Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Straf(proces)recht
› 11 Hoorcollege 11
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Straf(proces)recht
11 Hoorcollege 11
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Waar kun je aan merken dat rechters luisteren naar de maatschappij die de laatste tijd steeds strengere straffen wil? = Na 1997 hebben meer mensen levenslang gekregen dan de 60 jaar daarvoor. De samenleving lijkt elk risico te willen vermijden. Iedereen die gevaar vormt levenslang opsluiten. Of ze nou slecht of ziek zijn. Tien jaar geleden was het cool om op te scheppen over hoe je de belastingdienst had opgelicht en auto rijden na alcohol deed men niet moeilijk over. Hoe was strafrecht in de middeleeuwen? = Vrouw en kind waren juridisch bezit van de man. Echt strafrecht was er niet: Talio-beginsel: oog om oog, tand om tand. Tot in de late middeleeuwen dacht men dat een bekentenis moeder van alle bewijs was en als iemand niet vrijwillig bekende, werd diegene een handje geholpen. Foltering was normaal. Men snapte wel dat dat niet betrouwbaar was. Ze dachten aan de rechtsvrede. Je moest een dader hebben die je kon opknopen. Dan is de rechtsvrede hersteld. Dat er dan mensen onschuldig geëxecuteerd werden, maakten ze niet veel uit. Wat zijn de vijf perioden in het strafrecht? = 1. 1886 – 1926: het ethische strafrecht: alles wijkt voor de belangen van een integer strafproces. 2. 1926 – 1950: het autoritaire strafrecht: terechtwijzen, vergelden staat centraal. 3. 1950 – 1970: wederopbouw en zuilenmaatschappij: paternalisme overheid, resocialisatie veroordeelde. De overheid weet wel wat goed is. Veroordeelden moesten terug de maatschappij in. 4. 1970 – 1995: de individualisering: de (verdachte of veroordeelde) burger krijgt meer rechten. Het individu staat centraal. Enerzijds de burger in de rol van de veroordeelde krijgt steeds meer rechten. Het waait over uit Amerika: bewijsgaring, cautie. 5. Na 1995: de risicosamenleving: vergelden, opkomst slachtofferstrafrecht . Commissie TRA doet parlementair onderzoek. Het slachtofferrecht komt op. De vergeldingsgedachte komt weer terug. Het gaat in al deze perioden om wat goed is en fout. Wat goede en slechte straffen zijn. Dat is tegenwoordig helemaal niet zo makkelijk. Wat was het antwoord op de vraag wat goed en fout was tussen 1950 en 1995? = Het antwoord was makkelijk. Goed waren Amerikanen, want die hadden ons lang bevrijdt en de Russen waren fout. Locale autoriteiten waren heilig. En locale politiek werd geleid door de burgemeester en de politiechef. De onderwijzer was ook een autoriteit. Geen een leerling haalde het in zijn hoofd om de leraar tegen te spreken. Het uniform was oké. Je had alleen wat te vrezen als je iets verkeerd had gedaan en anders was de politie je beste vriend. Hoe stortte het beeld van wat goed en fout is tussen 1950 en 1995 in? = Opeens bleek Amerika niet zo goed: Vietnam oorlog. Om onduidelijke redenen vielen ze Grenada binnen. Uit de Sovjet Unie kwamen mensen naar het westen die veel minder fout leken. De pastoor, leraar en politie vielen van hun voedstuk. Er kwamen dingen in de media over kindermisbruik bij de kerk, leraar, zwemleraar, etc. Politieagenten bleken corrupt en sloegen criminelen. En de commissie TRA kwam met dat politieagenten ook drugs handelden, dat het bewijs niet nauw genomen werd en er problemen waren met opsporing. Het onderscheid tussen goede en slechte mensen verdween. Dat gold ook voor het strafrecht. Het strafrecht kwam opeens heel veel in de media. Wat is nu goed en wat is fout? = Er is in het strafrecht een combinatie van vergelding van de daad en resocialisatie van de dader. Het is nu weer een beetje terug aan het gaan naar vergelden van de daad: afstraffen en opsluiten. Dat zoeken naar de nuance concentreert zich op de vrijheidstraf. Wat is de geschiedenis van het strafrecht? = De pure vrijheidsbeneming als straf is niet oud. Heel lang heeft het menselijk lichaam als object van de straf centraal gestaan: lichaamsdelen afhakken, verbrijzelen, brandmerken en doden. Dat doden kan ook nog gradueel verschillen. Dat kan door opknopen of onthoofden, maar het kon ook erger: lichaam uit elkaar te laten trekken of de brandstapel. En er werd een spektakel van gemaakt en de overheid vond dat prachtig, want daar ging een soort preventieve werking van uit. De vrijheidsbeneming was uur ten dienste van de voltrekking van het vonnis. Later, rond de 16e eeuw werd de geest belangrijk. Niet de lichamelijke pijn, maar het besef dat men