Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Le monde de Narnia: II. Le lion, la sorcière blance et l'armoire magique
› 3 Edmund et l'armoire
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Le monde de Narnia: II. Le lion, la sorcière blance et l'armoire magique
3 Edmund et l'armoire
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
le siège = de zetel le fouet = de zweep l'aplomb = het evenwicht; de loodrechte stand; het lood {masculin} le mors = het bit le gel = de vorst l'aveugle = de blinde {masculin / feminin} le sapin = de spar la couche = de laag le parage = de omgeving le tort = de schuld la cloche = de klok le traîneau = de slee; de slede la matinée = de ochtend; de morgen le bonnet = de muts la supercherie = het bedrog la détresse = de nood le mensonge = de leugen le placard = de muurkast la bruyère = de heidevlakte la soie = de zijde l'écureuil = de eekhoorn {masculin} le rouge-gorge = het roodborstje franchement = resoluut odieux = afschuwelijk; onuitstaanbaar; schandelijk fébrile = koortsig; koortsachtig touffu = dichtbegroeid; begroeid épaisse = dik; dicht doré = verguld écarlate = scharlakenrood debout = staande rigide = stijf orgueilleux = trots cuivré = koperkleurig ravissant = schitterend; beeldig selon = volgens quoique = ofschoon; hoewel affirmer = verzekeren élancer = toesnellen gronder = beknorren; mopperen; brommen résoudre = besluiten; doen besluiten se réconcilier = zich verzoenen se moquer de = spotten met ricaner = grijnzen mépriser = minachten empirer = erger maken savourer = langzaam genieten van éparpiller = verspreiden inciter = aansporen; aanzetten; ophitsen taquiner = plagen persifler = bespotten maintenir = volhouden accoutumer = gewennen tâtonner = rondtasten repérer = opsporen parvenir = ertoe komen réussir = erin slagen plaire = behagen lever = opstaan; opkomen fâcher = boos maken bouder = mokken orner de = versieren met pendre = hangen envoler = opvliegen mâchonner = langzaam kauwen d'aplomb = in evenwicht; loodrecht à perte de vue = zover het oog reikt
Ingezonden op 22-02-2010 - 1445x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
05-05-2011
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!