Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Stepping Stones 1HV
› 8 Stones
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Stepping Stones 1HV
8 Stones
Jaar 1 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Excuse me. I’m looking for something special I could wear to a party. = Pardon. Ik ben opzoek naar iets speciaals om te dragen voor een feestje. Excuse me. I’m looking for a black top. = Pardon. Ik ben op zoek naar een zwart topje. Excuse me. I’m looking for a dress. = Pardon. Ik ben op zoek naar een jurk. Excuse me. I’m looking for a baseball cap. = Pardon. Ik ben op zoek naar een baseballpetje. Excuse me. Where can I find the belts? = Pardon. Waar kan ik de riemen vinden? Excuse me. Where can I find books? = Pardon. Waar kan ik boeken vinden? Excuse me. Where can I find a hat? = Pardon. Waar kan ik een hoed vinden? Excuse me. Where’s the shoe department? = Pardon. Waar is de schoenenafdeling? Excuse me. Where’s children’s wear? = Pardon. Waar is de kinderkleding? You can find it on the third floor. = U kunt het op de derde verdieping vinden. You can find them on the second floor. = U kunt ze vinden op de tweede verdieping. It’s on the first floor. = Het is op de eerste verdieping. They’re on the ground floor. = Ze zijn op de begane grond. The restaurant’s in the basement. = Het restaurant is in de kelder / het souterrain. You can find it behind the cash desk. = U kunt het vinden achter de kassa. It’s near the escalators. = Het is dichtbij de roltrap. They’re next to the exit. = Ze zijn naast de uitgang. What size are you? = Welke maat heb je? What’s your size, please? = Welke maat heeft u? What pattern would you like? = Welk patroon zou u willen? What colour do you prefer? = Aan welke kleur geef je de voorkeur? I’d like to see a size 8. = Ik wil graag een maat 8 zien. I’d like to buy the pink one. = Ik wil graag de roze kopen. I’d like to try the dark blue jeans. = Ik wil graag de donkerblauwe spijkerbroek proberen. Can I see the orange raincoat? = Mag ik de oranje regenjas zien? Can I buy the stone-washed ones? = Kan ik de gebleekte kopen? Can I try an extra large? = Kan ik de extra grote proberen? light green = licht groen brown = bruin purple = paars large = large / groot plain = effen striped = gestreept spotted = gestippeld extra small = extra small / extra klein A while ago my friends went to a flea market. = Een tijdje geleden gingen mijn vrienden naar een vlooienmarkt. Last week I visited the flower market. = Vorige week heb ik de bloemenmarkt bezocht. In 1998 the Dutch tourists had lunch at Harrods. = In 1998 hebben Nederlandse toeristen in Harrods geluncht. Yesterday we went shopping. = Gisteren zijn we gaan winkelen. / Gisteren hebben we gewinkeld. At that time people paid in cash. = In die tijd betaalden mensen met gepast geld. My mother tried on a lot of baggy trousers. = Mijn moeder heeft heel veel slobberbroeken gepast. His aunt bought a pair of torn jeans. = Zijn tante kocht een gescheurde spijkerbroek. Ted got me a lot of teddy bear boxer shorts. = Ted gaf me heel veel boxer shorts met teddyberen erop. I’m not sure. What do you think? = Ik weet het niet zeker. Wat denk jij? / Wat vind jij? I’m not quite sure. What do you think? = Ik weet het niet helemaal zeker. Wat denk jij? / Wat vind jij? I can’t make up my mind. = Ik kan maar niet kiezen. I can’t decide. = Ik kan niet beslissen. I don’t know yet. = Ik weet het nog niet. My skirt is really silly, isn’t it? = Mijn rok is erg stom, of niet? His T-shirt is really nice, isn’t it? = Zijn T-shirt is erg leuk, nietwaar? Your sweater isn’t trendy, is it? = Jouw sweater is niet hip, of wel? Her dress isn’t for summer wear, is it? = Haar jurk is niet voor de zomer, of wel? Most jumpers are made of wool, aren’t they? = De meeste truien zijn van wol gemaakt, of niet? Cotton sweaters are too thin, aren’t they? = Katoenen sweaters zijn te dun, niet waar? Tommy Hilfiger socks are cool, aren’t they? = Tommy Hilfiger sokken zijn gaaf, hè? These cardigans aren’t too short, are they? = Deze vesten zijn niet te kort, toch? His shorts aren’t cool, are they? = Zijn korte broek is niet cool, of wel? Their skirts don’t fit, do they? = Hun rokken passen niet, of wel? Her jeans don’t fit, do they? = Haar spijkerbroek past niet, niet waar?
Ingezonden op 15-03-2010 - 3417x bekeken.
Waardering 8.2 (aantal stemmen: 9)
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!