Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Nectar, deel 2

5 voortplanting H5 alle begrippen+antwoord !!!!!

Jaar 2 (vmbo)

zaadlozing = het door penis naar buiten komen van sperma
zaacellen = mannelijke voortplantingscellen worden gemaakt in de zaadballen
bijballen = zijn voor opslag van de zaadcellen
hypofyse = een kleine orgaantje onder de hersenen dat een belangrijke hormoonklier is de hypofyse maakt meerdere hormonen een voorbeeld is het hormoon dat het ontstaan van secundaire geslachtskenmerken regelt
vruchtbaar = een jongen is vruchtbare vanaf zijn eerste zaadlozing zijn zaadcellen kunnen een eicel van een meisje bevruchten een meisje is vruchtbaar als er voor het eerst een eicel rijp wordt
erectie = een stijve penis
zwellichamen = onderdelen van de penis door extra bloed op te nemen zorgen ze dat de penis stijf wordt
zaadblaasjes = voegen zaadvocht bij de zaadcellen
zaadvocht = onderdeel dat samen wordt gevoegd met sperma door zaadblaasjes
sperma = het mengsel van zaadvocht en zaadcellen
eierstokken = de twee organen in de onderbuik van een meisjes waarin de eicellen zitten en rijp worden
baarmoederslijmvlies = slijmvlies aan de binnenkant van de baarmoeder iedere maand wordt het verdikte deel ervan afgestoten: menstruatie na een bevruchting groeit de bevruchte eicel in het baarmoederslijmvlies uit tot een baby
eileiders = hierdoor gaan eicellen uit de eiestokken naar de baarmoeder in de eileiders vindt de bevruchting plaats
bevruchting = de versmelting van de kern van een zaadcel en de kern van een eicel tot één nieuwe kern vindt plaats in een eileider
innesteling = het bolletje van cellen dat na de bevruchting is onstaan gaat vast zitten in het slijmvlies van de baarmoederwand
zwanger = als er zich een embryo ontwikkelt in de baarmoeder van een vrouw de menstruatiecyclus stopt
moederkoek = ontwikkelt zich op de plaats in de baarmoeder waar het embryo ingenesteld zit via de moederkoek krijgt het embryo alle stoffen die het nodig heeft en raakt de afvalstoffen kwijt
placenta = zie moederkoek
navelstreng = de verbinding tussen embryo en moederkoek in de navelstreng lopen bloedvaten, waardoor de uitwisseling van stoffen tussen moederkoek en embryo plaatsvindt
weeën = het samentrekken van de spieren in de baarmoederwand tijdens de bevalling
ontsluiting = onderdeel van de bevalling het opengaan van de baarmoedermond
uitdrijving = onderdeel van de bevalling de baby wordt door de vagina naar buiten geperst
chromosomen = een soort draden in de kernen van cellen hier in bevindt zich de bouwbeschrijving van een mens
erfelijk = zijn de eigenschappen waarop je zelf geen invloed hebt erfelijke eigenschappen worden helemaal bepaald door de bouwbeschrijving die je van je ouders hebt gekregen
aangeboren aandoeningen = aandoeningen die een baby al bij de geboorte heeft ze kunnen ontstaan door een fout in de chromosomen, een fout tijdenis de ontwikkeling van het embryo of door een besmettelijke ziekte bij de moeder tijdens de zwangerschap

Ingezonden op 12-03-2010 - 4335x bekeken.
Waardering 8.6 (aantal stemmen: 21)

voting system
1
2
3
4
5

zijn er fouten zeg het even

vind je het goed geef een cijfer

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Nectar, deel 2

5 voortplanting H5 alle begrippen+antwoord !!!!!