Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Inleiding in de Communicatiewetenschap
› 9 College 9
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Inleiding in de Communicatiewetenschap
9 College 9
Jaar 3 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Wat doet cultural studies? = Bij bijvoorbeeld een autoreclame kijkt cultural studies niet naar wat het effect is en of de auto verkoopt. Cultural studies kijkt naar dingen als dat het meisje het initiatief neemt en de reactie van de jongen. Dat je een beeld gaat vormen door dit soort relaties en vormen. Daar kijkt cultural sudies naar, want die hebben relaties van wat voor beeld jij hebt van de werkelijkheid. Ook dat je je eerste date niet wilt delen met je ouders. Waarom niet? Dat heb je geleerd van de tv. De nadruk ligt hier op het effect van de samenleving en de manier waarop de werkelijkheid weergegeven wordt en de rol die media daarin spelen. Dat je gesocialiseerd wordt in de cultuur waarin je leeft. Wat delen we in de cultuur? = Onze definities van de realiteit. Hoe zien we de realiteit. Wat is de realiteit volgens cultural studies? = De realiteit is een heel complex begrip, want de realiteit is in cultureel studies niet iets wat is (is wel heel erg in positivistische studies) maar cultural studies kijkt daar heel anders tegen aan. De realiteit is niet iets wat is, maar waar wij betekenis aan moeten geven. Hoe wij zin geven aan wie wij zijn en hoe onze sociale omgeving eruit ziet. We hebben het dus over cultuur als identiteitscontrustie. Wat is de cultuur volgens cultural studies? = Cultuur al identiteitsconstructie. Een cultuur die bol staat van realiteitsconstructies of zoiets. Een hele belangrijke vraag bij die cultuurstudie is het idee hoe zitten die representaties in elkaar. Wat zijn representaties? = Opnieuw present stellen. De media zijn nooit de realiteit zelf, maar bevatten representaties van de werkelijkheid. Een belangrijke vraag is hoe de representaties in de mediawerkelijkheid naar voren komen. Als de media betekenis gegeven moet worden of zoiets dan gebeurt dat via de representaties. Waar gaat de postpositivistische wetenschap vanuit? = De postpositivistische wetenschap gaat er vanuit dat er één empirische werkelijkheid is die we kunnen ontrafelen. Waarin verschilt cultural studies van postpositivistische wetenschap? = De postpositivistische wetenschap gaat er vanuit dat er één empirische werkelijkheid is die we kunnen ontrafelen. De cultural studies draaien het om die zegt die werkelijkheid is niet iets wat is, maar een culturele constructie. Wat is de ontologie/werkelijkheid volgens cultural studies? = De werkelijkheid is niet iets wat is, maar een culturele constructie. Wij constueren iets. Dat betekent niet dat de werkelijkheid niet bestaat, maar dat die nog een betekenis moet krijgen. Waarom moet een meisje mooi zijn voor een jongen en wat is mooi? Dat is betekenis geven aan de realiteit. Dat is niet iets wat objectief bestaat. Je kunt schoonheid in wetenschap construeren, maar iedereen geeft er toch een andere betekenis aan. Het idee is dat communicatie daar een cruciale rol in speelt in het betekenis geven van de werkelijkheid. We kunnen bestuderen welk beeld er van de werkelijkheid wordt weergegeven. Waar kijkt cultural studies naar in een reclame? = In een reclame kijk je dus naar het wereldbeeld en niet naar het effect. Het heeft een hele lange traditie en het heeft te maken met dat we zolang als we weten al omringd zijn door representaties. Wat kan cultural studies zeggen over een documentaire over kunstgeschiedenis? = In die documentaire wordt de hele kunstgeschiedenis onder de loop genomen en dan blijkt er maar een hele korte periode geweest waarbij er realistische beelden werden gemaakt van het lichaam. Zelfs de man die praat in de documentaire praat tegen de camera, dat doe je normaal ook niet. En waarom heeft hij een jasje aan? Dat is een sociaal cultureel construct. Wat is de aard van de vertekening? Waarom deze specifieke vertekening? Die representaties in de media hebben invloed op onze ideeën over anderen en onszelf. Er is een vertekening in de manier waarop wij ons in de representaties representeren. Welke twee bronnen heeft cultural studies? = 1. Semiotiek (discoursetheorie): symbolen/tekens re-presenteren wat afwezig is en doen dat niet neutraal (vertekening). Op welke wijze wordt de werkelijkheid gerepresenteerd in media-inhouden. Er is veel vertekening (semantiek). 