Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Nieuw Nederlands St. Canisius
› 0 Moeilijke woorden H1 t/m H6
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Nieuw Nederlands St. Canisius
0 Moeilijke woorden H1 t/m H6
Jaar 2 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Symptomen = Verschijnselen die kenmerkend zijn voor een bepaalde ziekte, bijvoorbeeld moehuid bij de ziekte van Pfeiffer. Vaccineren = Een stof in iemands lichaam spuiten die ervoor zorgt dat de persoon een bepaalde ziekte niet krijgt; inenten. Antibioticum = Geneesmiddel dat helpt tegen een aantal ziektes. Infectie = Besmetting Effectief = Doeltreffend; Met een goede uitwerking Anesthesist = De persoon die een verdoving toedient voor een operatie. Transplantaties = Het overbrengen van een orgaan naar een ander lichaam. Fysiek = Lichamelijk; Het tegenovergestelde van mentaal. Mentaal = Geestelijk; Het tegenovergestelde van fysiek. Psycholoog = Iemand die zich bezighoudt met hoe gedachten en gevoelens in elkaar zitten. Specialisten = Dokters die zich op een bepaald gebied hebben toegelegd. Zoeken = Je toevlucht tot iets nemen; je geluk in iets proberen te vinden. Alternatieve = Geneeswijzen waarbij artsen uitgaan van andere principes dan gewone artsen. Acupunctuur = Het genezen van mensen door naalden in de huid te steken. Homeopathie = Geneeswijze waarbij sterk verdunde natuurlijke stoffen worden gebruikt als geneesmiddel. Frequent = Vaak voorkomend Consult = Het raadplegen van een deskundige (vooral een dokter) Diagnose = Het vaststellen van een ziekte door een patiënt te onderzoeken. Acuut = Plotseling en hevig; Het tegenovergestelde van chronisch. Chronisch = Voortdurend; Wordt gezegd van iets dat niet overgaat; het tegenovergestelde van acuut. Artistieke = Kunstzinnige. Atelier = Werkplaats van een kunstenaar (of bijv. Kleermaker). Beeldende kunst = Kunstvorm die werkt met afbeeldingen, bijvoorbeeld beeldhouwen, tekenen en schilderen. Schets = Tekening of korte beschrijving van hoe iets of van hoe het eruit moet gaan zien. Architectuur = Dieptewerking van een tekening of schilderij. Methode = Manier; aanpak. Mysterieus = Raadselachtig; geheimzinnig. Kunstgeschiedenis = Geschiedschrijving van de ontwikkelingen in de kunst. Figuratieve = Kunst om gebouwen te ontwerpen. Abstracte = Gezegd van een schilderij waar je niet van kunt zien wat het voorstelt. Musicus = Iemand die muziek maakt voor zijn of haar beroep. Inspiratie = Toestand waarin je goede ingevingen krijgt. Anatomie = Kennis over de bouw van het menselijk of dierlijk lichaam; ontleedkunde. Fresco = Muur- of wandschilderingen met waterverf. Meesterwerk = Kunstwerk dat heel erg goed is. Ingenieus = Vernuftig; slim bedacht. Perspectief = Gezegd van een schilderij waarvan je kunt zien wat het voorstelt. Compositie = De manier waarop figuren (in bijv. een schilderij) bij elkaar zijn gezet. Originelen = De oorspronkelijke stukken. Reproducties = Nagemaakte of gekopieerde kunstwerken. Status= Rang in de maatschappij Onafhankelijk = In staat zelf beslissingen te nemen, zonder aan iemand te hoeven gehoorzamen. Vrouwenemancipatie = Ontwikkeling waarbij gestreefd wordt naar gelijke rechten en kansen voor vrouwen. Chique = Gezegd van iets dat laat zien dat je een goede en dure smaak hebt. Elegantie = Sierlijkheid Exclusiviteit = Bijzonderheid Massaproductie = Het produceren in grote hoeveelheden. Confectiekleding = Kleding die in grote aantallen en volgens standaardmaten gemaakt wordt. Modieus = Volgens de mode. Avant – garde = Een kleine groep voorlopers. Trends = Heersende mode. Rage = Iets dat op een bepaald moment heel erg in de mode is, waar iedereen mee te zien is of aan meedoet. Futuristische = Gezegd van dingen die uit de toekomst lijken te komen. Hippies = Jongeren die zich in de jaren ’60 en ’70 verzetten tegen de bestaande maatschappij