iets fout gedaan heeft. In Nederland komen twee gevangenissen die enorm veel belangstelling wekte. Rasphuis voor mannen. Ze deden daar aan houtbewerking. Spinhuis voor vrouwen. Ze deden daar aan textiel bewerken. Men ging daar dingen doen die nuttig waren. Deze opleving duurde maar heel kort. De zin van de vrijheidsstraffen met doel verbetering delinquenten ging ook in Nederland naar de achtergrond. Ook in Nederland ging het weer terug naar verwijderen delinquenten: de doodstraf stond weer centraal. Zwakzinnigen ver uit de beschaafde wereld (van de Randstad). Er werd een stuk grond in Drenthe gekocht (moeras gebieden in die tijd) waar mensen werden opgesloten. In 1886 werd een principiële keuze gemaakt voor cellulair opsluiten: alleen op de cel. Het was gericht op leedtoevoeging. Er waren drie sancties: gevangenisstraf, hechtenis en geldboete. Toen en nog steeds: korte vrijheidsstraffen hechtenis en lange vrijheidsstraffen gevangenis. Nu is in de praktijk ieder onderscheid tussen gevangenisstraf en hechtenis verdwenen. In beginsel kreeg iedereen vrijheidsstraf alleen in uitzonderlijke gevallen een geldboete. Mensen gingen zich afvragen of het wel een goede straf was en of we niet terug moesten naar het humanisme: nuttige dingen in de gevangenis doen. Wordt je zo niet alleen slechter in de gevangenis? Het werd in de eerste wereldoorlog op de schop gegooid. Nederland had 6 miljoen mensen en er kwamen meer dan 1 miljoen bij. Vluchtelingen. Veel uit België veel ook met een onduidelijke achtergrond. Ook veel criminelen die willen profiteren. Het duurt tot in de 21e eeuw voor men weer weet wie waar en hoe er word gedetineerd. Eigenlijk is de doorbraak van de tweede wereldoorlog, maar op een andere manier. Veel autoriteiten worden in de tweede wereldoorlog vastgezet. Ze ervaren hoe dat is en zij forceren een doorbraak over goede en slechte straffen. Het was nodig dat ze zelf ervoeren hoe het was om in een cel te zitten met de belangrijkste vraag: kom ik hier uit, hoe en wanneer? Dat leidt in 1953 tot een nieuw regime voor gedetineerden. Het gemeenschappelijke ondergaan van de straf. Cellulaire opsluiting wordt al inhumaan beschouwd. ’S Nachts alleen op de cel en overdag arbeid. Eindelijk is het gedachtegoed van de humanisten doorgedrongen. Er komt een nieuwe wet: Beginselenwet gevangeniswezen 1953: scheert ook niet meer alle gedetineerden over een kam. Er waren verschillende soorten regimes die varieerden van veel vrijheden tot weinig vrijheden en per gedetineerde gingen ze kijken welk regime passend was. Probleem: Nederland had alleen maar de bekende koepelgevangenissen en die waren niet geschikt voor het gemeenschapsregime. Dus er moesten nieuwe gevangenissen komen. Dat was makkelijker gezegd dan gedaan, want er was in Nederland wel meer te bouwen. In die tijd was er zelfs een te kort aan bouwmateriaal. De rechter ging mildere straffen geven en op het moment dat in bouwkundig opzicht de detentiecapaciteit werd gehaald, waren er niet genoeg gedetineerden, dus werd ¾ voor iets anders gebruikt en toen ontstond er in de rechterlijke macht een tendens om zwaarder te straffen. Dat had tot gevolg dat er meer mensen de gevangenis is moesten. Er kwamen wachtlijsten en TBS’ers werden ondergebracht in het huis van bewaring. Dus het huis van bewaring zat vol. Mensen met lichtere straffen kwamen op een wachtlijst (jaren wachten voor twee maanden zitten). Het systeem zat dus verstopt. Niemand zat meer op de goede plek en in de juiste cel. Daarna toen dat allemaal weer tot rust gekomen was en er gevangenissen of vleugels bijgebouwd werden, ontstond weer leegstand die werd opgelost doordat nieuwe groepen gedetineerd werden: bijv. bolletjesslikkers op Schiphol. De smokkelaar was weggekomen (lans uitgezet) en kwamen nooit meer terug en dat was prima. Mensen vonden dit niet goed. Die mensen moesten niet het land uit worden gezet, maar gevangen worden gezet. Mensen kregen etiketten als veelplegers en moesten gevangen worden gezet net als mensen die boetes niet betaalden. Er waren weer te weinig cellen. Welke oplossingen waren er toen er voor de zoveelste keer te weinig cellen waren? = 1. Een aantal koepelgevangenissen stonden nog te koop en werden weer gebruikt. 2. De penitentiaire overheid voerde twee persoonscellen in. Dat kende Nederland niet. Nu is het zelfs de regel dat je altijd op een tweepersoonscel zit en als je je goed gedraagt op een eenpersoonscel. 