2. Kritische theorie (hegemonie): wiens belangen worden met specifieke representatie / vertekening gediend? Welke belangen worden er gedeeld als we een afweging maken. Cultural studies staat daar bol val. Welke gevolgen heeft het ons als cultuurdeelnemer. Wat leren wij er van zonder dat het de bedoeling is dat wij er van leren? Representatie/discourstheorie relatie werkelijkheid : Symbolische representatie. Er is onderzoek gedaan naar afbeeldingen van mensen uit het oude Eypte. Op de PowerPoint zie je een representatie van de vrouw. Wat valt op? = Grote borst en dikke buik, maar wat zijn grote borsten en wat is een dikke buik? Ze heeft geen ogen en geen mond. De nadruk van deze afbeelding ligt op vruchtbaarheidselementen. Vagina en borsten zijn afgebeeld en er is veel vet want dan kan ze een kind dragen. En geen nadruk op gezicht en armen. Je beeldt een vrouw af als iemand die geschikt is om een kind te baren. In het representatiesysteem ligt de nadruk op iets heel specifieks van die vrouw. En dan zie je dat dat geen toeval is, want al die dingen die gevonden werden hadden dat. In heel veel gebieden was dat zo en heel lang. Wat valt op bij de representaties van de moderne vrouw? = Totaal niet geschikt om te baren, ofwel we zien ze graag voordat ze gebaard hebben. Vruchtbaarheid is niet meer zo’n belangrijke waarde in onze cultuur. Wat kun je zeggen met cultural studies over het filmpje van studio sport toe Daphe Schippers wereldkampioen werd? = Wat we hier zien heeft niets meer met realisme te maken. Het is vertraagd en er zit commentaar bij. Die representatie is het resultaat van allerlei keuzes die mensen gemaakt hebben. Bij de tekst ‘wordt dit een bijzondere dag voor Nederland’ gaat dat over iemand in Nederland. Er zit ook Duits commentaar bij. En dan wat feiten. En dan België met goud voor Nederland, maar hebben wij goud gewonnen? Wat je hier ziet dat wij hier worden bestempeld als Nederlander. Dankzij deze representatie identificeren wij ons als Nederlander. Die representatie is tweeledig. Er zit confirmatie: bevestiging in dat wij Nederlander zijn. We onderhouden het idee van een natiestaat. Wij delen iets met elkaar. Wie zijn wij en hoe ziet onze wereld eruit? Wij zijn Nederlander. De BBC doet dat ook. Ze laten Britse Atleten zien. Ze hebben een andere representatie van de werkelijkheid met een ander perspectief erin. Zij hebben een heel ander perspectief op dezelfde gebeurtenis. Ook de natiestaat bij Groot Brittannië is erg belangrijk. Wat kun je met cultural studies zeggen over het filmpje van de NOS waarbij het nieuws dat Johan Cruijf was overleden over heel de wereld in het nieuws kwam? = Het voegt qua informatie niets toe, maar het is allemaal confirmation dat Johan Cruijf één van ons was. Hierbij krijg je het beeld dat wij leven in een wereld met natiestaten. Ons wereldbeeld wordt onderhouden dat wij deel zijn van een natiestaat door de representaties en het bevestigt wie we zijn of wie we willen zijn. Alle media-inhouden doen dit. De boodschap van media-inhouden zijn er altijd. Het is net zoiets als waarden en er zijn altijd waarden in media-inhouden. Wat kun je met cultural studies zeggen over een van de eerste commercials van centraal beheer (Apeldoorn)? = Wat valt op? Omdat het oud is is het waardevol. Die man is een lulletje en hem overkomt iets lulligs, want die man is kleiner dan die vrouw. Dit komt ontzettend veel voor. Het komt bijna niet voor dat de man kleiner is. Het gebeurt heel veel. De kleine man is een uitslover en krijgt niets klaar. Als je een man lullig wil laten lijken, zet je hem naast een grotere vrouw. Bij al die andere stellen is de man groter. De echte held is weer groter dan haar. Op de PowerPoint zie je een plaatje van Astrix, een kleine man met grote vrouw, dus hij moet de afwas den. Wat kun je met cultural studies zeggen over de