Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
DOC medisch secretaresse
› 4 DOC medisch secretaresse
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
DOC medisch secretaresse
, deel 4
4 DOC medisch secretaresse
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
abdomen = buik amylase = zetmeelsplitsend enzym anus = sluitspier die de darmuitgang vormt appendix = wormvormig aanhangsel bilirubine = galkleurstof die ontstaat bij afbraak van erytrocyten caecum = blindedarm cardia = maagingang colon = dikke darm colon transversum = dwarse deel van de dikke darm colon ascendens = opstijgend deel van de dikke darm colon descendens = afdalend deel van de dikke darm diafragma = middenrif ductus pancreaticus = afvoergang naar de darm van alvleeskliersappen ductus choledochus = galafvoergang naar duodenum ductus cysticus = galgang tussen galblaas en ductus choledochus ductus hepaticus = galafvoergang uit lever duodenum = twaalfvingerige darm eilandjes van Langerhans = celstructuren waar insuline en glucagon wordt gevormd epiglottis = strotklepje erytrocyt = rood bloedlichaampje extrinsic factor = vitamine B12 farynx = keelholte feces = ontlasting fibrinogeen = stollingsfactor voor bloed gaster = maag glandula parotidea = oorspeekselklier (meervoud: glandulae parotideae) glandula submandibularis = onderkaakspeekselklier (meervoud: glandulae subman dibulares) glucagon = pancreashormoon, heeft een bloedsuikerverhogende werking hepar = lever hepatitis = leverontsteking ileum = distale (laatste) deel van de dunne darm insuline = pancreashormoon, heeft een bloedsuikerverlagende werking intrinsic factor = stof die geproduceerd wordt door het maagslijmvlies, die het mogelijk maakt om vitamine BI2 uit de darm op te nemen in het lichaam jejunum = deel van de dunne darm dat volgt op het duodenum lactase = melkzuursplitsend enzym leverhilus = plaats in de lever waar aneria hepatica, vena portae en vena hepatica de lever binnenkomen, en de ductus hepaticus de lever verlaat lipase = vetsplitsend enzym maltase = koolhydraatsplitsend darmenzym mandibula = onderkaak maxilla = bovenkaak oesofagus = slokdarm pancreas = alvleesklier papil van Vater = plaats waar de ductus pancreaticus en de ductus choledochus in duodenum uitmonden pepsine = eiwitsplitsend enzym peristaltiek = voortschrijdende samentrekking van glad spierweefsel in de wand van de tractus digestivus peritoneum = buikvlies protrombine = stollingsfactor voor bloed pylorus = maaguitgang rectum = endeldarm, laatste deel van de dikke darm resorptie = opname van veredelingsproducten uit de darm in het bloed en lymfe sacharase = koolhydraatsplitsend darmenzym sigmoïd = s-vormig, voorlaatste deel van de dikke darm sfincter = kringspier trachea= luchtpijp trypsine =eiwitsplitsend enzym uvula = huig
Ingezonden op 30-03-2010 - 1738x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
spijsverteringsstelsel
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!