Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Hedendaagse politieke filosofie
› 14 College 14
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Hedendaagse politieke filosofie
14 College 14
Jaar 2 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Wie is Peter Singer? = Hij is verbonden aan Prinston University: schreef over dierenrechten en hij is een belangrijke denker met grote maatschappelijke inpact. Hij is ook ethicus. Wat is het probleem rondom milieurechtvaardigheid? = In het nieuws wordt alleen gesproken over het belang om die opwarming te controleren en afspraken die gemaakt zijn, maar er wordt zelden over de achtergrond van het probleem gesproken. Singer begint met de feiten op een rijtje te zetten. Hier gaat het over de feiten over opwarming. Hij baseert zich op een panel van klimaatverandering. Er is geen discussie over klimaatverandering en toenemende veranderende weerpatronen. Er is wel discussie over of de mens het beïnvloed heeft. De meerderheid van de wetenschappers zijn er van overtuigd dat de mens de invloed heeft, terwijl een minderheid daar vraagtekens bij zet. Je kunt beter de meerderheid volgen (wat ook een overtuigende meerderheid is) zeker met de risico’s die we lopen. Wat zijn de risico’s? Toename van orkanen is een van de effecten. Toenemende verdroging van gebieden wat invloed heeft op voedselproductie. Toename van tropische ziektes als malaria. Overstromingen. En dat is vooral een probleem voor landen die zich daar niet goed tegen kunnen beschermen en ook die landen zijn daar vaak het slachtoffer van. Welke twee perspectieven zijn er van milieurechtvaardigheid? = 1. Antropocentrisch perspectief: kijken naar de mens (waar het college over gaat). 2. Ecocentrisch perspectief: kijken naar dieren. Heeft de wereld stil zitten toekijken bij de milieucrisis? = Nee, er zijn allerlei afspraken gemaakt om uitstoot te beperken. Ook recente akkoorden. Amerika heeft zich daaruit onttrokken (beide afspraken) en is ook de grootste vervuiler. Singer zegt over die afspraken dat er geen duidelijke rechtvaardigheidsprincipes aan ten grondslag liggen. Het is gebaseerd op aannames. Wat moet er verdeeld worden bij milieurechtvaardigheid? = Het gaat niet over inkomen (zoals bij de andere auteurs). Je kunt orkanen niet verdelen. De lasten verdelen heeft te maken met het feit dat de atmosfeer van de aarde een beperkt limiet uitstoot kan opnemen. De atmosfeer is in staat om een deel van de broeikasgassen te neutraliseren, maar daar is een limiet aan. We produceren nu veel te veel. De atmosfeer kun je een beetje zien als een afvoerput die het op een gegeven moment niet meer trekt en dan ontstaan er problemen van de opwarming van de aarde. Hoe verdelen we de toegang van die afvoer? Daar gaat het om. Je moet het zien dat sommige huishouden een onevenredig gebruik maken van die afvoer zodat anderen hun afval niet meer kwijt kunnen. Het is schaars, want de afvoer kan maar een deel van de huidige uitstoten aan. Wat we moeten gaan verdelen is de toegang tot die afvoer. Dat is een mooie vondst, omdat je dan kunt gaan spreken over het verdelingsvraagstuk. Je komt er niet meer met de gewone primaire goederen: inkomen, kansen en rechten. Het heeft wel met welvaart te maken. Je zou wel kunnen eisen dat rijke landen een deel van hun welvaart afstaan om in arme landen te zorgen voor de dijken. Maar dan ben je aan het dweilen met de kraan open als je alleen de dijken gaat verhogen. Over welke twee dingen hebben we het als we het over rechtvaardigheid hebben? = Over wat er verdeeld moet worden en volgens welke principes. Eerlijk betekent niet noodzakelijk gelijk. Er kan ook een verschilbeginsel zijn. Welke twee types van principes van verdeling onderscheid Singer? = 1. Historische principes. 