Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Rechtsfilosofie
› 14 Hoorcollege 9
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Rechtsfilosofie
14 Hoorcollege 9
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Wat staat er in artikel 450 Wetboek van Strafrecht? = “Hij die, getuige van het ogenblikkelijk levensgevaar waarin een ander verkeert, nalaat deze die hulp te verlenen of te verschaffen die hij hem, zonder gevaar voor zichzelf of anderen redelijkerwijs te kunnen duchten, verlenen of verschaffen kan, wordt, indien de dood van de hulpbehoevende volgt, gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie”. Welke vraag kun je stellen bij mondeale rechtvaardigheid? = Hebben we morele plichten voor mensen die zich buiten onze landgrenzen bevinden? Een professor loopt in een duur pak over straat. Hij is onderweg naar een toespraak en is daarvoor al laat. Onderweg komt hij een verdrinkend kind in de vijver tegen. Waarom is het een verkeerde keuze voor hem om door te lopen? = Het kind heeft bescherming nodig en het weegt niet op tegen het te laat komen en het laten stomen van het pak. Uit de bijbel: Wie is mijn naaste? Als antwoord gaf Jezus een verhaal: er ligt een slachtoffer op straat en iedereen loopt door. Één persoon stopt, want die heeft medelijden en helpt. Die persoon wordt de naaste van die man. Doorlopen als iemand in nood is, is moreel verwerpelijk en het staat ook in de wet: artikel 450 Sr. Bij doorlopen handel je dus niet alleen moreel verkeerd, maar ook juridisch verkeerd. Waarom is het relevant? We moeten op moreel vlak na gaan waarom ook de wetgever er van overtuigd is dat het moreel slecht is om door te lopen als een kind verdrinkt. Wie is Peter Singer? = Geboren in 1946. Hij is een filosoof en ethicus. Meest bekende nog levende en meest omstreden ethicus. Wat zijn Bad samaritan laws volgens Singer? = Wetten zoals artikel 450 Sr: als je het in je hoofd haalt niet te helpen als je wel de mogelijkheid had, dan moet je straffen. Morele plicht is om mensen in nood te helpen. Wat zijn Good samaritan laws volgens Singer? = Moeten helper beschermen als hij te ver gaat in zijn hulp. Stel je weet iet goed hoe je moet reanimeren en je hooft een krak. Als de ander er slechter uit komt dan je zou willen. Het zijn wetten die je zouden beschermen als het mis gaat. Waarom handel je volgens Singer verkeerd als mensen in nood niet helpt? = 1. Het feit dat wanneer iemand sterft of lijdt door te kort aan basale zaken, zoals zorg, onderdak, voedsel, dan is dat slecht. (99% zou zeggen ‘ja’. Daar komt nog niet uit wat we moeten doen). 2. Als we dat wat we als slecht zien kunnen voorkomen zonder daarvoor iets van vergelijkbaar moreel belang in te leveren, dan moet je dat doen. 3. In het voorbeeld van het kind in de vijver, moet je het kind dus helpen. Hoe zwaar weegt het leven van het kind tegenover de kosten om kleren te stomen en te laat te zijn. Het leven van het kind weegt zwaarder. Wie doorloopt handelt moreel verkeerd. Dit is een hele simpele redenering. Die redenering zie je in artikel 450 Sr ook terugkomen. Als er voor jou niets op het spel staat in termen van gevaar, moet je helpen. Hoe denkt Singer over het geven van geld aan goede doelen? = Voorbeeld: stel straks bij het verlaten van de zaal staat er iemand van Unicef. Als je een paar euro geeft, kun je voorkomen dat kinderen dood gaan aan ziektes. Wat moet je doen? Handel je moreel verkeerd als je niets geeft? Veel mensen vinden van niet of twijfelen. Een aantal zegt ‘ja’. Waarom verschilt het voorbeeld van het kind in de vijver met dit verhaal? Waarom zijn ze niet hetzelfde. Singer pakt zijn redenering op. Hij loopt het nog eens door. Bij de eerste premisse was iedereen het er mee eens. Singer legt het voorbeeld van de collectebus er naast. Premisse 1 gaat op. Premisse 2: eenmalig een paar euro is een geringe last. Dus dat gaat ook op. Dus het zou moreel verwerpelijk zijn. Bestaan er verplichtingen tegenover mensen die in nood zijn in ontwikkelingslanden? Er zijn morele verplichtingen tegenover mensen die in nood zijn en niet alleen hier, maar ook in ontwikkelingslanden. Maar een verplichting hebben is iets heel ander anders dan een morele verplichting. Wat zegt