Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
New Interface Blue Label 1
› 9 All Speaker's Corners: Unit 9
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
New Interface Blue Label 1
, deel 1
9 All Speaker's Corners: Unit 9
Jaar 1 (havo/vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
meat = vlees to put = leggen/zetten put = legden/zetten shelf = plank/schap shelves = planken/schappen to take = nemen took = namen fridge = koelkast to add = toevoegen salt and pepper = peper en zout just like that = zomaar to disappear = verdwijnen to pop = snel leggen, zetten oven = oven ridiculous = belachelijk leg of lamb = lamsbout to have = hebben had = hadden dish = schaal, schotel a little = een beetje rosemary = rozemarijn herb garden = kruidentuin to plant = planten side = zijkant a few months ago = een paar maanden geleden to come = komen came = kwamen to find = vinden found = vonden to keep = (be)houden must = moeten worm = worm frog = kikker spider = spin to promise = beloven to pick up = oppakken huge = geweldig groot tarantula = tarantula to drop = laten vallen loo = toilet could = kon/konden creepy = griezelig, eng to get back = terugkomen to touch = aanraken RSPCA = dierenbescherming lucky = gelukkig escape = ontsnapping to grow = groeien grew = groeiden fierce = woest, fel, wild owner = eigenaar stray dog = straathond vicious = kwaardaardig, vals pit bull terrier = pitbullterriër half-starved = bijna uitgehongerd ratty = geirriteerd to growl = grommen to eat = eten ate = aten fighting dog = vechthond to attack = aanvallen kennel = kennel frightening = angstaanjagend frightened of = bang voor to lick = likken to wag = kwispelen tail = staart unhappy = ongelukkig unfair = oneerlijk company = gezelschap to walk a dog = een hond uitlaten lead = riem collar = halsband visit = bezoek vet = dierenarts basket = mand blanket = deken toys = speelgoed expensive = duur cage = kooi budgie = parkiet definitely not = beslist niet to jump = springen puppy = jonge hond to pull = trekken aan sleeve = mouw sweater = trui cheeky = brutaal to happen = gebeuren video box = doos voor videobanden to chew up = kluiven, kauwen to tidy up = opruimen to say/sair = zeggen/zeiden energetic = vol energie lively = levendig to bark = blaffen scare somebody to death = iemand zich laten doodschrikken to tear/tore = scheuren/scheurden to knock over = omgooien tea-tray = teeblad, dienblad to break/broke = breken/braken hole = gat, opening fence = schutting to escape = ontsnappen to run = rennen/renden sheep - sheep = schaap - schapen to dig up/dug up = opgraven, groef/groeven tulip bulb = tulpenbol to bring/brought = brengen/brachten market = markt to give/gave = geven/gavan bone = bot, been naughty = stout, ondeugend doggie = hondje to steal/stole = stelen/stalen sausage = worstje frying-pan = braadpan to make/made = maken/maakte puddle = plasje had better = kan (maar) beter to clean up = opruimen to get home = thuiskomen
Ingezonden op 27-06-2010 - 1490x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!