reclame van volkswagen waarbij de men kleiner is dan de vrouw? = Je wordt als man geacht om groter te zijn dan de vrouw dus als vrouw heb je een probleem als je heel groot bent. Deze reclame kun je niet begrijpen als je niet al lang het beeld had dat vrouwen kleiner moeten zijn dan mannen. Wat kun je met cultural studies zeggen over reclames? = Je moet zoveel kennis over de cultuur hebben om een reclame te begrijpen. Je past dat voortdurend toe, omdat je anders niet kunt communiceren. En cultural studies kijkt naar wat daar achter zit. Ze bekijken een reclameboodschap als uiting van een cultuur. De manier waarop wij onze werkelijkheid zingeven doen we als deelnemer aan een samenleving en zo construeren we de sociale werkelijkheid. Het is niet toevallig dat we op een afzonderlijk stoeltje zitten in plaats van een bank, welke kant je op kijkt in het college, dat de docent praat en studenten luisteren. Dat is niet toevallig. Denk niet dat het een keer niet voorkomt, want het zit overal in. Dat zijn de vanzelfsprekendheden. Het is zo vanzelfsprekend dat je het niet meer ziet. Dat is de kern van waar cultural studies naar kijkt. Waarom is het geven van bloemen eigenlijk heel gek? = Het is een sociaal construct dat het feestelijk is, maar het is helmaal niet feestelijk, want je maakt die bloemen dood door te geven. Wat is een cultuur? = Cultuur is een samenhangend systeem van betekenissen dat de mens oriënteert op de natuurlijke en sociale wereld: Tennekes. We passen het toe, geven zin aan de werkelijkheid en we delen het met elkaar. Het geeft betekenis aan wat we belangrijk vinden. We lopen voortdurend met culturele kennis rond. Want wij zijn lid van de gemeenschap die heet ‘Wij Nederlanders’. Die kennis die we daarvan hebben wordt voortdurend door ons gepompt. We doen het met alles. In die representaties reproduceren we onze kennis van wat het is om vrouw te zijn in onze cultuur, hoe is het om getrouwd te zijn in onze cultuur, hoe we met elkaar om gaan in onze cultuur. Die betekenissen worden in de media gedeeld en komen voortdurend terug. Waar gaat communicatiewetenschap in essentie over? = Het woord communicatie gaat in essentie over community. Communicatie komt van community. Communicatie komt dus van commen: dingen delen, communitie. Waar gaat cultural studies over? = Cultural studies gaat over culturele kennis. De realiteit wordt helemaal niet ontkent. Er is een empirische werkelijkheid, maar het gaat om de betekenis die het heeft. Dus cultuur verwijst helemaal niet naar hoger cultuur. Het gaat om wat gebruikelijk is, het normale. Wat vanzelfsprekend is. Welke twee invalshoeken zijn belangrijk bij cultural studies? = 1. Macroscopic structural theories: een bepaald type boodschap domineert. Dat komt van Marx af. De belangrijkste klassen in de samenleving, de heersende klasse, bepaald hoe wij tegen de wereld aan kijken. focus op media-industrie die voortdurend een hegemonistische cultuur propageren die voortdurend de belangen van de heersende klasse dient Marx: the ruling ideas are the ideas of the ruling class. 2. Microsopic interpretations: het idee waarmee wij naar media kijken. Je kijkt niet naar Daphne Schippers om het idee van een natiestaat te onderhouden, maar mensen zeggen wel dat ze het niet leuk vinden om te kijken als er geen Nederlander meedoet. Focus op hoe mensen media gebruiken in hun alledaagse leven om die betekenissen te creëren, te onderhouden, aan te passen. Wat is de macroscopic theorie? = De cultuur industrie, culturele dingen produceren. Het is een bewustzijnsindustrie. Ze beïnvloeden hoe wij naar de wereld kijken en wij vinden dat zo vanzelfsprekend dat we het niet in de gaten hebben. Dat noemen we dus een vals bewustzijn. We worden als het ware dom gehouden. Het gaat bij het Marxisme met name om de lagere klassen. Hoe kun je met cultural studies naar Lingo kijken? = Een aantal jaar geleden waren er studenten van communicatiewetenschap die daar aan mee deden. Hoe zit de bewustzijnsindustrie in elkaar. Algemeen voor alle spelshows is dat er een vast patroon is. Met ritueel wordt bedoeld dat je alsmaar een programma begint met vaste rituele. Kandidaten