door zich anders te gedragen en te kleden. Romantische = Dromerige; Tot het gevoel en de verbeelding sprekende. Trendsetter = Iemand die aangeeft wat de heersende mode is. Hip = Opvallend, modern en passend bij de jeugd (gebruikt in de jaren ’60 en ’70) Accessoires = Extra onderdelen of toebehoren bij een apparaat of kledingstuk. Subcultuur = Maatschappelijke groepering met eigen normen en regels. Kwaliteit = Waarde Identiteit = Eigen persoonlijkheid; Dat wat je onderscheidt van anderen Faalangst = Angst voor mislukking Fobie = Grote beklemmende angst voor een bepaald soort dingen of situaties. Sociaal milieu = Sociale omgeving waarin je opgroeit Optimaal = Zo goed mogelijk Black-out = Moment waarop je even niets meer weet Perfectionistisch = Alles 100% goed willen doen Confrontatie = Emotionele ontmoeting Extreem = Buitengewoon Passief = Zonder iets te doen; Het tegenovergestelde van actief Observeren = Kijken wat iemand of iets doet, hoe iemand of iets zich gedraagt. Schuchterheid = Verlegenheid Specifieke = Speciaal bij iets horende Obsessie = Dwanggedachte Alert = Waakzaam Vicieuze cirkel = Een reeks vervelende toestanden waar je maar niet uit kunt komen. Intensieve = Vergaande; Diepgaande Therapie = Gesprekken hebben met een psycholoog om je problemen op te lossen. Assertief = Zelfbewust; In staat voor jezelf opkomen Tweeverdieners = Stel waarvan zowel de man als de vrouw voor het inkomen zorgt. Kostwinner = Iemand die voor zichzelf en voor zijn of haar gezin het geld verdiend om van te leven. Zorgtaken = Werk dat gedaan moet worden om het gezin en het huishouden te verzorgen. Parttime = Voor een gedeelte van de tijd; Deeltijd Carrière = Loopbaan Feminisme = Beweging die strijdt voor de emancipatie van de vrouw; Vrouwenbeweging Bewustwording = Inzicht in wat je wel goed en niet goed kunt. Zelfontplooiing = Je eigen talenten ontwikkelen en volledig gebruiken. Gelijkwaardig = Met dezelfde waarde; Even goed of sterk. Financiën = Geld of geldzaken Fulltime = Voor de volle werktijd; Het tegenovergestelde van parttime Taboe = Gezegd van iets waarvan mensen vinden dat je het niet mag doen of dat je er niet over mag praten. Status = Rang in de maatschappij; Aanzien. Seksen = Mannelijke en vrouwelijke geslacht. Capituleren = Je overgeven; Je verzet opgeven. Conflict = Ruzie; Verschil van mening Ambitie = Verlangen en streven om hogerop te komen in je werk; Eerzucht Cao’s = Collectieve arbeidsovereenkomst; dit zijn een aantal afspraken tussen werkgevers en werknemers over het loon, het aantal vakantiedagen enzovoort. Mentaliteit = Instelling; Houding Zorgverlof = Vrije dagen om te zorgen voor kinderen of zieke familieleden. Kwestie = Onopgeloste vraag; probleem Filosofie = Wijsbegeerte Dialoog = Gesprek tussen twee mensen Discussie = Gesprek waarin je over een bepaald onderwerp met anderen van gedachten wisselt. Inzicht = Begrip van hoe iets in elkaar zit. Cruciale = Doorslaggevende Essentie = Datgene waar het om gaat Legio = Talrijke; vele Culturen = Manieren waarop volkeren leven. Universeel = In alle gevallen bruikbaar of van toepassing zijn; allesomvattend. Ethiek = Leer van goed en kwaad. Concrete = Tastbaar Normen = Opvattingen over wat goed of slecht is. Morele = Te maken hebbende met dat wat goed of slecht is. Actuele = Op dit moment belangrijke Euthanasie = Een ernstig zieke persoon, die niet verder wil leven, sneller laten sterven. Abortus = Ingreep bij zwangere vrouw waarbij het ongeboren kindje wordt weggehaald. Dilemma = Moeilijke keuze tussen twee dingen; tweestrijd. Abstract = Vaag; niet tastbaar ; het tegenovergestelde van concreet. Fundamenteel = Gezegd van iets dat te maken heeft met de basis; wezenlijk.
Ingezonden op 03-06-2010 - 1224x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Fouten graag aangeven
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!