2. ‘Time-Slice’principes. Wie maakte het onderscheid van de historische en time-slice principes ook? = Nozick. Wat is het onderscheid tussen historische principes en time-slice principes? = Historische principes van verdeling kijken inderdaad naar de geschiedenis. Hoe is de ongelijkheid tot stand gekomen? Als iemand onevenredig veel naar zich toegetrokken heeft, dan is het mis gegaan. Dan moet er een rectificatie plaats vinden. De time slice principes kijk je naar het moment zoals het nu is en je kijkt naar hoe het zou moeten zijn. Je beargumenteerd een standaard. En dan vergelijk je die twee met elkaar en dan pas je die werkelijkheid aan. Je kan bijv. zeggen gelijke verdeling: iedereen heeft gelijke toegang tot die afvoerput. Het kan ook gaan om de minst bevoordeelde helpen. Het kan ook gaan over utiliteit: wat is het meest effectief in termen van nut en welvaart. Op welk principe komt Singer uit? = Gelijke verdeling bij time slice principe. Wat is het historische principe? = De vervuiler betaald. Singer kijkt wie er gezorgd heedt voor het feit dat we een milieucrisis hebben en wie er onevenredig gebruik heeft gemaakt van de afvoerput. De gemiddelde Amerikaan gebruikt vijf of vijftien keer zo veel van die afvoerput als de gemiddelde Indiase. Er kan maar één conclusie zijn en dat is dat een rectificatie op zijn plaats is. Het is omdat industrialiserende landen een enorme claim leggen op de afvoerput dat we in een milieucrisis zitten. En wie het kapot maakt, moet het repareren. Zonder de industrialiserende landen, zaten we nu niet in een milieucrisis. Wat zou betekenen in termen van oplossen van de crisis. We kunnen twee soorten kosten onderscheiden. De eerste is de koste voor aanpassing: aanpassingskosten die je moet maken om bijv. dijken te verhogen. Investeren in medicatie voor malaria. Kosten om de effecten van de milieucrisis tegen te gaan. Er zijn ook allerlei andere typen kosten voor een deel uit te drukken in geld. Kosten: om het tegen te gaan: minder vlieden, industrie minder uitstoot, andere levensstijl, afvalscheiding. Het punt van die historische logica is dat de rijke landen er allemaal voor moeten opdraaien. Het probleem volgens Singer is dat die rijke landen daar niet mee akkoord gaan. Het is te mooi om waar te zijn en niet realistisch. Het moet wel haalbaar zijn, anders wordt je terecht verweten met een utopie bezig te zijn die verder weinig maatschappelijke waarde heeft. Een punt dat Singer maakt is dat heel veel van die landen voor begin jaren ’90 niet wisten wat het deed met het milieu. Vanaf de jaren ’90 was dit bekend dus vanaf dan is er geen goed excuus. Je moet op zoek naar principes die wat meer realistisch zijn. Als alle landen zo veel zouden uitstoten als de meeste ontwikkelingslanden, dan zou er helemaal geen probleem zijn. Wat is het time-slice principe? = We kijken niet naar hoe het tot stand gekomen is, maar hoe het zou moeten zijn. Er zijn drie manieren van verdelen: 1. Gelijke verdeling 2. De minst-bevoordeelden helpen. 3. Utiliteit. Wat is gelijke verdeling bij het time-slice principe? = Iedereen zou gelijk gebruik mogen maken van de afvoer en de een niet meer dan de ander. Niemand is meer waard. Wat zou dat dan zijn per hoofd van de bevolking. De stijging is het probleem. In het Parijs akkoord proberen ze de stijging te beperken tot twee graden. Het gaat hier om dat het stabiliseert. Het is dus niet een heel erg ambitieus programma. Als je de capaciteit van de afvoerput neemt en je deelt het door het aantal bewoners van de wereld, dan komt dit er ongeveer uit als je wil dat het stabiel blijft: 1000 kg per jaar. Laten we nu dus een standaard vergelijken (gelijkheid) met de werkelijkheid. Dan kun je die werkelijkheid aan kritiek onderwerpen en dat is nodig. Als je kijkt naar de uitstoot per land is en je kijkt naar Amerika dan is er 5 ton koolstofdioxide per jaar. Bij India zitten we nog niet eens op 0,3 ton. Zij mogen 6x zo veel uitstoten en Amerika moet 5x minder uit gaan stoten. In West Europa varieert het van 1,6 tot … ton. Dat zou betekenen dat Amerika en West Europese landen minder moeten uitstoten en sommige landen minder mogen uitstoten. Het probleem is als je het per aantal inwoners doet dan heb je als overheid geen prikkel meer om de bevolkingsgroei in bedwang te houden. In het ergste geval willen landen bevolking verdubbelen. We moeten op de een of andere manier de rechten toeschrijven aan landen op basis van een gefixeerd bevolkingsaantal. Hoe bepaal je dan dat gefixeerde aantal op basis waarvan het uitstootrecht gelijk wordt verdeeld? = Bijv. je kijkt naar de inwoners van dit moment. Het zijn er 17 miljoen. Het probleem is dat dat niet eerlijk is, want sommige landen hebben een veel jongere bevolking. En de