Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
idioom 6vwo
› 1
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
idioom 6vwo
, deel 1
hoofdstuk 1
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
der vorwuf = het verwijt die Darstellung = de beschrijving das Gutachten = het rapport verharmlosen = bagatelliseren befürchten = vrezen furcheinflöBend = angstaanjagend die Krawalle = de rellen die Sachbeschadigung = de materiele schade sich heimisch fühlen = zich op zijn gemak voelen abknopfen = afhandig maken der Verband = de bond zwecks = ten behoeve van; voor die Spesen = de onkosten derartig = dergelijk; zulk die forderung = de steun; de bevordering behiezungsweise = respectievelijk vermitteln = bemiddelen einleuchten - duidelijk zijn anscheinend = vermoedelijk uberaus = buitengewoon; bijzonder maulen = mopperen abseits = buitenspel pragen = een stempel drukken op fade = saai hinterfragen = naar de achtergrond vragen die Dabiertung = de uitvoering; de vertoning die Gattung = de klasse; het soort die Profitsucht = het winstbejag fördern = bevorderen; steunen ergreifen, ergriffen = aandoen; aangrijpen grobzugig = royaal stiften = stichten, oprichten kurieren = genezen die Aussage = de uitspraak, de verklaring der hang = de helling das gelenk = het gewricht der oberschenkel = het dijbeen erübrigen = besparen, overhouden vorwiegend =voornamelijk,overwegend fesseln =kluisteren, boeien das Ambiente= de ambiance, de sfeer schmettern= smashen, slaan bezüglich = met betrekking tot, betrekkelijk der Erfolg = het succes das Ereignis= de gebeurtenis das Ergebnis = het resultaat Einzelne = individu die Leistung = de prestatie häufig = vaak innerhalb = binnen irgendwann= ooit, op een gegeven moment irgendwie = op de een of andere manier irgendwo= ergens versiegen = leeg zijn, uitdrogen ausgiebig=uitvoerig die Einengung = de beperking stichhaltig =steekhoudend endgültig = definitief, absoluut verlegen(1) = kwijtraken, wegleggen verlegen (2) = uitgeven die Fachberatung = het deskundige advies deftig = stevig, degelijk gestalten = uitbeelden, vormen haften (1) = voor iemand borg staan haften (2) = kleven, gehecht zijn die Ansprache = de toespraak die Verlautbarung = de bekendmaking, het bericht die Überheblich keit=de arrogantie, de aanmatiging wähnen =wanen, denken die Schöpfung = de schepping jäh = plotseling ambivalent = niet eenduidig, niet eensgezind erweitern =verwijden,vergroten beträchtlich = aanzienlijk auslösen = losmaken,veroorzaken die Vorlesung =de voorlezing, het college die Zielsetzung = de doelstelling der Verriss =de afbrekende kritiek der Denkmalschutz= de monumenten zorg die Freilichtbühne =het openluchttheater anstehen =in de rij staan die Welt anschauung =het wereldbeeld kenntlich = kenbaar, blijkbaar nachhaltig = blijvend, duurzaam hinreißend = Meeslepend; beeldschoon der Kunde Der Kunde war damit sehr zufrieden. klant der Zins = de rente das Darlehen = het krediet de lening, die Währung = de munteenheid, de valuta einschränken = inkrimpen , beperken reizen = irriteren, prikkelen lediglich = slechts, enkel (en alleen) die Regung = de opwelling, het gevoel eigenständig = onafhankelijk, zelfstandig versteigern = bij opbod verkopen, veilen die Rate = de termijn (bijbetaling) tückisch = gevaarlijk, geniepig die Aktionäre = de aandeelhouders der Vorstand = het bestuur, de directie der Konkurs = het faillissement die Auswertung = de evaluatie, gesättigt = verzadigd herbeisehnen = (vurig) verlangennaar, snakken schwerfällig = traag, onbeholpen unabänderlich = onveranderlijk, onherroepelijk abgeneigt = afwijzend, afkerig die Zuwendung = de bijdrage, de gift betreuen = zorgen voor, begeleiden grassieren = de ronde doen ausschlagen = afslaan aufzeichnen = opnemen, opschrijven das Defizit = het tekort überstehen = te boven komen, doorstaan. entziehen = onttrekken, intrekken die Steuerhinterziehung = de belangstinfraude abspeisen = (iemand) afschepen vorenthalten niet geven, onthouden schaffen = zorgen voor, iets klaarspelen der Rücktritt = het ontslag nemen, het aftreden aufrichtig = eerlijk, oprecht beharren auf = blijven bij, volharden in gewandt = vlot, handig der Absturz = het neerstorten, bemängeln = aanmerkingen maken op der Prozentsatz =het percentage sich überschneiden = elkaar overlappen die Belegschaft = het hele personeel. der Mangel = tekort, gebrek nach wie vor =nog altijd das Gymnasium = het gymnasium, het vwo ausreichen =voldoende zijn die Zensur = het cijfer der Leistungskurs = het keuzevak das Abitur = het eindexamen der/die Azubi = de stagiair (e) anfallen = te wachten staan die Kanzlei = het kantoor verständigen = op de hoogte brengen, informeren monieren = aanmerkingen maken op die Bildung =onderwijs, vorming absolvieren = doorlopen, slagen die Bewerbung = sollicitatie der Angestellte = medewerker der Bedarf =behoefte bar = contant der Fachbereich = het vakgebied immatrikulieren inschrijven schlichten = bijleggen, beslechten knifflig = ingewikkeld, lastig die Aushilfe = de invalkracht,de hulp der Stichtag = de peildatum empirisch = door te experimenteren, proefondervindelijk die Musterung = de keuring, de inspectie sich schlüssig sein = besluiten aufmüpfig = opstandig, dwars hingegen = daarentegen pauken = hard leren, blokken das Stipendium = de studiebeurs vergeuden = verkwisten, verspillen verhalten = ingehouden in Ermangelung bij gebrek die Studiengebühren = de studiekosten förmlich(1) = officieel, formeel förmlich (2) = vormelijk, stijf überholt (1) = verouderd, uit de tijd überholt (2) = overtroffen, voorbijgestreefd die Interessenvertreten = de belangen behartigen gefeuert werden = ontslagen worden verblöden = geestelijk afstompen beharrlich =volhardend, standvastig marode = uitgeput, op nahtlos = perfect, naadloos der Tutor = de tutor, de mentor klarstellen = duidelijk maken, een misverstand uit de weg ruimen die Aufwandsentschädigung = de onkostenvergoeding der Vorruhestand = vervroegd uittreden, de VUT das Praktikum = stage der Praktikant =Stagiaire die Realschule=VMBO-TL/HAVO reichen =voldoen, toereikend zijn begründen =onderbouwen, beargumenteren
Ingezonden op 05-10-2010 - 4492x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
21-10-2010
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!