Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Treulose Tomate!
› 1 Frans woorden 2-4-19-20-29-38-40 H1
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Treulose Tomate!
, deel 1
1 Frans woorden 2-4-19-20-29-38-40 H1
Jaar 3 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
ken je haar? = tu la connais? de eerste keer = la première fois vorig jaar = l'année dernière het gezin; de familie = la famille ze zullen blij zijn = ils vont être contents ontmoeten = rencontrer een beetje laat = un peu tard het zwembad = la piscine ik kom uit Nederland = je viens de Hollande ik zit in de derde = je suis en quatrième mijn ouders = mes parents hoe laat? = à quelle heure? tot straks = à tout à l'heure een reservering = une réservation een tweepersoonskamer = une chambre double een kamer niet-roken = une chambre non-fumeur op wiens naam? = à quel nom? het staat genoteerd = c'est noté kan ik uw telefoonnummer krijgen? = je pourrais avoir votre numéro de téléphone? ik wil een kamer reserveren = je voudrais réserver une chambre voor 4 juni = pour le quatre juin hoeveel kost de kamer? = c'est combien, la chambre? tegen zes uur = vers six heures toch = pourtant; portant een dosis = une dose de vriendschap = l'amitié afkomstig uit = originaire de de les, het college = le cours de wiskunde = les maths een cd = un album raken, aanraken = toucher een ervaring = une expérience winnen = gagner het hart = le coeur het vliegtuig = l'avion dragen = porter de bril = les lunettes het haar = les cheveux de ketting = le collier de hals = le cou een vogel = un oiseau de (over)winnaar = le vainqueur de fiets = le vélo de keus = le choix moeilijk = difficile het leven = la vie leren = apprendre fietsen = pédaler als = comme een frustatrie; een teleurstelling = une frustation de grootte; de maat = la taille gezeten = assis het zadel = la selle (neer)zetten = poser de voet = le pied op de grond = à terre men moet = il faut kiezen = choisir zonder = sans de versnelling; de derailleur = le dérailleur de rem = le frein samenknijpen = serrer het gevoel = le sens het evenwicht = l'équilibre de rol = le rôle daarom = voilà pourquoi (aan)zetten = met (mettre) soms = parfois het wiel = la roue naast = à côte de achter = arrière zo = comme cela bang zijn = avoir peur vergeten = oublier de helm = le casque verminderen = diminuer het gevaar = le risque als; in geval van = en cas de de val = la chute
Ingezonden op 03-11-2009 - 1089x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!