Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Inleiding in de Communicatiewetenschap
› 13 College 13
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Inleiding in de Communicatiewetenschap
13 College 13
Jaar 3 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Wat zijn werktheorieën? = Ze gaan over hoe informatie inwerkt op de samenleving. Het is anders dan effect theorieën. Wat is de achtergrond van informatiepatronen? = Het gaat van een centraal punt naar een heleboel ontvangers. Informatie kan bijdragen aan attitudes. Plato: dat wat wij zien is niet de werkelijkheid. Daarbij sluit hij aan op wat Addie Weijers vertelde. Wat de gevangenen in de grot zien, is een tweedimensionale voorstelling en die nemen ze aan als de werkelijkheid. Dit kun je vergelijken met tv. Alles wat op tv is, wordt gezien als werkelijkheid, maar dat is het niet. Wat is the knowledge gap theorie/ de kenniskloofhypothese? = Gebaseerd op informatie en kennis. Hij moet nog bewezen worden, dus het is geen theorie. Boeren moesten worden voorgelicht over kunstmest. Er is een bedoelde en een onbedoelde werking. Idee over hoe het zou moeten zijn of zoiets. Groepen met een hogere opleiding of hogere sociaal economische status zullen uit meer informatie meer kennis halen dan lager opgeleiden. Hoger opgeleiden halen uit dezelfde informatie meer kennis. Die twee groepen groeien uit elkaar. Oftewel dat meer informatie leidt tot een groter verschil in kennis en dat is een onbedoelde werking en niet de rijke boeren alleen er een voordeel mee doen. Is dit een absolute waarheid? Wat is de definitie van kennis of informatie? Is het wel hetzelfde? Het is de vraag of informatie die je geeft ook wordt omgezet in kennis. Het onderwerp waar je kennis over hebt, maakt niet uit. Als het over voetbal gaat, is het de vraag of er diezelfde kloof ontstaat. Waarom is de kenniskloof niet absoluut? = Het is afhankelijk van sociaal-economische status/opleiding, motivatie, sociale contacten, toegang tot informatie, relevantie, onderwerp. Hoger opgeleiden schijnen meer sociale contacten te hebben. Sealing effect of zoiets: er is een grens aan hoeveelheid kennis die je kunt hebben of soms vind je het zelf wel een keer goed en zorg je zelf voor een plafond. Een derde nuancering: Trickling Through: kennis van de hoogopgeleiden stroomt door naar laagopgeleiden waardoor hun kennis sneller omhoog gaat. Wat is de kritiek op de kenniskloof? = Het ging in het begin heel erg over geschreven informatie. Tv en internet zou het kunnen nuanceren, want daar krijgt iedereen wat van mee. (Psychologen willen altijd weten hoe dat individueel kan en sociologen op maatschappelijk gebied). Wat is de agenda-setting theorie? = Sluit aan bij Gemeinschaft & Gesellschaft van Tünnisch of zoiets. We hebben geen vat meer op de wereld. Het is niet meer zoals we het nu kennen. Foto’s en film kwamen in die tijd op. De mens maakt beelden in zijn oofd van de werkelijkheid, maar we zijn nog nooit op die plekken geweest, dus we weten het niet echt, we zien het alleen via andere representaties. Bernard Cohen zegt in 1963 dat de pers meer doet dan informatie doorgeven. Ze kunnen niet bepalen wat je denkt, maar wel waarover je denkt. Wat zijn de eerste onderzoeken naar agenda-setting? = Media-agenda: thema’s die in de media voorkomen: die thema’s komen ook op onze eigen agenda terug en dan vooral bij Percieved community agenda. Waar je aan denkt als je ’s ochtends wakker wordt bijv. dat is je eigen persoonlijke agenda en dan heb je nog gedachten over dingen