Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Theorieën over Media-effecten
› 7 College 7
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Theorieën over Media-effecten
7 College 7
Jaar 3 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Welke theorieën die we tot nu toe gehad hebben kun je terug vinden in de volgende reclame: http://www.youtube.com/watch?v=ZNMgZXn1_Sg&feature=plcp ? = Je ziet er framing en conditionering in terug. Ook zie je expectecy value: dat wordt op twee manieren geprobeerd: associatieve theorie en argumenten: wat je ok zoekt er is altijd een opel geschikt Dat zijn beliefs waar mensen een positieve waardering aan kunnen hangen en als ze gaan afwegen zijn mensen overtuigd dat opel een goede auto is. Maar je kunt niet zomaar zeggen dat mensen dat doen, zo’n afweging maken. Wat is het verschil tussen framing en priming? = Priming is een schema activeren en dat kan van alles gaan doen. Bij framing maak je explicieter een koppeling . Daarmee geef je veel explicieter richting van hoe je moet interpreteren. Welke modellen komen er voorbij in de geschiedenis van dual procesmodellen? = 1. Information processing model. 2. Cognitive Response Model. Waar geven dual process modellen antwoord op? = Op de vraag in hoeverre mensen nadenken over een boodschap. Wat is het information processing model? = Kenmerken van de boodschap, bron, ontvanger, context: attention comprehension acceptance retention behavior. Interessante ideeën: - Verschillende stappen in overtuigingsproces - Kenmerken boodschap/bron/ontvanger/context kunnen invloed op verschillende stappen hebben. Maar: Zijn alle stappen van (systematische) informatieverwerking nodig voor overtuiging? (cf. zwakke relatie herinnering – overtuiging). Het veronderstelde dat mensen aandacht moest hebben, begrijpen, accepteren, onthouden en dat zou tot gedrag kunnen leiden. Daar kwam wel kritiek op: het is niet per se altijd het geval dat mensen stappen doorlopen. Bijv. niet als men tandpasta koopt. Bovendien zijn er meer dingen die meewegen, kenmerken van de boodschap, bron ontvanger en context kunnen een rol spelen. En het effect hoeft niet overal hetzelfde te zijn. Als je humor in de boodschappen doet, hoe zou dat uitwerken in de fasen? Humor zou aandacht verhogen, maar het maakt de boodschap moeilijker. Meer aandacht leidt niet per se tot meer begrip. Wat is Cognitive Response Model (Ohio State Group)? = Interessant idee: Niet de argumenten in boodschap zelf maar de gedachten n.a.v. de boodschap zijn de meest directe invloed op overtuiging. Maar: In hoeverre denken mensen na over een boodschap? De boodschap heeft niet direct effect. Hoe de mensen reageren op de boodschap bepaalt hoe de boodschap verder zal gaan. Gedachte worden voor een deel door de boodschap beïnvloedt, want je krijgt informatie, maar je gaat er nooit blanco in. Dus door kracht van informatie aan de ene kant, maar ook de informatie in jouw geheugen aan de andere kant. Het effect van argumenten is heel klein doordat de verwerking van die argumenten de meest directe invloed heeft. Wat is Elaboration Likelihood Model? = Het gaat over de waarschijnlijkheid waarmee gedachtes worden ontwikkeld naar aanleiding van de boodschap. Bij veel gedachten/elaboratie noemen we dit centrale verwerking van informatie: op basis van inhoudelijke argumenten worden ideeën aangepast en op die manier kan attitude worden beïnvloed. Dit verondersteld een heel beredenerend proces. De perifere verwerking van informatie: nauwelijks aandacht besteden aan verwerking van de boodschap. Dat zijn typische situaties waarin automatische reacties plaatsvinden. Bij reclames komen weinig gedachten aan te pas. Informatieverwerking op basis van perifere cues: met kort door de bocht redeneringen/vuistregels om