moeten iets over zichzelf vertellen. Wat ze vertellen is cultureel bepaald: leeftijd, relatie, beroep. Waarom is dit van belang? De spelleider vraagt altijd naar de bekende weg. Dat doen ze om te laten zien dat iedereen gelijk is. Ze starten daarom ook allemaal gelijk op 0. Dan komt het spelelement en dan ontstaan er verschillen. Die komen door intelligentie, snelheid, meer parate kennis en dus ontstaat er een verschil tussen winnaars en verliezers. Daarbij spelen niet alleen verschillen als intelligentie een rol, maar ook geluk. Dan komen we terug aan het ritueel aan het einde met wat vragen over bijv. bijbaantjes en dan is het spel afgelopen of begint er een nieuwe ronde. Wat is de ideologie achter spelshows? = De ideologie die er achter zit is de ontkenning van de sociale factoren die verschillen bepalen en dus succes of juist niet. We willen niet onderkennen dat het feit dat de docent daar staat te maken heeft met dat hij in een hoger milieu geboren is en dat het dus niet zo veel met intelligentie te maken heeft. De sociaal maatschappelijke factoren worden in dat spelletje ontkent. Het creëert dus een vals bewustzijn. En wij worden allemaal beïnvloed door deze boodschap. Daarmee creëren we het idee dat de een nou eenmaal slimmer is en de ander eenmaal handig. De sociaal maatschappelijke functies worden beperkt. De cultuurindustrie creëert een vals bewustzijn dat wil zeggen ideeën over de aard van de werkelijkheid die strijdig zijn met jouw (klasse)belangen en de belangen van de heersende klassen dienen. Waar zie je dat in terugkomen? = Individuen worden beïnvloed door deze ideologische boodschappen zonder dat ze zich daarvan bewust zijn: de boodschappen zijn vanzelfsprekend omdat ze aansluiten bij de gangbare, heersende werkelijkheids-definities in een cultuur, die echter zeer ideologisch geladen zijn, gericht van de instandhouding van de huidige machtsverhoudingen. Ze zeggen dat studenten burnout klachten hebben en dat studenten functiebeperkingen hebben. Succes en gezondheid worden volgens Trudy Dehue gezien als een keuze. Dik zijn en roken is een keuze, want ze hebben de wilskracht niet. Dit soort dingen komen ook meer voor in lage klassen wat het zou bevestigen. Zouden ze geen wil hebben? Dat wil er bij de docent niet in. Maar dat is wel hoe de maatschappij tegenwoordig denkt. Ideologie is hier ontkenning van sociale factoren achter succes en falen. Dat je ADD of iets hebt en dat dat invloed heeft op succes en falen, moet erkent worden, want we hebben niet allemaal dezelfde kansen. Dat het studie druk op ons legt en of je er tegen kan heeft te maken met persoonlijk succes of falen, maar de omstandigheden worden erkent. En daar gaat cultural studies over. Het valse bewustzijn wordt gecreëerd en je denkt dat je eigen falen en succes aan jou ligt. Wat is de bewustzijnstheorie? = Frankfurter Schule, Duitse filosofen (veelal Marxisten) die na 1933 naar de Verenigde Staten vluchtten Waar blijft de door Marx voorspelde revolutie? Kapitalisme koopt de onvrede die moet leiden tot revolutie af met een auto of televisie of mobieltje: vervreemding De cultuurindustrie creëert een 'vals bewustzijn’, arbeider raakt vervreemd van zijn eigen belangen. Als je dit leven als homo economicus niet aankunt, komt dat door jezelf en niet door samenleving. Er was de vraag waarom er geen revolutie kwam. Arbeiders kwamen niet op voor hun eigen belangen, maar ze gingen mee doen in het kapitalisme. Waarom stemt iedereen op Trump, wat slecht voor hen is. Ze hebben een vals bewustzijn. Ze weten niet wat goed voor hen is. Als je de homo economicus niet aankunt, komt dat door jezelf. Vrouwen hebben heel lang heel weinig kansen gehad. Waarom? Hebben ze niet de capaciteiten? Natuurlijk wel. Een donkere cabaretier die in een rijke buurt woont. Er wonen vier zwarte mensen. Ze moeten wonderen verrichten om daar te wonen, maar zijn blanke buurman is tandarts. Hij zegt ook ‘Don’t hate the player, hate the game.’ Dat ras een rol speelt, zie je ook op een plaatje pp. Hij gaat niet staan met zijn hand op het hart, maar hij knielt, omdat zwarten geen gelijke kansen hebben. Het is helemaal niet zoals een spelshow: we beginnen gelijk en dan ontstaat er verschil, maar we beginnen ongelijk. Op de PowerPoint zijn twee zwarte mensen die door een groet in opstand kwamen tijdens het volkslied. Voor zwarten is the amerikan dream een stuk moeilijker. Zij waren voor hun leven geschorst hierdoor. Waarom voorspelde Marx een revolutie? = Onderbouw en bovenbouw. Je hebt een onderbouw en die creëert de bovenbouw, gezin, kerk als opium voor het volk. Dat idee is omgedraaid. Misschien is het wel omgekeerd dat de bovenbouw de ideologieën in de onderbouw creëert. Dat komt van Gramsci. De communist zou een ander wereldbeeld moeten creëren voor mensen. Ze denken wel dat het inmiddels gebeurd is en dat links de media domineert. Dat noemen we cultuur marxisme. Ze zeggen dat de linkse mensen de media domineren. Dat linkse mensen en homoactivisten het te veel voor het zeggen hebben gekregen. Dat noemen we cultuur marxisme. Dus creëert de media een verkeerd beeld, een links beeld. Die rechtse partij zegt dat in de mediawerkelijkheid links heel erg domineert en Forum voor Democratie waarschuwt daartegen. Zij verzetten zich daar tegen. In hun ogen creëert dat een links bewustzijn dat fout is. En in het originele idee van Gramsci was het juist het rechtse idee dat domineerde volgens hem. Tegenwoordig zegt men dat het links is. Politiek correct. Jenssen zei dat we niemand in de media horen die voor Trump is. Marxisme: de economische wetmatigheden van het kapitalisme (de onderbouw) leiden tot ‘verelendung’ door uitbuiting van arbeidersklasse en die resulteert in klassenstrijd en daarmee de revolutie. Onderbouw creëert ook de bovenbouw, de niet materiele zaken als opvattingen, ideeën, cultuur die verankerd zijn in instituties van het kapitalisme zoals kerk, gezin, onderwijs, media. “Geloof als opium voor het volk”. Verandering begint vanuit onderbouw: klassenstrijd. De Italiaanse communist Antonio Gramsci keert in 1920 het onderbouw bepaalt bovenbouw-idee om. Niet de economie is dominant, maar de cultuur. Om de revolutie te bewerkstelligen moest het communisme de culturele hegemonie veroveren. Vooral in het onderwijs en de media. Pas dan zal het bewustzijn van de arbeiders veranderen en zal de revolutie aanbreken Politiek rechts denkt inmiddels dat dit ook gelukt is door politiek links. Zij ontwikkelden de term: CULTUURMARXISME. Cultuurmarxisme: zijn wetenschappers links? = ER is onderzoek naar gedaan of dat wetenschappers links zijn. Dat schijnt helemaal niet waar te zijn, maar dat beeld is er wel. Wat kun je zeggen over de twee belangrijke invalshoeken in cultural studies en cultuurmarxisme? = Macroscopic structural theories (kritische theorie) focus op media-industrie die voortdurend een hegemonistische cultuur propageren die voortdurend de belangen van de heersende rechtse klasse (Marxisten) of Linkse kliek (Cultuurmarxisten) dient. Microscopic interpretations focus op hoe mensen media gebruiken in hun alledaagse leven om die betekenissen te creëren, te onderhouden, aan te passen. Amerikaanse cultural studies m.n. James Carey (Baran & Davis, 2015, p. 161 ff). Welke beeld domineert in de media? Rechts en kapitaal domineren. Iedereen is gelijk, want als je je best doet, kom je er wel. Dat idee beheerste onze gedachten. Later kwam er een tegenbeweging en werd het linkser. En het tweede focust zich heel erg op hoe mensen omgaan met boodschappen die in de media zitten. Zijn de ontvangers van mediaboodschappen dan willoze slachtsoffers? = Nee, dat is niet zo. Is de ontvanger dan niet heel erg belangrijk? In de jaren ’80 ontstaat er een idee van het ontkronen van het belang van de tekst en de focus op de lezers. Hoe gaan kijkers er mee om? Eerst wordt er gekeken naar de inhoud, hoe krijgt een boodschap vorm? En dan hoe gaan kijkers er mee om? Al snel worden er drie soorten lezingen van de tekst naar voren gebracht. Welke drie soorten lezingen van een tekst zijn er volgens Hall? = 1. Preferred reading (dominant reading): betekenisverlening die de status quo bevestigt. 2. Negotaited reading: alternatieve betekenisverlening. Ander concept t.a.v. text: open voor meerdere lezingen. 