Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Theorieën over Media-effecten
› 14 College 14
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Theorieën over Media-effecten
14 College 14
Jaar 3 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Wat is het Differential Suspectibility Model (DSMM)? = Daar zitten allerlei processen tussen. Jouw levensfasen zijn van invloed op jouw mediagebruik en ook op wat dat mediagebruik met jou doet. Het was hun uitgangspunt om een model te presenteren dat verder kan in de studie naar media-effecten of zoiets. Neemt niet weg dat er geen kritiek op is. Wat is de kritiek op Differential Suspectibility Model (DSMM)? = Media use kan van alles zijn en het wordt verder niet gedifferentieerd en dat is raar. De rest zijn psychologische processen. Misschien de kernmerken van media use niet. Er zijn verschillende typen media en die kunnen allemaal een andere invloed hebben. Een ander kunt waar je vraagtekens bij kan zetten: voorkennis heeft invloed op hoe je media gebruikt, maar ook hier maakt het uit welke soort medium gebruikt wordt. Wat is het probleem van weerstand tegen overreding? = Dit is een van de grootste problemen van iemand met persuasieve media bezig is. De samenleving verandert en we zijn allemaal individualistischer geworden. Dat kan ook invloed hebben. Weerstand blijkt uit de volgende vier elementen: 1. Selectieve blootstelling: mensen zijn selectief in welke boodschappen ze tot zich nemen, andere duwen ze weg. 2. Counter arguing: tegenargumenten verzinnen. Dat zagen we ook al bij fear appeals. 3. Bron in twijfel trekken: in plaats van argumenten. Bijv. de overheid is toch altijd maar manipulatief. 4. ‘Verboden vrucht’ effect: bijv. als een campagne gaat over dat je niet moet drinken dat je dan denkt ‘dat zullen we nog wel eens zien’ en dat je daarom een drankje extra neemt. Welke drie verklaringen zijn er voor dat mensen tegen overreding zijn? = 1. Reactance: in de psychologie door jack brehm beschreven. Mensen vinden het niet fijn als er met hun vrijheid geknoeid wordt. Ze willen vrij zijn. Dat is al vrij jong blijkt uit onderzoek waarbij een stuk speelgoed bij kinderen achter glas wordt gezet. Eerst kunnen ze er bij, maar daarna wordt het een groter glas en dan gaan ze juist proberen om er bij te komen. Er niet bij kunnen motiveert om er bij te komen. Dit lijkt op het verboden vrucht effect. 2. Tegengaan van cognitieve dissonantie: mensen vinden het onprettig dat hun cognities consonant zijn. Bijv. als je cognitie hebt dat je rookt en dat roken ongezond is. Er is een disbalans, een tegenspraak: dissonantie. Mensen vinden dat niet prettig dus proberen ze de cognities weer hetzelfde te krijgen. Dan kun je stoppen met roken, maar dat is moeilijk. Je kunt dan ook je idee over roken aanpassen en tegenargumenten verzinnen. 3. Cognitief gemak: als ik mij blootstel aan argumenten die niet de mijne zijn, dan zijn dat argumenten waar ik iets mee moet doen. Als er dan een argumentatie komt wat wel aansluit bij mijn ideeën, is er niets aan de hand. Argumenten anders dan de mijne zijn lastig te begrijpen. Het kost meer cognitieve capaciteit en mensen zijn gierig in het besteden van cognitieve capaciteit. Kanttekening: dit geldt niet voor belangrijke zaken. Hoe ga je om met weerstand tegen overreding? = 1. Universele aandachtstrekkers: dit zag je al bij RA: - informatie met overlevingswaarde: geboren worden of sterven. – concrete of nabije informatie. – Zorg dat je dingen als nieuw presenteert. Korte boodschappen en steeds nieuwe dingen. De snelheid werkt. 2. Eenzijdige vs tweezijdige boodschappen: noem je bij de boodschap alleen voordelen of ga je ook in op de nadelen. Bij het noemen van nadelen kom je eerlijk over. Daarom heeft de journalistiek het principe van hoor en wederhoor. Aan de andere kant als je kijkt naar de Theory of Expectancy Values dan moet je juist meer voordelen noemen. 3. Narratieve overreding: steeds meer technieken om nadenken (wat tot counter agruing kan leiden) tegen gaan. Bijv. door narratieve overreding. Je stopt het in een verhaal en overtuigt door automatische processen. Het verhaal kost te veel cognitieve capaciteit waardoor ze het aannemen. Of ze identificeren zich met karakters waardoor ze het aannemen. Nadenken proberen vermijden. 