Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Estnisch Lehrbuch

hoofdstuk 1

Jaar 1 (universiteit)

aru saama, aru saada, saan aru = verstaan, begrijpen
istuma, istuda, istun = zitten
minema, minna, lähen = gaan
olema, olla, olen = zijn
ootama, oodata, ootan = wachten
teadma, teada, tean = weten
aru, aru, aru, arusid = verstand
härra, härra, härrat, härrasid = heer
proua, proua, prouat, prouasid = vrouw, dame
hea, hea, head, häid = goed
aga = maar
ahaa = aha
ei = nee, niet
ja = en
jah = ja
ka = ook
kas = (vraagpartikel) of
kes, kelle, keda = wie
kohtumiseni = tot ziens
kuidas = hoe, wat, wat zeg je
küll = jawel, oke
meie/me, meie/me, meid = wij
miks = waarom
mina/ma, minu/mu, mind = ik
mitte = niet
nemad/nad, nende, neid = zij
noh = dus, dan
nägemiseni = tot ziens
nüüd = nu
oo = oh
see, selle, seda = deze, die
siis = dus, dan
sina/sa, sinu/su, sind = jij
teie/te, teie/te, teid = jullie
tema/ta, tema/ta, teda = hij/zij
tere = hallo
tervist = hallo, gegroet
veel = nog, nog steeds
ära = weg
head aega = tot ziens
head ööd = goedenacht
miks mitte = waarom niet
tere hommikust = goedemorgen
tere päevast = goededag
tere õhtust = goedenavond

Ingezonden op 04-10-2010 - 1458x bekeken.
Laatst bijgewerkt: 10-11-2010.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Bij werkwoorden: 1e vorm is ma-infinitief, 2e vorm is da-infinitief en 3e vorm is de 1e pers ev presens.
Bij bijv. en zelfst. naamwoorden: 1e vorm is nominatief ev, 2e vorm is genitief ev, 3e vorm is partitief ev en 4e vorm is partitief mv

Vakken

Estnisch Lehrbuch

hoofdstuk 1