Singer over hoe wij het zien als iemand geld geeft aan een goed doel? = Wij zien het als liefdadigheid en niet als morele plicht. Liefdadigheid: wanneer iemand je vraagt iets te geven aan een goed doel en je doet dat niet, is dat niet moreel slecht, omdat we geven aan een goed doel zien als liefdadigheid. Als je wel geeft, is het moreel goed gebaar. Doe je het niet is het niet moreel slecht. Daar zit moreel gezien asymmetrie tussen. Dat betekent dus eigenlijk dat je niet verplicht bent om het te doen. Geld geven aan goede doelen zien de meesten als liefdadigheid, vrijgevigheid. Morele plicht: geen liefdadigheid. Je moet iets doen. De asymmetrie verdwijnt. Kom je morele plicht na dan ben je moreel prijzenswaardig. Doe je dat niet, dan handel je moreel slecht. Als je moreel slecht bent als je niet helpt, plak je het label morele plicht op. Of je het ene label plakt of het andere dat heeft er mee te maken of je het moreel slecht vindt als iemand niets doet. Op het moment dat we geven aan goede doelen zien als liefdadigheid, dan hoef je het niet te doen. Bij morele plicht wel. Het kind in de vijver is volgens Peter Singer identiek aan het voorbeeld van de collectebus. Zijn boodschap is dat je ook moreel slecht handelt als je armoede niet tegengaat. Peter Singer is een utilitarist. Welke drie grote tradities zijn er binnen de normatieve ethiek? = Consequentialisme (utilitarisme), Deontologie (plichtsethiek), Deugdenleer (deugdethiek). Wat is het utilisme van Singer? = Een ethische theorie moet niet alleen concreet laten zien wanneer je goed handelt, maar ook een criterium toe passen: je moet kijken naar de gevolgen van je handelingen of dat ze van nut zijn en nog iets. Je moet de handeling doen die zorgt voor zo’n groot mogelijk geluk voor zo veel mogelijk mensen. Kijk naar de mogelijkheid en kies voor grootst mogelijke nut voor de grootst mogelijke groep mensen. Wat is deontologie? = Op basis van motivatie en het plichtsbesef. Niet de gevolgen, maar de handeling in zichzelf moet juist zijn. Wat is de deugdleer? = kijkt naar karakter van mensen en niet naar de gevolgen of handelingen. De deugdzaamheid van karakter van mensen. Je hebt een karakter ontwikkeld waarmee je goed handelt. Hoe denkt Singer over geld dat je over hebt om een fatsoenlijk bestaan te leiden? = Dat moet je afgeven aan mensen in nood en als je dat niet doet, ben je moreel slecht bezig. Bestaat er een parallel met het kind in de vijver en de collectebus of niet? En zo niet, wat is dan het belangrijke verschil? Waarom wordt het ene gezien als liefdadig en het andere als plicht? = 1. Je weet bij het kind dat je het gaat redden en dat het effect heeft. Het grote probleem met goede doelen is dat je niet zeker weet of het geld wel bij de mensen die in nood zijn aan komt. Zou dat een rede zijn om de voorbeelden als twee tegenovergestelde voorbeelden te zien? Peter Singer heeft hier over nagedacht en heeft een antwoord: als je weet dat het geld niet goed terecht komt, wat zou je dan moeten doen? Geen geld meer geven of uitzoeken welke wel effectief zijn. Je hebt ook een verplichting om aan die goede doelen te geven waarvan je weet dat het geld goed terecht komt. Deze beweging heet effectief altruïsme: je moet niet alleen doen wat goed is, maar ook zo veel mogelijk het goede doen als we kunnen. Effectiviteit is misschien een reden om deze voorbeelden als verschillend te zien. Als je geld geeft aan goede doelen moet je ook weten dat het gebruikt wordt voor dat wat je slecht vindt. Als je weet dat het geld goed terecht komt en je geeft dan niet dan handel je moreel slecht, maar je hebt ook de plicht om te kijken waar het geld goed terechtkomt. Dus dit verschil is net goed genoeg. 