Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Inleiding in de Communicatiewetenschap
› 11 College 11
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Inleiding in de Communicatiewetenschap
11 College 11
Jaar 3 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Wat is persuasieve en strategische communicatie? = Reclame is een van de belangrijkste vormen van persuasieve communicatie: hoe je met communicatie kunt beïnvloeden. Je hebt het op tv, youtube, facebook, gepersonaliseerde boodschappen, etc. Reclame is commerciële persuasieve communicatie. Er zijn ook andere vormen van persuasieve communicatie: propaganda, zoals van de nazi’s, reclame voor goede doelen. Dat is communicatie die bedoeld is om te overtuigen. Hoe werkt communicatie als beïnvloeding? = Persuasieve communicatie is bedoeld om te overtuigen, te overreden; om attitudes of gedrag te veranderen. Focus ok effecten en verwerkingsprocessen: hoe verwerken mensen de beïnvloedende persuasieve communicatie. Er zijn twee soorten effecten: 1. Bedoelde effecten: wat de adverteerder probeert te bereiken met de boodschap: A. cognitieve effecten: bijv. mensen op de hoogte stellen van het product. B. Affectieve effecten: zorgen dat mensen het product leuk vinden, positief gevoel bij product of boodschap. C. Gedragseffecten: dat mensen het product komen, geld doneren, in actie komen, prosociaal gedrag vertonen, stoppen met roken, etc. Uiteindelijk gaat het vaak om het gedrag, maar dat proveren ze via affectieve effecten te bereiken. 2. Onbedoelde effecten: de negatieve effecten ervan. Bijv. negatief effect van de reclame: spijt hebben dat je je hebt laten overtuigen, er wordt in maatschappelijke zin gedacht hierbij: A. materialisme. B. Minder levenstevredenheid: op de reclame is het allemaal mooier. C. Slecht eetgedrag en overgewicht: door blootstelling aan reclame over eten en meer gaan eten. Wat is de information processing theory/ informatieverwerkingstheorie? = Het is niet echt en theorie over beïnvloeding, maar het ligt wel in een lijn met theorieën die over beïnvloeding gaan. Het gaat over hoe mensen informatie verwerken en dan heb je het nog niet over overtuiging. Deze theorie gaat er vanuit dat het menselijk brein werkt als een computer. De aanname is dat als jij bloot wordt gesteld aan informatie, dat het verschillende stappen maakt in je brein om de informatie te verwerken. 1. Zintuiglijke waarneming: jouw ogen of oren registreren iets. Maar om het op te slaan in het korte termijn geheugen is aandacht nodig. In eerste instantie wordt het geregistreerd door ogen, oren, voelen. 2. Met jouw aandacht wordt het opgeslagen in het korte termijn geheugen. 3. Dan komt de stap opslaan, dan gaat het naar het lange termijn geheugen en dan moet het weer opgeroepen worden naar het korte termijngeheugen. Bij reclame is dit nodig, je moet het zien, er aandacht voor hebben en het opslaan en dan moet het ook op het juiste moment teruggeroepen worden. Heel belangrijk voor deze theorie is dat al die stapjes capaciteit kost. Je kunt het energie nomen, maar in deze theorie noemen we dat resources: cognitieve resources/capaciteit en dat kan opraken. Daar moet je zuinig op zijn. En dat concept is heel belangrijk voor reclame. Je hebt niet genoeg resources om overal aandacht aan te geven. Daar moet je rekening mee houden. Je kunt dus afgeleid zijn door iets anders, of moe zijn waardoor je minder resources hebt. Wat is de elaboration likelihood model? = Bedacht door Richard Petty & John Cacioppo. Deze theorie is gebaseerd op de informatie verwerkingstheorie. Zij hebben vooral aandacht gericht op attitude verandering, de bedoelde effecten. Elaboratie is mate, diepte van verwerking. Er zijn twee wegen waarbij zo’n boodschap kan leiden tot attitudeverandering. De eerste route is de centrale route. Je ziet iets, denkt er over na en je besluit om iets te vinden. Deze route gaat helemaal uit van de informatieverwerkingsproces. Maar, zeggen Petty en Cacioppo, de resources zijn beperkt dus mensen kunnen deze route helemaal niet altijd noemen. De andere route die mensen kunnen noemen is de perifere route. Dit is meer onbewust. Dit is vaak het geval bij reclames, want die hebben niet onze prioriteit om daar rustig over na te gaan denken. Mensen verwerken dat dus veel minder bewust. Mensen bedenken simpele trucjes om daarop een beslissing te baseren. En een klein voorbeeld bij de plusreclame is dat je er helemaal niet over nadenkt, maar je gewoon een positief gevoel krijgt bij het verhaal. De kern is dat er twee routes zijn. Hoe groot is de kans dat je veel elaboreert? Veel elaboreren betekent de centrale route. Aannames zijn dat mensen een weloverwogen keuze willen maken (centrale route) maar de resources zijn beperkt. Het is