Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Estnisch Lehrbuch
› 4
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Estnisch Lehrbuch
hoofdstuk 4
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
eksima, eksida, eksin = zich vergissen elama, elada, elan = wonen, leven jääma, jääda, jään = blijven, verblijven kohtuma, kohtuda, kohtun = ontmoeten kõndima, kõndida, kõnnin = gaan, wandelen küsima, küsida, küsin = vragen lahkuma, lahkuda, lahkun = verlaten, verder gaan laulma, laulda, laulan = zingen mõtlema, mõtelda/mõelda, mõtlen = denken proovima, proovida, proovin = proberen rääkima, rääkida, räägin = spreken saabuma, saabuda, saabun = aankomen töötama, töötada, töötan = werken õpetama, õpetada, õpetan = leren, onderwijzen elanik, elaniku, elanikku, elanikke = inwoner Helsingi, Helsingi, Helsingit = Helsinki inimene, inimese, inimest, inimesi = mens kino, kino, kino, kinosid = bioscoop kool, kooli, kooli, koole = school küla, küla, küla, külasid = dorp lind, linnu, lindu, linde = vogel linn, linna, linna, linnasid = stad loodus, looduse, loodust, loodusi = natuur lugu, loo, lugu, lugusid = aangelegenheid näide, näite, näidet, näiteid = voorbeeld probleem, probleemi, probleemi, probleeme = probleem raha, raha, raha, rahasid = geld sadam, sadama, sadamat, sadamaid = oase sõber, sõbra, sõpra, sõpru = vriend teater, teatri, teatrit, teatreid = theater tee, tee, teed, teid = weg, steeg, straat vanemad, vanemate, vanemaid = ouders halb, halva, halba, halbu = slecht kallis, kalli, kallist, kalleid = teder, lief kauge, kauge, kauget, kaugeid = ver rõõmus, rõõmsa, rõõmsat, rõõmsaid = blij, vrolijk selge, selge, selget, selgeid = duidelijk vana, vana, vana, vanu = oud edasi = verder -gi/ki = ook homme = morgen hoopis = helemaal ikka = altijd kogu = alles bij elkaar koju = naar huis kuhu = waarheen kust = waarvandaan lihtsalt = eenvoudig, simpel mõlemad, mõlemate, mõlemaid = beide natuke(ne), natukese, natukest = een beetje, weinig näiteks = als voorbeeld otse = direct, meteen praegu = momenteel pärast = later sealt = van daar siia = hierheen siit = hiervandaan sinna = daarheen tagasi = terug täpselt = precies, nauwkeurig varsti = gauw, spoedig või = of võib-olla = misschien õieti = eigenlijk üldse = überhaupt
Ingezonden op 05-10-2010 - 1325x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!