Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Pincode, deel A

3 Goede produchten.

Jaar 2 (vmbo-t)

Paragraaf 3.1:
produceren = het maken van goederen of het leveren van diensten
productieweg = de bewerkingen aan een product van grondstof tot eindproduct
bedrijfskolom = de bedrijven die voorkomen op de productieweg van een bepaald product
concurrentie = de strijd tussen bedrijven om klanten te winnen

Paragraaf 3.2:
productiefactoren = de middelen die nodig zijn om te kunnen produceren. de productiemiddelen zijn; natuur, arbeid en kapitaal
mechanisatie = bij de productie worden machines gebruikt
automatisering = bij de productie worden computers gebruikt
investeren = het aanschaffen van kapitaalgoederen, machines en computeres voor de productie
arbeidsproductiviteit = de hoeveelheid (producten of diensten) die een arbeidskracht in een bepaalde periode (uur,week,jaar) kan produceren
Paragraaf 3.3:
brutowinst = het verschil tussen verkoopwaarde en inkoopwaarde. ook wel: omzet - inkoopwaarde
afzet = het aantal verkochte producten
omzet (verkoopwaarde) = de waarde van de verkochte producten (afzet x verkoopprijs) of diensten
bedrijfskosten = kosten die de ondernemer moet maken, bijvoorbeeld huur, loon, reclame
nettowinst = brutowinst - bedrijfskosten
Paragraaf 3.4:
hergebruik (recycling) = het maken van nieuwe producten uit afval
maatschappelijke kosten = de kosten van milieuvervuiling die niet worden betaald door de vervuiler, zoals de uitstoot van uitlaatgasssen

Ingezonden op 11-02-2010 - 2087x bekeken.
Waardering 8.4 (aantal stemmen: 13)

voting system
1
2
3
4
5

fouten? zeg het even. dan verander ik het.
hopelijk kun je hier iets mee!

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Pincode, deel A

3 Goede produchten.