afhankelijk van de mogelijkheid (kunnen) en de motivatie (willen) of je iets centraal verwerkt. Hoe gaat het onderzoek van Hofland? = Experimenteel onderzoek waarbij heel erg wordt gevarieerd met hoe ziet de boodschap eruit bij ontvanger en context. Je kunt veel manipuleren met argumenten moeilijker maken etc. Wat is involvement? = In hoeverre is de ontvanger betrokken bij de boodschap. Wat heel belangrijk is als je ooit reclame gaat maken is dat je boodschappen kunt manipuleren. Dat noemen we cues waarmee je kunt manipuleren dat iemand iets perifeer of centraal verwerkt. Wil je als reclamemaker dat iets perifeer of centraal wordt verwerkt? = Allebei kan effectief zijn en leiden tot attitudeverandering. Er is heel lang gedacht dat de centrale route tot een duurzame attitudeverandering leidt. Alleen het gevaar bij de centrale route is dat mensen er ook kritisch over na kunnen denken. De perifere route is meer de kant van onbewuste beïnvloeding. Dat is tegenwoordig hot and happening, zoals met voetstapjes richting de trap dat mensen ze onbewust volgen. Ze denken er niet over na. Belangrijk bij boodschap elementen is dat er perifere cues in gestopt kunnen worden. Het iconische voorbeeld voor de perifere cue is de witte doktersjas. Mensen zijn geneigd om zodra iemand een witte doktersjas aan heeft, diegene te geloven. Mensen vinden dat heerlijk, ze stoppen met nadenken en het zit wel goed. Bij oral B staat er bij dat het een acteur is (want dat moest) maar toch zijn mensen sneller overtuigd, omdat die acteur een witte jas aan heeft. Ander voorbeeld is de carbabe: een mooie vrouw bij de auto waardoor mensen hem willen hebben. De impliciete associatie is dat dit bij elkaar hoort dus als je zo’n auto koopt dat je dan ook zo’n vrouw krijgt. Het roept associaties op en dat zijn ook perifere verwerkingen. Dat worden ook wel heuristieken genoemd. Wat zijn de duale procesmodellen? = ELM is een hele lijn van onderzoeken bij verwerking. Je hebt ook het heuristic systematic model. Dit lijkt heel erg op ELM. Maar ze hebben een systematische en een heuristische route. Dit noemen we duale procesmodellen. Er zijn kleine verschillen, maar de kern is hetzelfde. Die minder bewuste route, daar spelen emoties en reflexen een rol. Je ziet ook overal de motivatie en gelegenheid, ability terugkomen. Wat voor onderzoek was er bij communicatie als beïnvloeding met het logo van Hilton Hotel? = Een filmpje met het logo van Hilton Hotel op de achtergrond. Heel weinig mensen hadden dat gezien. Dit is een voorbeeld van brand placement: een merk dat zichtbaar is in een video. Er waren drie versies. Oorspronkelijk was het zonder logo en toen hebben ze bij de een een opvallend en bij de ander een minder opvallend logo erin gezet. De onopvallende is perifeer en de opvallende zou centraal verwerkt worden. Ze hebben geprobeerd om de cognitieve resources bloot te leggen. Ze dachten meer resources bij de opvallende. Je hoeft minder moeite te doen om het te zien, maar het wekt wel een hoop op. Daarna een vragenlijst met logo’s of mensen het gezien hebben en er zo snel mogelijk op reageren dus er niet over nadenken. Daarna werd het affect gemeten. In hoeverre vind je het leuk: wat vind je van het merk. Het onopvallend laten zien zorgde er voor dat meer mensen het leuk vinden. Daarna bij heel duidelijk in beeld en zonder logo vonden de minste mensen het leuk, maar het verschil tussen een duidelijk logo en geen logo is niet significant, dus dat is geen verschil. Precies door die centrale verwerking wordt je kritischer en bij het onduidelijk in beeld brengen verwerk je perifere dus alleen met een positief gevoel. Wat is de secondary task reaction time (STRT taak)? = Dit is een instructie dat vooraf gaat aan het filmpje bij het onderzoek. Zodra mensen het piepje hoorden, moesten ze op een knop drukken. Het idee is dat als je veel resources aan iets besteed je minder hebt voor iets anders of zoiets. Reactietijden geven aan of je ergens je resources aan kunt besteden. Zonder logo hadden mensen een hele trage reactietijd. Zodra er een logo in beeld kwam gingen mensen sneller reageren en met een duidelijk logo gingen mensen nog sneller reageren. Dus hoe meer logo er in beeld was, hoe sneller mensen op het piepje gingen reageren. Het zou kunnen zijn dat als je het logo gevonden hebt dat je weet waar het over gaat en je dus kan letten op het piepje, of je krijgt meer resources bij het zien van het logo. Wat is de sociale marketing theorie? = Hoe je de technieken van de commerciële communicatie in kan zetten om goede dingen te bereiken. Een bekend voorbeeld zijn de campagnes van sire. Ze worden gemaakt door professionele reclamemakers en dat doen ze vrijwillig. Het gaat over het fenomeen sociale marketing. De aannames zijn: 1. De promotie van maatschappelijk relevante informatie (ideeën, gedragingen). Bijvoorbeeld gezondheid, prosociaal gedrag en goed burgerschap. 