tot informatie te komen. Bijv. uit Duitsland degelijk. Als deskundige het zegt, dan zal het wel goed zijn. Aantrekkelijke mensen, dus het is waar. De meesten vinden dat, dus het is waar. Het zijn redeneringen, maar niet uitgebreid. Het is kort door de bocht, er komt nauwelijks uitwerking bij kijken. (Bij heuristieken komen er wel gedachten aan te pas). Wat is bij het ELM onderscheid tussen centrale route en perifere route? = Dit zijn geen wegen waar ontvangers bewust voor kiezen. Het zijn constructies van onderzoekers om te proberen onderzoek te krijgen van manieren van informatie verwerken. ELM is een soort raamwerk om theorieën over informatieverwerking te begrijpen. Wat ook belangrijk is, is dat het ook niet zo is dat je of heel veel denkt of niet. Naar mate je meer elaboreert, hoe groter de invloed van inhoudelijke argumenten is op jouw attitudevorming. En andersom: hoe minder je nadenkt, hoe groter de invloed is van kort door de bocht redeneringen op jouw attitude. De theorieën worden geordend in hoe ze zich kenmerken over veel en weinig nadenken. Naar mate attitudes meer gevormd zijn op basis van elaboratie (redeneren) zijn duurzaam en zullen ze minder snel afbreken. Ze blijven hangen. Wanneer blijven attitudes langer hangen volgens het ELM? = Als er zijn verkregen met meer elaboratie/ dus met meer redeneren. Bij kort door de bocht redeneringen blijven attitudes maar kort hangen. Hoe kun je het ELM toepassen op politieke posters? = De attitudes die mensen verkrijgen bij de CU poster zijn duurzamer, want daar wordt een belief/ argument overgebracht en dat soort attitudevormingen zijn duurzamer. De aanhang van de CU is ook heel stabiel. GroenLinks was van oorsprong ook heel stabiel, maar de campagnes zijn geprofessionaliseerd en dat heeft tot pieken en dalen geleid. De PvdA schommelt ook heel erg. Waarschijnlijk heeft het ook te maken met wie fractieleider is. Het succes is ook net zo snel weer weg. In de politiek gebeurt het toch zo weinig dat het om argumenten gaat. Meestal gaat het om emoties en personen. Want mensen niet zo vaak geneigd om diepgaang na te denken en van alles af te wegen. Wat zijn determinanten van cognitieve elaboratie? = Je moet in staat zijn om ergens over na te denken en dat hangt af van voorkennis om informatie te plaatsen(+), afleiding (-), herhaling (+/-). Tot op zekere hoogte leidt herhaling tot meer nadenken, maar doe je dat te veel, dan denk je niet meer na. Dit is belangrijk voor de gelegenheid. Wat belangrijk is voor de motivatie: relevantie (+), leergierigheid (+), behoefte aan duidelijkheid (-): men wil gelijk weten hoe het zit. Je wil het gelijk weten, dus neem je niet de tijd om zelf na te denken. Je wordt onzeker als je het niet begrijpt en daarom heb je moeite om stap voor stap te gaan. Angst: fear appeals (+/-). Dit heeft invloed op of je argumenten/beliefs laat meewegen en of je met kort door de bocht argumenten (associatieve processen) komt. Bij reclames heb je geen motivatie om goed na te denken. Dan ga je over naar perifere verwerking. Wat is het Heuristic-Systematic Model (HSM)? = Het lijkt op het ELM, maar er is een andere terminologie (systematic vs. Heuristic processing). Het erkent geen perifere processen buiten cognities om. Het gaat over heuristieken in plaats van redeneringen. Wat is het unimodel? = Argument en Perifere cue zijn redenen om conclusies te trekken ten aanzien van persuasieve boodschappen. (Sterke) periferen cua kan overtuigender zijn dan een (zwak) argument. Kwalitatieve onderscheid tussen argument en perifere cue is onnodig, want perifere cue is een ander soort argument, maar wel een argument. Bijv. wanneer er bij reviews heel veel sterren gegeven worden.
Ingezonden op 24-10-2018 - 913x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!