4. Product placement en sponsoring (adver)games, social media influencers. 5. Compliance gaining technieken: kun je via social media inzetten waarbij geprobeerd wordt in ieder geval eenmalig gedrag te veranderen waarbij ze er vanuit gaan dat mensen weinig aandacht aan de boodschap besteden. Als mensen er over nadenken werkt het niet. Vanuit ethisch oogpunt valt er wel wat over te zeggen dat men probeert te beïnvloeden zonder je na te laten denken. Welke strategieën worden er – nog log van reclame – gebruikt voor de marketing van voedsel? = Het is beschikbaar, overal op de schappen en zo goedkoop mogelijk. Voedsel is overal om ons heen en daardoor kun je het niet ontwijken. Dit geldt ook voor drinken. Bij de kapper krijg je koffie, veel plekken met snacks, broodjes, eten, drinken. Het is heel veel meer geworden. Ook wordt aantrekkelijkheid van het product vergroot met zoet, zout en vet. Daar slaat ons beloningssysteem op aan. Dat zijn geweldige dingen om jouw omzet te vergroten. Er is eigenlijk bijna niets te vinden wat niet zoet, zout of vet is en daarom maak je het consumenten moeilijker om iets gezonds te vinden en dit te ontwijken. En dit is niet alles. Er worden ook nog heel veel reclamestrategieën toegepast. Een enorme voedselmarketing industrie die allerlei technieken gebruikt. En wat er nou werkelijk in zit is moeilijk te achterhalen. In reclame worden ook heel vaak suggesties gewekt die niet waar zijn. Wat voor reclamestrategieën worden er gebruikt bij marketing van voedsel? = ‘Oude media/advertenties’: tv, krant, radio, magazines, billboards. Viral marketing, Programma en sponsorschap/sponsorship, Adverteren binnen scholen, advergames, en veel, veel meer… Sinds de jaren ’90 is het aantal mensen met obesitas flink toegenomen. In hoeverre speelt marketing een rol? = In die tijd veranderde er veel. Ook het eten en de marketing. Er zijn twee mogelijkheden. 1. De strategieën los van reclame: ingrediënten waar ons beloningsysteem op aanslaat. 2. De reclames. In hoeverre speelt marketing een rol? Artikel Cairns et al. (2013): heeft reclame effecten op wat we eten, hoeveel we eten en over hoe we over dat eten denken. Reclame lijkt ook aardig invloed te hebben op eten. Hoe werkt de invloed van marketing op ons eetgedrag volgens het paper van Jennifer C. Veilleux en Kayla D. Skinner? = Het ging hier met name over de rol van alcohol cues: hints in boodschappen die hinten naar roken, voedsel en alcohol. Het vergroot de kans dat je consumeert. Hoe werkt de invloed van marketing op ons eetgedrag volgens het paper van Folkvord et al. (2016)? = Het Reactivity to Embedded Rood Cues in Advertising (REFCAM) Model: 1. Advertising Effect Process: Food Cues Embeded in Advertisements Cue Reactivitiy Phsysiological and Psychological Responses: Je bestelt een biertje en drinkt het op en dat vind je prettig. Dat zorgt voor psychologische responsen. Als jij bier drinkt of een hamburger eet, zie je wat je consumeert. Je ziet het product en vaak ook het logo en reclame die daarbij hoort. En dat kun je n advertenties gebruiken als foodcues. Die foodcues ga je hetzelfde op reageren als op het voedsel zelf. Als je reclame van McDonald’s ziet, dan reageer je hetzelfde als wanneer je het in je hand hebt. Dat heet conditionering. Experiment hond van Pavlov.2. Incentive Sensitization Process: Cue Reactivity: Physiological and Psychological Responses Palatable Food Intake: Wanneer je lekker eten eet, ga je er sterker op reageren (de peil gaat twee kanten op). Dus naarmate je meer bier drinkt , hoe sterker je reageert. Zelfs als je er ziek van geworden bent en zelf als je al een jaar gestopt bent met alcohol. Dit is dus een verslavend effect. Dat geldt ook voor zoet, zout en vet. Kinderen die veel snoepen blijven gevoelig voor snoep en die gevoeligheid blijft. De neiging om het te kunnen onderdrukken kost energie en dat is eindig. Zodra jouw bewuste inspanning ondermijnd wordt, dan eet je het toch. 3. Advertising Effect Process & Incentive Sensitization Process: Food Cues Embeded in Advertisements Cue Reactivity: Physiological and Psychological Responses Palatable Food Intake: De cues in advertenties leiden niet direct tot voedselinname, maar dat gaat via een fysiologisch en psychologisch proces. 