in de maatschappij. Als iedereen het er over heeft, vindt jij het belangrijk en als niemand het er over heeft, vindt je het minder belangrijk. ‘Bewijs’ uit McCombs & Shaw (1972): ze gingen kijken welke thema’s mensen belangrijk vinden. Mensen volgen daarbij de agenda van de media. De nummer 1 en 2 vonden zij ook het belangrijkst. Welk probleem is er met de onderzoeken naar agenda-setting? = Er wordt causaliteit verondersteld. Ze hebben mensen niet gevraagd of mensen het wel gezien hadden. Bij buitenlandse politiek speelde er in die tijd veel, zoals oorlog en Vietnam, maar helemaal onzinnig is het ook niet, want mensen praten over wat ze in de media zien. Wat zijn de voorwaarden voor causaliteit? = Positieve Associatie - Correlatie Tijdsverloop Controle voor storende variabelen Theoretisch verband. Bestaat agenda-setting? = In sommige gevallen. Het type medium is belangrijk (geloofwaardigheid) en het type boodschap is ook belangrijk (indringendheid). Het ligt ook aan jezelf, aan de ontvanger. Wil je er iets over weten? Hoe afhankelijk ben je van de media? Bij bijv. de Brexit ben je erg afhankelijk, want je onderhandelt zelf niet mee. Kenmerken van de gebeurtenissen: Salience bijv. milieu? UNobtrusiveness: in Lelystad zijn mensen bang dat het vliegveld er komt en dat ze er niet van kunnen slapen. Het komt hun leven binnen. Hier heb je de media niet voor nodig, want dat vertellen je buren wel en of dat op tv is of niet is niet belangrijk. Je maakt je er toch wel druk over. Agenda-setting is dus belangrijk bij UNobtrusiveness berichten, dus berichten die je niet persoonlijk aangaan. Wat zijn de problemen met agenda setting? = Alternatieve verklaringen bijv. onderwerp gaat vervelen conceptuele problemen. Wat is issue, wat is obtrusive? Problemen bij aggregatie: economie vs. Werkgelegenheid. Wat is de samenvatting van agenda setting? = Aanwezigheid van thema’s in media-agenda beïnvloedt aanwezigheid van die thema’s op publieke agenda. Wat is priming? = Second Level Agenda Setting. Mediabeelden stimuleren gerelateerde gedachten bij leden van het publiek. Meer specifiek: Veelgenoemde thema’s bepalen criteria waarop politicus wordt beoordeeld. Als media economie vooropstellen worden kandidaten daarop beoordeeld. Als media integratieproblemen vooropstellen worden kandidaten. Wat is de zwijgspiraal volgens Elisabeth Noelle Neumann (1916-2010)? = Zij was actief in de wereld van de opiniepeilingen. Die peilingen hadden een andere uitslag dan de uiteindelijke uitslag. Ze vroeg zich af hoe dat komt. Ze bedacht dat meningen soms onzichtbaar zijn. Dat mensen niet durfde te zeggen waar ze op stemden, omdat dat not done was. Je zit in een omgeving waarin jouw mening niet geaccepteerd wordt, dus kun je beter je mond houden. Wat zijn de aannames van de zwijgspiraal theorie? = 1. Mensen zijn bang voor isolatie. 2. Isolatie dreigt bij uiten van niet-geaccepteerde mening. 3. Mensen monitoren het opinieklimaat om te weten of de eigen mening geaccepteerd wordt. Als de eigen mening minderheid of verliezend is, verzwijgt men de mening. Mensen zijn voortdurend bezig met kijken hoe de meningen verdeeld zijn en og de eigen mening bij de geaccepteerde meningen hoort. Als de eigen mening een minderheid is of aan het verliezen is, dan verzwijgt men hun mening. Dit gaat over de samenleving als geheel. Je kunt zeggen dat het bij de pietendiscussie 50/50 of 60/40 is. Het is niet een klein gezelschap. Het gaat vooral over zaken waarbij je denkt dat heel Nederland het oneens zou zijn. Bijvoorbeeld bij de doodstraf. Eerst leek 90% tegen. Totdat Pim Fortuiyn werd vermoord. Toen bleek 40% voor de doodstraf te zijn. Wat is de rol van de media bij de zwijgspiraal theorie? = Media vertegenwoordigen het opinieklimaat (alle opinies in de samenleving, dat is anders dan de publieke opinie: opinies die je zonder gevaar van isolatie kunt uiten, wat sociaal geaccepteerd is). Opinieklimaat bestaat uit twee lagen: 1. Eigen waarneming. 