Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Pallas, deel 2

3 - 16 | Alle werkwoorden met Griekse letters

Jaar 3 (Gymnasium)

βαινει = gaat
εστι(ν) = is
εχει = heeft
λαμβανει = neemt, pakt vast
ποιει = doet, maakt
φερει = draagt, brengt
φευγει = vlucht, vlucht voor

αποκτεινει = doodt 
εúρισκει = vindt, ontdekt, treft aan 
ζητει = zoekt 
καλει = roept
κρuπτει = verbergt
αγω = brengen 
αιτεω (+...) = vragen (+2 acc) 
εθελεω = willen, bereid zijn 
επιθυμεω (+...) = verlangen te/om (+inf) 
επιθυμεω (+…) = verlangen naar
ηκω = komen 
θαυμαζω = bewonderen, zich verwonderen
κελευω (+...) = bevelen, verzoeken (+acc) (+inf) 
λεγω = zeggen 
λειπω = verlaten 
λυω = losmaken 
μελλω (+...) = zullen (+inf) 
παρεχω = geven 
πεμπω = sturen, zenden
φιλεω = houden van 
γαμεω = trouwen
εισιν = zij zijn
οικεω = wonen 
πλεω = varen 
σωζω = redden
φυλαττω = bewaken 
χαιρω = blij zijn
αιρω = optillen
ακουω = horen 
ειναι = zijn 
θαυμαζω οτι = zich erover verwonderen dat 
καθευδω = slapen 
μενω (+...) = blijven, wachten (+acc) 
αναβαινω = omhoog gaan, beklimmen 
αποθνησκω = sterven 
αποστερεω (+...) = beroven van (+gen) 
βλεπω = kijken 
δακρυω = huilen 
εκβαινω = gaan uit 
επιθυμεω (+...) = verlangen naar (+gen) 
κατεχω = in zijn macht hebben, vasthouden 
μετεχω (+...) = deelnemen aan (+gen) 
νομιζω (+...) = beschouwen als (+2 acc) 
πιπτω = vallen
τυγχανω (+...) = krijgen, treffen, bereiken (+gen)
φροντιζω (+...) = zich bekommeren om (+gen)
βοηθέω = helpen 
εν νω έχω = van plan zijn 
κωλυω (+...) = verhinderen (+inf) 
πάρεισιν = zijn aanwezig
πάρεστιν = is aanwezig 
παύω = doen stoppen, doen ophouden 
πιστεύω (+...) = vertrouwen (+dat) 
χαίρω (+...) = blij zijn met (+dat)
αγγελλω = berichten, melden 
ακουω = horen (+gen)
αποβαινω = weggaan 
αποπεμπω = terugsturen, wegsturen 
ειμι = zijn 
καθιζω = zitten
κρατεω (+...) = overwinnen (+gen)
μελει μοι = het interesseert me 
οιος τε ειμι (+...) = kunnen (+inf) 
πειθω = overtuigen 
πολεμεω = oorlog voeren
χαιρε(τε) = gegroet
κλα(ί)ω = huilen, wenen (om) 
μανθάνω = leren kennen, begrijpen, vernemen 
νομιξω = menen 
νομιξω (+…) = beschouwen als (+2 acc) 
τικτω = baren, ter wereld brengen
χωρέω = gaan
καλύπτω = bedekken
έλπίξω (+...) = hopen (+inf)
αρχω (+...) = beginnen met (+gen) 
διαφθειρω = te gronde richten 
εισβαινω = ingaan 
θαπτω = begraven 
καταβαινω = naar beneden gaan 
καταλειπω = achterlaten 
λυπεω = kwellen 
παρειμι = aanwezig zijn
ριπτω = werpen 
συνειμι (+...) = samenzijn met, omgaan met (+dat) 
ρεφω = voeden, opvoeden 
αδικεω = onrecht doen, onrechtvaardig behandelen 
βελτιων (βελτιονος) = beter, bekwamer 
βλαπτω = schade toebrengen, benadelen 
γιγνωσκω = leren kennen, inzien, begrijpen 
διαφερω = verschillen 
κρινω = beoordelen, oordelen 
σκοπεω = bekijken, letten op
βαλλω = gooien 
διωκω = achtervolgen 
δοκεω (+...) = toeschijnen (+dat) 
λανθανω (+...) = verborgen zijn voor (+acc) 
τρεχω = rennen 
φρονεω = verstandig zijn
αιδεομαι +acc = ontzag hebben voor, respecteren 
αιδεομαι +inf = zich schamen om 
αναγκαiον εστι(ν) = het is noodzakelijk 
ανισταμαι = opstaan 
απειμι = afwezig zijn, verwijderd zijn 
αποκρινομαι +dat = antwoorden 
απτομαι +gen = aanraken, vastpakken 
αφικνεομαι = aankomen 
βουλομαι = willen 
γαμεομαι = trouwen 
γιγνομαι = geboren worden, worden, gebeuren 
διαλεγομαι +dat = spreken met 
δυναμαι = kunnen 
εγειρομαι = wakker worden 
εγειρω = wakker maken, aanmoedigen 
εζεστι(ν) +inf = het is mogelijk om 
ελαυνω = rijden, voortdrijven 
επιλανθανομαι +gen = vergeten 
επισταμαι = weten, kennen 
επισταμαι +inf = kunnen 
ερχομαι = gaan 
ηγεομαι +dat = leiden 
θαuμαζω = bewonderen, zich verwonderen 
θεαομαι = bekijken 
θεραπευω = verzorgen
ισταμαι = gaan staan 
καθημαι = zitten 
κειμαι = liggen 
λυομαι = zich wassen 
λυοω = wassen 
νεμω = verdelen 
οραω = zien 
παρακελευομαι +dat = aansporen 
παρασκευαζω = klaarmaken 
πασχω = lijden, ervaren 
φαινομαι = verschijnen 
φαινομαι +inf = schijnen 
φαινω = laten zien 
φοβεομαι +acc = bang zijn voor
φραζω = tonen, meedelen

Ingezonden op 29-11-2009 - 4664x bekeken.
Waardering 9 (aantal stemmen: 8)

voting system
1
2
3
4
5

Dit zijn alle werkwoorden van de hoofdstukken 3-16. Ik heb met naamvallen, soms aangegeven als: (+...) en soms gewoon (+gen)/+dat. Dat komt omdat sommige woorden met twee naamvallen kunnen gaan en dan weet je niet welk woord je moet invullen.

Succes met leren!

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Pallas, deel 2

3 - 16 | Alle werkwoorden met Griekse letters