die geplaatst worden waar zijn. Dat is toch helemaal niet iets voor een privébedrijf? Gaan we daar wat aan doen of niet? Hoe zit het recht op vrijheid van Godsdienst? = Vrijheid om jezelf tot een Godsdienst toe te treden of juist niet. Het is er om gelovigen en ongelovigen te beschermen. Dit is noodzakelijk om mensen als vrije individuen te behandelen. Vrijheid van Godsdienst, van Godsdienst te veranderen, in een groep in het openbaar of niet onderwijzen etc. Dat betekent dat de staat zich zo min mogelijk met Godsdienst moet bemoeien. Wat als je bij de rechtbank wilt werken en het hoort bij je geloof om een kruis, een keppel of hoofddoek te dragen? Wat als ouders kinderen vanwege geloofsovertuiging niet willen inenten? Met inenten bescherm je de samenleving, maar dat heeft te maken met vrijheid van Godsdienst en lichamelijk integriteit. Wat als iemand om religieuze redenen het leger niet in wil. Wat is een geloof? = Scientology, Pastafarisme (vliegende spaghettimonster). Waar leg je de grens? Kan iedereen een Godsdienst ‘claimen’? Mensen kunnen kerkgenootschappen oprichten om zich niet aan de regels te hoeven houden. Welk conflict kan er bestaan tussen ruimtes? = Tussen die ruimtes kunnen allerlei conflicten ontstaan. Wat als je vanwege Godsdienst je kinderen wil laten besnijden en je kinderen willen dat niet of de staat zegt dat het tegen de lichamelijke integriteit in gaat? Van je geloof mag je geen bloedtransfusie, maar anders ga je dood? Tussen Wilders en Moslims? Etc. Conclusie: er is niet zoiets als één vrijheid, maar er is een bundel van vrijheden en die moet je met elkaar afwegen.
Ingezonden op 02-06-2018 - 997x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!