2. De theorie is zendergericht en beleidsgericht. Meestal overheidsbeleid. Er zijn gezondheidsprioriteiten besteld bijv. en dat kun je voor elkaar krijgen door sociale marketing. Daarbij maakt de sociale marketing gebruik van inzichten uit commerciële marketing. Heel strategisch: hoe een reclame campagne ingezet kan worden. Belangrijkste stappen in sociale marketing: 1. Identificeer specifieke publieksgroepen (targeting). 2. Stimuleer onderlinge beïnvloeding (diffusion): dat mensen met elkaar gaan praten erover: doet denken aan two step flow. Dat is een belangrijke onderliggende theorie, net als Multi step flow: wordt ook wel theorie of diffusion genoemd en dat is niet dezelfde theorie als sociale marketing. 3. Cultiveer imago van gewenste ideeën, gedragingen en producenten (branding). Een goed voorbeeld is de bobcampagne. De bob werd echt een ding. Dat er iemand aangewezen wordt die niet drinkt. Dat was een logo, sleutelhangers en reclames etc. Een goed voorbeeld van sociale marketing is het volgende: Dumb ways to die. Dit is sociale marketing want het is van maatschappelijk belang en het gaat over het spoor. Dit is een gigantische hit geweest. Er waren spelletjes bij etc. Het was van een metrobedrijf die hadden heel veel ongelukken met jongeren en het was bedoeld om dat te verminderen en dat heeft ook gewerkt. In Australië zal het nog meer zijn neergezet als campagne. Het heeft ook echt gewerkt in de zin dat het aantal ongelukken en doden is afgenomen. Social marketing: hoe kunnen marketingtechnieken gezond gedrag stimuleren bij kinderen? = Karaktermarketing: kinderfiguren op eten. Dat is zo succesvol, maar het gaat vaak op ongezonde producten. Kan het ook op gezonde producten. Ze maakte verpakkingen met en zonder karakter en bekend en onbekend karakter en met snoep en echte bananen. Met karakters is het belangrijk dat kinderen naar iets kijken en parasociale relaties: vriendschapsbanden opbouwen met karakters. Kinderen hebben dat helemaal, want die maken moeilijker het verschil tussen werkelijkheid en fantasie. Kinderen willen dat karakter bij zich hebben en ook dingen waar het karakter op staan. Die positieve gevoelens slaan dus over op het product. Ze lieten de productverpakkingen zien en proeven (bij kleine kinderen die nog niet echt kunnen lezen en schrijven, kleuters). En ze moesten met smileys aangeven wat ze er van vonden. Op de grafiek op de PowerPoint is te zien wat er uit kwam. Licht groen was eten van bananen en donker groen de bananensnoepjes. Kinderen hebben meer interesse in snoepjes dan banaan, maar zodra er een karakter op staat, verdwijnt dit verschil (want uiteindelijk is het verschil niet significant). Een bekend en onbekend karakter was even effectief. Hoe zou dat komen? Een ander mogelijk mechanisme is dat de aap bij de banaan past en kinderen kennen die associatie. Dat verwerken kinderen makkelijker, want kinderen zijn dat ook al tegen gekomen in boekjes etc. Daar is veel onderzoek naar gedaan. Als het karakter bij het product past, dan is het ook effectiever. Zelfs bij nog jongere kinderen kan het al effectief zijn als de kleur past. Hier is een hele projectlijn uitgekomen en daar worden schoolboekjes bij gemaakt met dingen als een konijn en een wortel etc. waar op basisscholen gebruik van wordt gemaakt zodat kinderen gezond gaan eten. Uiteindelijk komt er ook een app waarmee ouders kinderen voor kunnen lezen. Sociale marketing: kunnen we met advergames ook gezond gedrag stimuleren? = Spelletje waarbij je punten kunt verdienen als de ene m&m de andere op eet. Je bent heel erg lang bezig met het product en heel erg involved waardoor je positief gevoel krijgt. Daar is de variant vic de vitaminevreter op bedacht. Iemand kwam met een memoriespel met haribo, gezonde producten en met een speelgoed spel. Dat zijn drie groepen kinderen om te vergelijken. Hij heeft alle drie de spellen ontworpen en met de kinderen gespeeld. Dus het was heel veel werk. Op de grafiek op de PowerPoint staat wat de uitkomst was. Kinderen aten het meeste snoep bij snoepspelletje, daarna gezond eten spelletje en daarna Bart Smit. De verwachting was dat met gezond eten het minste was. Wat hier gebeurde was dat kinderen door die advergames alleen maar foodcues hebben gezien. Het maakte niet uit of het gezond was. Het was gewoon zien eten doet eten. En ze grepen naar het product waar ze het meeste zin in hadden en dat was snoep. Hij heeft ook leuke dingen gedaan met hoe je dat kan tegen houden en bij welke kinderen dat meer werkt.
Ingezonden op 20-01-2019 - 1228x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!