2. Media waarneming: cumulatief (stapelt zich iedere dag op, wordt steeds meer (overtuigender) en het is constant) en alomtegenwoordig (kun je niet aan onttrekken). (Bijna) iedereen is het er mee eens. En het is moeilijk om daar doorheen te kijken. Hier hadden we ook last van totdat Geen Stijl en Powned kwamen. Wat is de spiraal in de zijgspiraal theorie? = Als je je eigen mening als minderheid ziet, dan durf je dat niet te zeggen waardoor anderen zien dat jij het niet durft te zeggen en dan durven ze zelf ook niets te zeggen. In welke zin bevatten media een mini-zwijgspiraal? = Journalisten verzwijgen dat soort onpopulaire meningen ook. Allemaal dezelfde bronnen. Ze gaan nooit de woonwijk in. En mensen zonder een bijzondere mening vaak. Redenen: sociale controle bij de redactie, bonnengebruik en relatieve ideologische gelijkheid. Wat zijn de voorwaarden voor een zwijgspiraal? = Bij een 80/20 of 90/10 bij een moreel geladen onderwerp krijg je een zwijgspiraal. De rol van de media is ook aanwezig. Dit is totdat er mensen op gaan staan. Dan zien anderen dat en durven ze het er ook mee eens ze zijn en zo komt een verdrukte mening in openbaarheid. Wat is de kritiek op de zwijgspiraal? = 1. Klopt het dat mensen van zijn voor isolatie? 2. Kunnen we opinieklimaat wel inschatten? We weten het van een aantal mensen in de media. 3. Is er wel één minderheid? Zwijgspiraal gaat niet over veranderende mening. Wat kun je samenvattend zeggen over de zwijgspiraal? = Indien een mening bij monitoring van het opinieklimaat klein/verliezend (b)lijkt, wil men deze mening minder graag uiten, hetgeen leidt tot een nog kleinere aanwezigheid in het opinieklimaat, hetgeen leidt tot framing. Wat is framing? = Framing gaat verder dan agenda setting. Gaat kijken naar de kenmerken van de issues. Ene Shauffler of zoiets heeft het plaatje op de PowerPoint gemaakt. Er wordt een boodschap gemaakt en die is aan druk onderhevig, zoals redactieoverleg. En dan wordt er een frame gebouwd. De vraag is of wij het precies op dat perspectief meekrijgen. Die veranderende attitudes gaan weer naar journalisten en zorgen er weer voor dat bepaalde thema’s weer op bepaalde manieren worden geframed. Bijv. toen er een paar jaar geleden een grensrechter was doodgetrapt: menselijk perspectief: slachtoffer was vader van kinderen. Of perspectief van de voetbalhooligans of Marokkanen of heb je Almere weer, etc. Je kunt zo kiezen welk perspectief/ welk frame je gebruikt. Zo is elk filmpje of elke documentaire een productie en niet zoals de werkelijkheid. Het is altijd in een frame geplakt. Zo zijn er een aantal filmpjes over 9/11 waarbij heel veel geframed is. Je kunt er in door slaan waardoor het overduidelijk is en dat af doet aan de rest (daar heb je de eo weer… bijv.). Als de boodschap geframed is op een manier die overeenkomt met jouw mening dan denk je dat het objectief is, maar iedere boodschap is geframed. Welke drie theorieën hebben te maken met informatieverwerking? = 1. Agenda setting. 2. Zwijgspiraal. 3. Framing.
Ingezonden op 20-01-2019 - 1192x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!