Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
A6 Fivel
› 11 blz 11
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
A6 Fivel
, deel 1
11 blz 11
Jaar 6 (Atheneum)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
der Mietvertrag = huurovereenkomst, huurcontract umziehen (zog um, umgezogen) = verhuizen ziehen (zog, gezogen.. = trekken, gaan einziehen (zog ein, eingezogen. = intrekken ausziehen .zog aus, ausgezogen i = vertrekken der Nachbar, die Nachbarin = buurman, buurvrouw der Makler, die Maklerin = makelaar (m/v) vermitteln = bemiddelen die Zimmervermittlung = kamerbemiddeling die Wohngemeinschaft = woongroep der Vermieter, die Vermieterin = verhuurder, verhuurster der Untermieter, die Untemieterin = onderhuurder, onderhuurster die Sozialwohnung = gesubsidieerde woning obdachlos = dakloos die Eigentumswohnung = eigen huis die Immobilie = onroerend goed der Kaufvertrag = koopovereenkomst, koopcontract die Zahlung = betaling einrichten = inrichten gemütlich = gezellig die Möbel = meubel der Schrank = kast das Regal = boekenkast, boekenrek der Sessel = fauteuil das Sofa = bank, sofa der Tisch = tafel der Vorhang = (over)gordijn der Teppich = tapijt der Herd = fornuis der (Back)ofen = (bak)oven der Kühlschrank = koelkast der Geschirrspüler, die Spülmaschine = vaatwasser, afwasmachine schmutzig = vuil die Schublade = la(de) die Couch = bank, divan die Gardine = gordijn, vitrage der Teppichboden = vaste vloerbedekking die Glühbirne = gloeilamp die (Bettdecke = deken die Bettwäsche = beddengoed die Liege = stretcher die Mikrowelle = magnetron die Tiefkühltruhe = diepvrieskist der Haushalt = huishouden putzen = schoonmaken der Besen = bezem wischen = dweilen der Staub = stof der Staubsauger = stofzuiger sauber = zuiver, schoon
Ingezonden op 15-09-2010 - 1140x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!