Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
ExamenidioomHAVO5DEEL1
› 0 xxxxx
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
ExamenidioomHAVO5DEEL1
, deel 1
0 xxxxx
Jaar 5 (havo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
der Bagger = graafmachine, dragline der Kran = (hijs)kraan der Maurer, die Maurerin = metselaar (m/v) das Rohr = pijp, buis der Rahmen = kozijn die Leitung = leiding die Sicherung = zekering durchbrennen = doorbranden das Hochhaus = flatgebouw das Gebäude = gebouw aufschließen = van het slot doen abschließen = op slot doen das ( Tür) schloss = slot der Schlüssel = sleutel die Schüssel = de schotel der Keller = de kelder das Erdgeschoss = de begane grond der Stock, das Stockwerk = etage, verdieping der Aufzug = de lift der Garten = de tuin der Hof = de binnenplaats das Tor = de poort das Studentenwohnheim = studentenflat das Heim = tehuis, huis der (Dach)boden = de zolder der Fahrstuhl = de lift die Stufe = trap, de trede der Feuerlöscher = de brandblusser der Zaun = de schutting verkabeln = aansluiten op de kabel das Wohnzimmer = de huiskamer das Schlafzimmer = de slaapkamer heizen = stoken, verwarmen die Küche = de keuken der Kuchen = de taart die Badewanne = de badkuip der Flur = de hal, vestibule das Apartment = appartement, flat die Ausstattung = de stoffering, inrichting die Klingel = de bel das Klo = de wc das Waschbecken = wasbak, vaste wastafel der Wasserhahn = de (water)kraan die Heizung = de verwarming ausstatten = uitrusten, voorzien der Rolladen = rolluik die Zweizimmerwohnung = de tweekamerwoning möbliert = gemeubileerd vermieten = verhuren mieten = huren die Miete = de huur die Nebenkosten = servicekosten einschließlich = inclusief die Kaution = waarborgsom der Mieter, die Mieterin = huurder, huurster der Mietvertrag = huurovereenkomst, huurcontract der Käufer, die Käuferin = koper, koopster umziehen = verhuizen sich umziehen = zich omkleden ziehen = trekken, gaan einziehen = intrekken ausziehen = vertrekken sich ausziehen = zich uitkleden der Nachbar, die Nachbarin = buurman, buurvrouw der Makler, die Maklerin = makelaar (m/v) vermitteln = bemiddelen die Zimmervermittlung = kamerbemiddeling die Wohngemeinschaft = woongroep der Vermieter, die Vermieterin = verhuurder, verhuurster der Untermieter, die Untemieterin = onderhuurder, onderhuurster die Sozialwohnung = de gesubsidieerde woning obdachlos = dakloos die Eigentumswohnung = eigen huis die Immobilie = het onroerend goed der Kaufvertrag = koopovereenkomst, koopcontract die Zahlung = betaling gemütlich = gezellig die Möbel = meubel der Schrank = de kast das Regal = boekenkast, boekenrek der Sessel = fauteuil das Sofa = bank, sofa der Stuhl = stoel der Tisch = tafel der Vorhang = (over)gordijn der Herd = fornuis der ( Back) ofen = (bak)oven der Kühlschrank = koelkast der Geschirrspüler, die Spülmaschine = vaatwasser, afwasmachine schmutzig = vuil faul = lui die Einrichtung = inrichting die Schublade = la(de) die Couch = bank, divan die Gardine = gordijn, vitrage der Teppichboden = vaste vloerbedekking die Glühbirne = gloeilamp die Matratze = matras die Bettdecke = deken zudecken = toedekken
Ingezonden op 28-10-2018 - 324x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!