3. ISD voor veelplegers. Welk ander probleem ontstaat naast de chaotische ontwikkelingen van leegstand en te weinig cellen? = Ontsnappingen uit de gevangenis of huis van bewaring. Het is typisch iets va mensen en niet strafbaar (tenzij je geweld gebruikt). Op een gegeven moment ontsnapte er zo veel mensen dat het lachwekkend werd tegenover het buitenland: gatenkaas. Het werd ook steeds gewelddadiger. Er werden criminelen buiten de gevangenis ingehuurd om criminelen in de gevangenis te helpen ontsnappen. Plan van de minister: er moesten extra beveiligde gevangenissen komen: EBI. Daar kun je niet uit ontsnappen. De twee eerste waren bijna klaar en de minister van justitie zou openen, maar kon er maar op één zijn. Dus fysiek bij de een en via videoverbinding bij de ander. Maar bij de ene was de aannemer nog niet helemaal klaar. Er waren al gedetineerden die die pakken van werkers te pakken kregen met pasje en ze liepen zo de gevangenis uit. De minister werd boos en schrapte de term EBI. Toen kwam Vucht: geen contacten, etc. Dit werd de TEBI en dat werd later weer de EBI. Gedetineerden zijn als de dood om overgeplaatst te worden naar de EBI maar er zijn verder niet veel andere regels (behalve geen contact en contact met advocaat achter glad, etc.). Daar is nog nooit iemand uit ontsnapt. Sowieso vallen alle ontsnappingen nu wel mee. Wat zijn de beginselen van de Penitentiaire beginselenwet (de opvolger van de penitentiaire beginselenwet 1953)? = 1. Humane tenuitvoerlegging. 2. Gericht op terugkeer samenleving. 3. Minimale beperkingen: geen andere dan die noodzakelijk zijn voor vrijheidsbeneming. Ze mogen dus wel stemmen. 4. Onverwijlde tenuitvoerlegging: meteen en niet wachten. 5. Tenuitvoerlegging binnen of buiten de muren. Als je van de rechter 18 jaar krijgt, is de hoofdregel dat je het grootste gedeelte in de gesloten inrichting verblijft. In het laatste jaar is het een half open inrichting. De laatste maanden in een open inrichting en daarna proeftijd onder toezicht van de reclassering. En verpest je het, dan wordt je teruggeplaatst. Dit is met de resocialisatiegedachte als achtergrond. Wat is de half open inrichting? = Overdag werken in de buurt van de half open inrichting. ’S Avonds weer terug. Wat is de open inrichting? = In het weekend naar huis. Welke penitentiaire inrichtingen zijn er op dit moment? = 31. Er is onderscheid tussen huis van bewaring en gevangenissen en mannen en vrouwen en jeugdigen. Die zitten apart. Er zijn vijf veiligheidsniveaus van de penitentiaire inrichting. Wat is het zwaarst en wat is het lichtst? = Zwaarst: EBI. Lichtst: open inrichting. Welke drie regimes zijn er? = Algehele gemeenschap, Beperkte gemeenschap, Individueel regime. Wat is een individueel regime? = Voor mensen die risico’s vormen voor zichzelf of medegedetineerden. Bijv. pedofielen. Wat zijn de bijzondere penitentiaire inrichtingen? = Inrichting voor stelselmatige daders (ISD), Pieter Baan Centrum (Utrecht), EBI (Vught), PI Stroe (militairen), Justitieel Medisch Centrum (Scheveningen), Terroristenafdeling (Rotterdam), Inrichtingen voor vreemdelingendetentie, Forensisch Psychiatrische Centra (FPC), Penitentiair Psychiatrische Centra (PPC). Wat is het penitentiair beleid na 2008? = Er doet zich na 2008 een situatie voor van leegstand. Sluiting inrichtingen. Verhuren aan andere landen. De Belgen en de Noren zijn inmiddels weg. Promoveren en degraderen bij goed en slecht gedrag. Wat zijn goede mensen en foute mensen en wat zijn goede straffen en foute straffen? = De juiste sanctie is het beginsel: geen straf zonder schuld. Wanneer je toerekeningsvatbaar bent, zit je in de categorie bad en zal in de oplegging van je straf vergelding centraal staan. De hoofdstraffen: Geldboete, Werkstraf, leerstraf of combinatie, Tijdelijke gevangenisstraf (maximaal 30 jaren), Levenslange gevangenisstraf. Verminderend toerekeningsvatbaar: sick. Dan kan de rechter (niet verplicht) besluiten om een maatregel op te leggen in plaats van straf die geen vergelding uitdrukt, maar de veiligheid van de maatschappij moet dienen. Dit is plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis of ISD: inrichting stelselmatige daders. Volledig ontoerekeningsvatbaar: very sick: TBS met voorwaarden: niet opgesloten, maar ambulant patiënt. Zolang de patiënt het geneesmiddel blijft gebruiken, lukt het in de samenleving. TBS met dwangverpleging: opsluiten en kan er pas uit als de risico’s voor de samenleving tot acceptabel wordt teruggebracht. ‘Longstay’- TBS: iemand keert nooit meer terug in de samenleving.
Ingezonden op 09-06-2018 - 977x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!