4. Message Factors: Level of Integration of Food Cues (Food Cues Embeded in Advertisements Cue Reactivity: Physiological and Psychological Responses): Mensen kunnen weerstand bieden en zeggen: mij gebeurt dit niet. Heel veel strategieën in reclames zijn er op gericht om die cues te verstoppen. Bijv. in spelletjes. Dat doen ze zodat je niet de kans krijgt om er over na te denken (over dit proces (vooral volwassenen)). Je kunt je niet verweren met redeneringen. 5. Individual Suspectibility factors: e.g. Impulsivity and Attentional Bias Adversiting Effect Process, Cue Reactivity: Physiological and Psychological Responses & Incentitive Sensitization Process: Niet alle kinderen zijn gevoelig voor cues. Impulsieve kinderen reageren meer op die cues dan niet impulsieve kinderen, dat heeft minder effect. (Er wordt weinig met argumenten gewerkt want veel argumenten zijn van vergelijkbare kwaliteit, dus kun je bijna geen argumenten geven). Sommige mensen zijn toch gevoeliger dan andere en impulsiviteit heeft er mee te maken. Deze theorie maakt gebruik van psychologie die ook veel tegen biologie aanhangt. Wat zijn de voor- en nadelen van de internetsamenleving? = Voordelen: We kunnen ons weerbaarder maken tegen bijv. politiek. Informatie-uitwisseling in bijv. gezondheid tussen ziekenhuizen zorgt voor efficiënter werk. Je kunt over ziektes alle informatie ophalen. Mensen kunnen een leven lang leren. Nadelen: Informatie is heel erg gestegen. Maar onze hoeveelheid aandacht is nagenoeg constant gebleven. En de disbalans tussen aandacht in informatie zorgt er voor dat informatie niet meer gezien wordt als schaard goed en mensen er niet meer voor willen betalen. Aandacht is juist schaars en het probleem. Ook wel aandachtseconomie genoemd. Hoe zorg je dat mensen aandacht besteden aan informatie? = 1. De beschikbaarheid van informatie vergroten: op zoveel mogelijk plaatsen, liefst 24 uur per dag, zo goedkoop mogelijk. Dit gebeurt nu al een beetje. 2. Aantrekkelijkheid van informatie vergroten: dit is het zoet, zout en het vet van informatiemarketing want het is ongezond (kun je nunanceren). 3. Informatie individueel targeten: dat vergroot de kans dat mensen er op klikken, want het is persoonlijk en het past bij ze. 4. Onderdompeling in informatie bevorderen: grotere schermen, want dat maakt de kijkhoek groter en de kans dat je wordt afgeleid door andere prikkels wordt verkleind. Is er sprake van een infobesitas crisis? = De docent denkt van wel en het is het probleem van de toekomst. Bijv. als je kijkt naar hoe mensen gehecht zijn aan hun smartphone. Als je smartphone naast je bed ligt, besteed je cognitieve capaciteit aan opletten of hij afgaat. Het is een soort verslaving. We hebben last van informatie overload. Mensen coderen heel veel, maar meer waar het terug te vinden is en niet waar het over gaat. Digitale dementie: we onthouden minder, want het is makkelijk terug te vinden en we lezen oppervlakkig. Wat zegt het downward spiral model over de infobesitas? = Consumption of information. Die informatietrekkers en overvloed van informatie leidt tot cognitieve overload en dat leidt tot heuristieken, selectiviteit (dingen lezen die bij je passen en in een bubbel blijven hangen), multitasking: pogingen om vloed aan informatie te managen, maar dan verdeel je aandacht. Wat betekent dat voor Limited Compassion Model en grazing: veel aanklikken, maar niets lezen (net zoals vroeger zappen). Er wordt geklikt dus de computer krijgt door dat er informatie is en er wordt nog meer aangeboden met hetzelfde. Dat maakt de concurrentie nog meer moordend. Dat zorgt voor een spiraal, weinig algemene politieke kennis. Het leidt tot politiek onbegrip. Mensen krijgen irreële beelden over de wereld. En polarisatie tussen bevolkingsgroepen, daarom moet je selecteren. Trump: veel twitteren, emotie, losse incidenten, heel snel, 140 tekens dus dat is precies het niveau van tekst wat wij in onze continue overload aan informatie aankunnen. De komst van Trump is aan de hand van dit model goed te verklaren.
Ingezonden op 26-10-2018 - 1017x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!