Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Pulsar, deel 1

5 5.1 t/m 5.5 en kernantwoorden

Jaar 3 (havo/vwo)

§1
- Voorwaarden verbranding	
Voor een verbranding zijn 3 dingen nodig:
1. Een brandstof.
2. Zuurstof. Dat zit meestal al in de lucht.
3. Een minimale temperatuur: de ontbrandingstemperatuur. (gewoon warmte)
Bij alle verbrandingsreacties komt energie vrij. Het zijn dus exotherme reacties.
- Brand blussen
Het klinkt heel makkelijk, maar dat is het soms niet.
Alles wat je hoeft te doen is 1 van 3 dingen die nodig zijn voor een verbranding weg te halen. 
Je moet dus zorgen dat er geen brandstof, zuurstof of ontbrandingstemperatuur meer is.
- Brandpreventie
Er wordt tegenwoordig veel gedaan om brand te voorkomen. Dat heet brandpreventie. 
Ook maatregelen die zorgen dat een brand zich niet veel kan uitbereidden horen hierbij.
Zo moeten op druk bezochten plekken, zoals een school, blusapparaten en nooddeuren zijn. 
Ook moet de vluchtroute aangegeven staan.
Vaak zijn er ook branddeuren. Bij brand gaan die dan meteen dicht.
Zo kan de brand niet naar een ander gedeelte van het gebouw.
- Ontbrandingstemperaturen: (Hoe warm moet iets zijn voordat het in brand vliegt.)
Papier: 230 °C
Katoen: 260 °C
Benzine: 390 °C
Droog dennenhout: 430 °C
Droog eikenhout: 480 °C
Methaangas: 630 °C
§2
- Oxidatie
Een reactie met zuurstof heet een oxidatiereactie.
Als er ook vuurverschijnselen zijn, is het een verbrandingsreactie.
Een reactie tussen metalen, zuurstof en water(damp) heet corrosie. Bij ijzer noem je dat roesten.
- Reactieproduct
Als een niet-ontleedbare stof reageert met zuurstof, ontstaat er 1 nieuwe stof.
Dit reactieproduct is een oxide. Dat komt omdat het gereageerd heeft met zuurstof (O).
Dit geldt voor alle niet-ontleedbare stoffen, dus niet alleen voor metalen.
Voorbeelden:
Als koper reageert met zuurstof, krijg je koperoxide.
Bij het verbranden van zwavel krijg je zwaveloxide. Meestal wordt dit zwaveldioxide genoemd.
§3
- Reagens
Je kunt snel een stof aantonen door een reactie uit te voeren die kenmerkend is voor deze stof. 
Je gebruikt dan een reagens (mv. reagentia).
Een reagens op een stof reageert op een kenmerkende, waarneembare manier met die stof.
Iedere stof reageert anders op een reagens. Zo weet je welke stof het is.
Voorbeeld:
Als er koolstofdioxide in helder kalkwater komt, wordt het kalkwater ondoorzichtig. 
Het reagens op koolstofdioxide is dan kalkwater.
- Kwaliteit reagens
De kwaliteit van een reagens wordt bepaald door de gevoeligheid en de selectiviteit.
Een gevoelig reagens reageert al met heel weinig van de aan te tonen stof.
Een selectief reagens toont slechts 1 stof (of een paar stoffen) aan.
- Reagentia samengevat
Het reagens op water is wit kopersulfaat (dit wordt dan blauw).
Het reagens op koolstofdioxide is kalkwater (dit wordt dan ondoorzichtig).
Het reagens op zwaveldioxide is joodwater (dit wordt dat helder).
§4
- Fossiele brandstoffen
Vele eeuwen lang hebben zich in de aarde ui micro-organismen steenkool, aardolie en aardgas gevormd. We noemen dit fossiele brandstoffen.
Deze brandstoffen gebruiken we nu voor onze energievoorziening. Het tempo waarin we ze gebruiken is te hoog. Hierdoor kunnen in de toekomst problemen ontstaan. Die brandstoffen zijn dan op en het duurt erg lang voordat ze weer gemaakt zich in de aarde.
- Volledige en onvolledige verbranding
Als voldoende zuurstof aanwezig is, is de verbranding volledig.
Bij aardgas ontstaan dan koolstofdioxide en water.
Bij een onvolledige verbranding is te weinig zuurstof aanwezig.
Bij de verbranding van aardgas kunnen dan bijvoorbeeld koolstof (roet) en het giftige koolstofmono-oxide (kolendamp) ontstaan.
- Verbrandingsproducten
Als je een ontleedbare stof verbrandt, zal het van de samenstelling van de stof afhangen welke reactieproducten ontstaan. Bij de volledige verbranding van een koolwaterstof (een stof die de elementen koolstof en waterstof bevat) ontstaan het oxide van koolstof (omdat het reageert met zuurstof. Koolstofdioxide) en het oxide van waterstof (water).
In het algemeen kun je zeggen: van de verbranding ontstaan de oxiden van de elementen van de ontleedbare stof.
