Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Inleiding in de Communicatiewetenschap
› 12 College 12
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Inleiding in de Communicatiewetenschap
12 College 12
Jaar 3 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Wat kun je met communicatiewetenschap zeggen over e-nummers? = Het veilige e-nummer zorgt voor onbehagen. Waarom hebben ze een slecht imago? Omdat het chemisch is, maar het zijn e-nummers doordat ze door de EU zijn goedgekeurd. Terwijl als je gaat zoeken naar e-nummers, dan kom je hele slechte berichten tegen. Onder het filmpje staan ook negatieve berichten. Cognitieve dissonantie reactie: als je iets hoort dat niet bij jouw wereldbeeld past, dan bedenk je iets waardoor jouw wereldbeeld toch kloppend moet blijven. Er wordt een beeld gevormd op internet waarbij mensen elkaar voeden in hun gelijk en feiten doen er dan niet toe. E948 is bijvoorbeeld zuurstof. Wie/wat bepaalt welke schoenen jij koopt? = Daar speelt veel meer bij mee dan je zou denken. Wat is media als een socialisator volgens Bronfenbrenner? = Bronfenbrenner ziet het als een systeem. Een ui: het midden een individu en daar omheen allemaal schillen. Dit zie je op de PowerPoint. Media zit in het exosysteem het schilletje net buiten eigen omgeving, bij school, buren, etc. Wat is de context van reclame volgens Bronfenbrenner? = Je waardeert de mening van vrienden en familie. Voor kleine kinderen bepalen ouders het helemaal. Voorbeeld exosysteem is een vlog. School: op sommige scholen moet je een uniform aan en dat heeft ook invloed op de schoenen. Voorbeeld exosysteem: sociale omstandigheden: ongeschreven regels, wat van je verwacht wordt op werk. Macrosysteem: wat je (als vrouw en/of man) wel of niet aan mag van de wet of cultuur: dat je als man geen hoge hakken draagt bijvoorbeeld. Wat is de Media Systems Dependency Theorie? = Theorie van media-effecten en beïnvloeding die niet alleen uit gaat van zender en ontvanger. Er zijn drie dingen die meespelen: samenleving, media en publiek (PowerPoint). En er is een afhankelijkheidssituatie. Hoe belangrijk/sterk die afhankelijkheidssituatie is, hoe sterker de beïnvloeding is. Deze theorie is terug aan het komen (was een tijdje weg). Individu wordt belangrijk. Het gaat over waarom mensen worden beïnvloed en wanneer. Welke zorgen zijn er bij jeugd en reclame (volgens media systems dependency theorie?)? = Kinderen worden materialistisch door reclame. Zeker als ze hun zin krijgen, dan gaan ze speelgoed belangrijk vinden. En als ze niet hun zin krijgen, is er een conflict. Wie moet er dan wat aan doen als dit verkeerd is? Wie is verantwoordelijk? Wie zou maatregelen moeten nemen en wat voor maatregelen? Overheid moet maatregelen nemen en reclamemaatschappijen moeten zich er aan houden. Veel mensen vinden dat ouders verantwoordelijk zijn. Macrosysteem: het zit in de cultuur en de overheid zal er wat aan kunnen doen. De betrokken partijen: er is wel een wet en regelgeving voor reclame en ook Europees, maar die is heel beperkt. Er is een reclamecode met betrokken partijen. Het is op klachten gebaseerd en niet als een politie. Een regel is dat er geen kinderkarakters gebruikt mogen worden. Maar als dat wel gebeurt, moet er een klacht worden ingediend (kan ook door concurrent). In de reclamecode commissie zitten allerlei betrokken mensen, niet alleen adverteerders. Kinderen moeten ook weerbaarder gemaakt worden (mondige kind uit eerder college). Dit gebeurt al op scholen. Wat liet een dagboekstudie bij gezinnen zien? = Het ging over de effecten van reclame voor ‘dikmakers’. Er was een middelgrote relatie. Kinderen die veel ongezonde voedsel in reclame zagen aten ook ongezonder. Het maakt wel uit hoe ouders er mee om gaan, want zij kopen eten. Aan de ene kant kunnen ze heel controlerend zijn en afschermen. Dat er regels zijn over hoeveel tv een kind mag kijken en welke zenders. Zo kun je ook controle en restricties doen op consumentengedrag: je mag niet altijd bij de snoeppot. Instructie en overleg: uitleggen dat het in het echt niet zo mooi is als op de reclame. De relatie tussen reclame en consumentengedrag verdween helemaal bij gezinnen waarbij consumentenopvoeding gegeven werd: uitleg bij reclame. Welke vormen van sociale beïnvloeding zijn er in de context media (volgens media systems dependency theorie?)