landen met de jongere bevolking gaat groeien. Die landen krijgen in de loop der tijd een nadeel. Dus zijn conclusie is: laten we een punt nemen in de toekomst over een jaar of 50 en we gaan op basis van prognoses een gefixeerd bevolkingsaantal vaststellen en daar moeten die landen het mee doen. En die rechten krijgen ze dan. Ze mogen uitstoten op basis van een geprojecteerde inwoners. Dat zorgt voor een prikkel om bevolkingsgroei onder controle te houden, want als er meer inwoners zijn, moet je meer uitstoten, maar je hebt minder rechten. Dat kun je blijkbaar bepalen wat de uitstoot is per land. Het voordeel van die aanpak is dat landen een prikkel krijgen om de bevolkingsgroei te beperken. Die rechten om uit te stoten zijn emissierechten. Wat is de minst bedeelde helpen bij milieurechtvaardigheid bij de time-slice principes? = Principes volgens Rawls. Wat zou dat hier kunnen betekenen? Dat iedereen er op de wereld belang bij heeft om de rijke landen meer uit te laten stoten dan ontwikkelingslanden, omdat daar hoog technologische goederen gemaakt waar iedereen belang bij heeft. Daar zou het verschilbeginsel in werking kunnen treden. Als je van het principe van de gelijke verdeling uitgaat en je vergelijkt met hoe het nu is, dan hebben ze daar een voordeel bij. Wat vindt Singer van het time slice principe dat je de minst bedeelden moet helpen? = Het gaat niet op dat zij er baad hij hebben als rijke landen meer mogen uitstoten, want de arme landen hebben zo’n lage afzetmarkt dat ze niets aan die producten hebben. Die producten zijn er voor de rijke landen. Ze hebben alleen maar te maken met de ernstige effecten op het milieu. Dit gaat niet werken volgens zijn redenering. Wat is utiliteit bij het time-slice principe bij milieurechtvaardigheid? = Je kijkt naar de consequenties in termen van welzijn. Wat zou nou het meeste utiliteit genereren. Wat vind Singer van de verdelingsprincipes voor milieurechtvaardigheid? = Je kunt wel overal iets van zeggen. Bijvoorbeeld het historische principe van de vervuiler betaald, dat heeft wel een afstotende prikkel. Gelijke verdeling lijkt tot meer harmonie en spreekt iedereen aan. De minst bevoordeelden werkt in dit verband helemaal niet, dus je kunt niet zeggen dat het een voordeel heeft. Op zich kun je dat verschilbeginsel goed overwegen vanuit utiliteitsoverwegingen, maar in dit geval werkt het niet. Voor welk principe van verdeling bij milieurechtvaardigheid kiest Singer en waarom? = We moeten volgens Singer kiezen voor het gelijkheidsprincipe en dat beargumenteert hij vanuit utilistische logica. Hij is ook een utilist. Hij kijkt namelijk vooral naar de consequenties. Je gaat per hoofd van de bevolking rechten toekennen. Je gaat uit van het principe dat niemand ter wereld meer recht heeft om meer afvoerrechten te claimen dan de ander. Waar je ook ter wereld geboren bent. En dat is de positie die Singer in neemt. Wat is een belangrijke tegenwerping van gelijke verdeling bij het time slice principe? = Dit betekent dat hele rijke geïndustrialiseerde landen die te veel uitstoten binnen 5 of 10 jaar hun hele economie op de kop moetengooien. Amerika moet 80% minder gaan produceren. Die landen gaan daar nooit mee akkoord. Het is utopisch. Wat is de oplossing van het probleem dat rijke landen hun hele economie om zouden moeten gooien als je gelijke uitstootrechten wil? = De oplossing van dit probleem is handel in emissierechten. Je kunt die landen over de streep krijgen door een handel in emissierechten toe te staan. Ze kunnen emissierechten kopen van landen zoals India die ver onder de uitstoot zitten. Zij houden het recht over om meer uit te stoten, maar we moeten kijken naar wat gaat werken. Er zijn twee voorbeelden: die hele rijke landen hoeven niet hun hele industrie ondersteboven te gooien. Ze hebben duidelijk een prikkel om minder uit te stoten, want het kost ze wel geld. Landen als India kunnen hun rechten verkopen en er goed mee verdienen. Ze hebben dus een prikkel om niet meer uit te gaan stoten dan ze nu doen. En als het hele systeem goed werkt, dan krijg je een stabilisering van de uitstoot en geen stijging en vermijdt je de negatieve effecten.
Ingezonden op 26-06-2018 - 1070x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!