2. Het kind zie je en roept en je kunt het niet negeren. Bij goede doelen zie je degene die in nood is niet. En je komt er waarschijnlijk nooit. Singer zegt: maak een heel duidelijk verschil tussen een psychologische reactie en een moreel argument. Het leiden dat je ziet werkt meer door dan het leiden dat je niet ziet. Psychisch zit er een verschil, maar moreel is er geen verschil. Je moet moreel sterker zijn. Als je een verplichting hebt om te helpen, maakt het niet uit of het voor je is of 1000km verderop. Afstand zou het dus niet zijn. 3. Bij het kind in de vijver ben je de enige die het ziet en kan helpen. Er is een één op één relatie. Bij een collecte zijn er naast ons nog miljoenen die kunnen helpen. Peter Singer zegt: wat als je met 2 man het kind ziet verdringen en de een gaat niet helpen, kan de ander dat dan ook denken. Zelfs al is het met 250 man. Als 249 man zegt niets te doen heb jij die verplichting dan niet? Nee die heb je wel. Het werkt psychologisch wel, maar het verandert niets aan de morele plicht. Wat is the axpanding circle en wat vindt Singer er van? = Je bent meer geneigd mensen te helpen die dichter bij je staan. Dat is heel begrijpelijk. Dat heeft met binding of zoiets te maken. Vergelijk het als een steen die je in het water gooit. De eerste rimpeling zie je heel duidelijk en dan steeds onduidelijker. Eerste rimpeling is familie, etc. Je hebt de neiging de mensen die het dichtst bij je staan te helpen, maar dat betekent niet dat het moreel gezien ook juist is om te doen. Stel er is nood en je kan twee kinderen helpen, handel je volgens Singer dan moreel verkeerd als je eerst je eigen kinderen helpt en dan pas van vrienden of onbekenden? = Nee, dan handel je niet verkeerd. Handel je moreel verkeerd als je eerst mensen met dezelfde huidskleur helpt? = Singer geeft dit voorbeeld om te testen of je ergens de grens trekt. Singer zegt op het moment dat je gaat twijfelen, merk je dat de keuze die je maakt om te helpen moreel geredeneerd zou moeten zijn. Als het niet om familie of vrienden gaat, zijn alle andere rimpels niet relevant. Dan is een vreemde voor je op 1000 km afstand verderop of dichtbij niet relevant. Afstand zou niet relevant moeten zijn. Hoe kun je plaatjes van giro 555 vergelijken met het betoog van Singer? = Je moet nu geven, er is nood en het is maar vijf euro. Er is ook een tekort: de plaatjes zijn nodig om medelijden op te wekken. Dat zou volgens Singer niet nodig moeten zijn. Hoe zou de situatie van een kind in de vijver of wereldarmoede van andere aard kunnen zijn? = 1. Het probleem van een kind in de vijver is simpel. Het probleem van wereldarmoede is een structureel probleem wat niet alleen wordt opgelost door het geven van geld. We kunnen het niet zien als eenmalige nood. Er moet veel meer geïnvesteerd worden, zoals in politiek. Als het kind elke dag in de vijver ligt wordt het een structureel probleem. Het is beter om er een hek om te zetten. Als je er met heel veel mensen omheen staat en er liggen 10 kinderen in, moet de sterkte de meesten redden, de zwakste de minste of degene met de dure kleren de minsten. Het probleem van wereldarmoede is geen noodhulp, maar structureel van aard. 2. Kind in de vijver is heel slim gekozen als voorbeeld. Het kind is onschuldig. Op plaatjes zijn het ook onschuldige mensen. Singer veronderstelt dat de mensen die in nood zijn onschuldig zijn aan hun eigen lot. Zou je moet moeten kunnen zeggen: zou je bij het probleem van armoede niet willen weten hoe het tot stand gekomen is. Een econoom zei dat hongersnood vaak niet tot stand komt door een tekort aan voedsel, maar door gebrekkige bereidheid om eten te verdelen of voor te bereiden op hongersnood. Het zijn politieke structuren en gebrekkige bereidheid. Het probleem wat voorgeschoteld wordt is van onschuldigen die je met simpele handelingen kunt redden. Structurele armoede is dus van een andere orde. Een ander probleem is hoeveel moet je geven? Singer: zo veel zodat je bijna in die situatie komt en bijna zelf niet meer in staat bent een fatsoenlijk leven te leiden, want alles wat je over hebt, moet je uitgeven aan mensen in nood, want dan maximaliseer je nut van dat geld. Dan overvraag je mensen, maar ethiek gaat over wanneer je juist en onjuist handelt. Ethiek zou geen ethiek zijn al ethiek geen dingen van je zou vragen die je niet direct geneigd bent om te doen en die inspanning van je vraagt. Maar er zou toch een punt moeten zijn dat je zet dat de ethiek je overvraagt. Volgens Singer is die grens er niet. Maar misschien is die grens wel hoger, maar misschien geef je dan je eigen dromen en zo jezelf wel op als je steeds maar blijft geven.
Ingezonden op 03-06-2018 - 1056x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!