3. Oppositional reading: een analyse van bijv. lingo. Text mag dan ideologisch geladen zijn, je hoeft de preferred reading niet te accepteren. Je kunt er tegenin gaan. Onderzoek naar lezingen staat centraal. De lezer maakt de lezing vanuit zijn/haar sociale situatie. Dit is de boodschap, maar hoe gaat de individuele kijker als lid van een sociale groep of subcultuur er mee om. Voorbeeld tvdrama met moreel ambivalente hoofdpersonages. Het zijn hoofdpersonages die niet eenduidig goed of slecht zijn. Ze zijn ambigu. Onderzoek onder het motto alles wat ik weet weet ik van tv. Er is naar heel veel series onderzoek gedaan. Nu naar 13 reasons why en breaking bad. Wat zijn kenmerken van moderne tv series? = 1. Geen klassieke eenduidige goede helden en slechte schurken. 2. Hoofdpersonages die moreel ambivalent zijn, vaak zelfs crimineel en je leeft met ze mee. 3. Hoofdpersonages die voortdurend ‘regels’ overtreden. Niet alleen criminelen, maar dat zie je ook bij 13 reasons why. 4. Geen eenduidige morele lessen in het drama, maar moraliteit is onderwerp van discussie (moreel ambigu). 5. Hoofdpersonages worstelen met morele keuzes (moral rumination: 13 reasons why). Er zitten geen eenduidige ideologische boodschappen in. Ze leggen je een wereld voor waarbij je zelf tot een oordeel moet komen en waarbij wat goed of fout is niet meer in de tekst zit. Hoe kun je met cultural studies de serie House analyseren? = House is de meest bekeken serie over de wereld. Klassieke indeling: eerste diagnose is altijd mis, de tweede is altijd nog erger, de derde is ook slecht en dan aan het eind komt de uiteindelijke diagnose en die was briljant. In het streven naar de juiste diagnose negeert house allerlei wetten/ principes. Hij maakt keuzes die niet kunnen en bijpersonages zeggen ook dat het niet kan. Hij zegt niet tegen de patiënt wat hij doet. Het idee van house is ik behandel geen patiënten, ik behandel ziektes. Dan moet je je voorstellen dat dit een thema is wat in de samenleving speelt. Hij behandelt ziektes. En die ander wil dat je een patiënt moet behandelen. Kijken naar de mens. In house, in zo’n serie wordt dit maatschappelijke conflict voortdurend geadresseerd. Je wil dat iemand tot de goede diagnose komt, maar mag je de patiënt niet negeren. De tegenstelling tussen ziekte en patiënt zit voortdurend in house. Ze gingen mensen interviewen en op een gegeven moment zei iemand die zelf medicijnen studeert dat wat hij bij house doet niet kan. Maar een huisarts zei dat hij alle dilemma’s uit house kan navoelen. Toen kwam er een onderzoek tussen verschil tussen eerstejaars medicijn studenten en ervaren artsen. Er was verschil. Eerstejaars waren bezig met protocollen en regels terwijl een ervaren arts juist denkt aan wat wil de patiënt? Hoe kun je de serie 13 reasons why analyseren met cultural studies? = Hetzelfde als bij house kwam naar voren toen ze onderzoek gingen doen naar 13 reasons why. Eigen ervaringen met pestgedrag leidde tot een hele andere lezing van 13 reasons why dan mensen die dat niet hadden gehad. En mensen waren heel ontevreden over het open einde. 13 reasons why gaf iedere keer aanleiding tot verschillende lezingen. Sommigen vanuit eigen ervaring. Mensen zijn heel erg geroerd door een serie, vooral als ze niet wisten hoe ze met die dilemma’s om moesten gaan. Sommigen gaven blijk van suïcidale gedachten bij de vragenlijst. Mensen geven zin aan hun leven aan zie ze zijn door zo’n serie te interpreteren. Dat is het tweede, microscopische component van cultural studies. De onderzoeksmethode is ook helemaal niet meer met een vragenlijst. Je stelt de mens centraal door te interviewen en door te vragen wat ze er van vinden. Wat is moral rumination? = Er is geen eenduidige boodschap, dus gaan mensen in onderhandlng met de tekst en geven zin aan hun leven als wie ze zijn door over de serie te reflecteren. Hoe zien we onszelf volgens cultural studies? = Als deel van een gemeenschap en dat blijkt uit dit soort onderzoeken ook (over wat mensen van morele dilemma’s in series vinden). Hoe moeten we aankijken tegen pestgedrag, zelfmoord etc.?
Ingezonden op 19-01-2019 - 1179x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!