? = Als je twee verschillende dingen doet die binnen komen zijn er twee dingen die beïnvloeden. Dan is de vraag wat sterker is. Sociale norm: Descriptieve norm: je kijkt om je heen en je gedraagt je zo. Wat vinden anderen normaal? Injuctieve norm: wat verwachten anderen van mij? Wat is de Diffusion Theory van Evertt M. Rogers (1931-2004)? = Rogers heeft het zelf geïntroduceerd als ‘Communication and innovation’. Het bouwt voort op two-step flow theory. Het wordt soms ook wel ‘multy-step flow’ genoemd. Verschil met two-step flow: is dat het hier wordt ingezet als strategische communicatie. Je wil iets promoten en dat doe je bij opinieleiders en die verspreiden dat. Dat zie je bij een dansje. Het heette eerst de flos. Hij had het online gezet en dat ging viral met (Taylor Swift of Katy Perry?). Dat heeft zich van de online naar de offline wereld verspreid. Dit gaat altijd volgens een zelfde patroon en dat had Rogers beschreven. Eerst heb je de mensen die het doen: innovaters mensen die het oppikken: early adopters. Dan komt het bij opinieleiders en daarna iedereen die volgt en dan volgen er nog mensen die er achteraan hobbelen. Bijv. Ice Bucket challenge grafiek zoekgedrag. Groen was een aandoening zonder aandacht. Dat zie je ook bij Pokémon go. Welke vijf stadia van diffusion noemt Rogers (over de curve)? = 1. Bewustwording (innovators). 2. Acceptatie door een kleine groep (early adopters). 3. Acceptatie door opinion leaders. 4. Opinieleiders overtuigen hun omgeving (followers). 5. Dan komen de achterblijvers (laggards, late adopters). Wat kun je vertellen over de Dissusion Theory van Rogers? = De theorie is zendergericht. De heilige graal in de theorie is wie zijn die mensen die een boost geven aan zoiets? Dat kunnen zowel de early adopters zijn als de opinion leaders. En het ligt aan het product of je iemand in een vroeg of later stadium nodig hebt. In dat dansje van Russler was Katy Perry een early adopter die ook een opinion leader was, dus daarmee had hij geluk. De lijnen lopen hier heel strak, maar het loopt eigenlijk altijd een beetje door elkaar heen. Wat is het grote verschil tussen two step flow en Multi step flow? = Niet dat de pijlen de andere kant op kunnen wijzen, want dat kan wel, maar dat er meerdere stappen zijn. Het is complexer hoe het zich door een netwerk verspreid. De innovaters en de early adopters vinden iets vaak niet meer leuk als de massa het leuk vindt. Het idee van diffusion innovation (dat is diffusion theorie) is dat je heel specifiek de mensen die jij wil bereiken kan uitzoeken. Sommige mensen zeggen dat je ook de paardenbloemstrategie kunt gebruiken: op social media gooien en kijken of een zaadje vruchtbare grond raakt. Er zijn zo veel factoren die een rol spelen. Het is niet te voorspellen. Het kost heel veel geld om dat uit te zoeken, dus gooi het er op en zie wat er gebeurd. Docent Moniek Buijzen is het niet eens met de paardenbloemstrategie. Dat zijn de voorspellende modellen niet goed. Welke voorbeelden van diffusion theorie kun je noemen? = 1. Tupperware: het is nu weer hot, maar totaal niet nieuw. Ze hebben tupperware party’s en tupperware bestaat ongeveer sinds de jaren ’40. 2. Er zijn ook reclames/bedrijven waarbij een populair kind wordt uitgezocht en voor diegene betalen ze een feest als ze met dat speelgoed gaan spelen. 3. Truth: een campagne om roken tegen te gaan. Het is om informatie te geven. 4. Nix18: Na 2 jaar hadden ze 70 likes. Toen zijn ze gaan rondkijken en meer op ouders gaan richten en toen hadden ze er wel bijna 1300. Mensen gaan met een idee aan de haal. Dat kan heel erg goed zijn, maar het kan ook helemaal mis gaan en een anticampagne worden. 5. Dumb ways to Die was ook een campagne. 6. My movez project: met data bedenken wie beïnvloeders zijn en hen meer water laten dringen en meer laten bewegen. Ze hebben YouTubers zelf filmpjes laten maken om mensen te laten bewegen. Is het effectief en is er verschil met dat het ook jouw beïnvloeders zijn en geen gewone massabeïnvloeding? De resultaten zijn er nog niet, maar tot nu toe is het nog niet veelbelovend.
Ingezonden op 20-01-2019 - 1009x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!