Schematisch kun je dit als volgt weergeven:
A,B (…) + O (g) → A,O (…) + B,O (…)
Hierin zijn A en B de symbolen van willekeurige elementen.
Een oxide bestaat uit 2 elementen. 1 van de elementen is zuurstof.
- Oxide van zuurstof?
Je hebt geleerd dat bij verbranding de oxiden van elk van de elementen ontstaat.
Maar wat als de brandstof het element zuurstof bevat?
Welke stoffen ontstaan er bijvoorbeeld als je H,S,O (l) verbrandt?
Ontstaat behalve water (wateroxide) en zwaveldioxide nog een stof?
Nee, het oxide van zuurstof (O) bestaat niet.
De enige reactieproducten zijn hier dus water en zwaveldioxide.
§5
- Voorwaarden explosie
Een explosies een heel snelle verbranding. Voor een explosie heb je dus ook de 3 verbrandingsvoorwaarden (brandstof, zuurstof, ontbrandingstemperatuur) nodig.
Ook moeten de brandstof en de zuurstof is de goede verhouding met elkaar gemengd zijn.
- Vuurwerk
Vuurwerk is een mengsel van een aantal stoffen.
Eigenlijk is het een snelle verbranding (explosie) met veel licht en/of geluid.
Als het door deskundigen wordt afgestoken kan het heel mooi zijn.
Maar bij onvoorzichtigheid is het erg gevaarlijk.
Vuurwerk heeft een ingewikkelde samenstelling. 
Er zit een brandstof in die snel moet verbranden.
Dat betekent dat de aanvoer van zuurstof ook snel moet zijn.
Meestal zit er dan ook een stof in die zuurstof levert.
-- Kernantwoorden
- Voor een verbranding zijn een brandstof en zuurstof nodig. 
De temperatuur moet boven de ontbrandingstemperatuur zijn.
- Je kunt een brand blussen door ervoor te zorgen dat niet alle voorwaarden voor een verbranding aanwezig zijn.
Door er bijvoorbeeld water op te spuiten verlaag je de temperatuur tot onder de ontbrandingstemperatuur. 
Als je een branddeken gebruikt, sluit je de brandstof af van zuurstof.
- Door de brandstof te behandelen met bijvoorbeeld een brandvertragende verf kan deze stof minder gemakkelijk in brand raken. 
Als er brand is, kunnen nooddeuren en vluchtroutes de gevolgen van de brand verkleinen.
- Een verbranding is een reactie van een stof met zuurstof waarbij vuurverschijnselen optreden. 
In het algemeen heet een reactie met zuurstof een oxidereactie. 
Een reactie van een metaal met zuurstof heet corrosie. 
Als ijzer reageert met zuurstof, heet dat roesten. 
Voor corrosie en roesten is ook water nodig.
- Bij de oxidatie of verbranding van een niet-ontleedbare stof ontstaat 1 stof: een oxide.
- Een reagens reageert op een kenmerkende manier op een stof. 
Een reagens moet selectief zijn (met weinig stoffen of dezelfde manier reageren) en gevoelig (met een klein beetje stof reageren) zijn.
- Het reagens op koolstofdioxide is kalkwater, een kleurloze vloeistof. 
Bij doorleiden van koolstofdioxide ontstaat een witte suspensie. 
Zwaveldioxide toon je aan met joodwater, een geelbruine heldere vloeistof. 
Bij doorleiden van zwaveldioxide ontstaat een kleurloze vloeistof.
- Kalkwater is niet zo’n gevoelige reagens. 
Je kan koolstofdioxide alleen aantonen als het in grote hoeveelheden voorkomt, zoals in uitgeademde lucht. 
De hoeveelheid koolstofdioxide in ingeademde lucht is te klein om aan te tonen.
- Bij de verbranding van aardgas ontstaan koolstofdioxide en water. 
Aardgas bevat de elementen koolstof en waterstof.
- Een volledige verbranding is een verbranding met voldoende zuurstof. 
Als je een stof met het element koolstof verbrandt, ontstaat koolstofdioxide. 
Bij een onvolledige verbranding gebruik je te weinig zuurstof. 
Er kan dan koolstof of koolstofmono-oxide ontstaan.
- Bij de verbranding van een ontleedbare stof ontstaan de oxiden van de elementen die deze stof bevat. 
Het oxide van zuurstof bestaat niet. 
- Als de ontbrandingstemperatuur is bereikt, kan een explosie optreden. 
Dan moeten de brandstof en de zuurstof in een juiste verhouding gemengd zijn.
- Voor een verbranding is altijd zuurstof nodig. 
Alleen als de brandstof het element zuurstof bevat, kan een ‘inwendige’ verbranding optreden.

Ingezonden op 01-07-2010 - 14371x bekeken.
Waardering 4.4 (aantal stemmen: 8)

voting system
1
2
3
4
5

alleen om te leren
niet om te overhoren

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Pulsar, deel 1

5 5.1 t/m 5.5 en kernantwoorden