Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Neu Kontakte t/havo 2, deel Lernliste

2 Das Sind Wir

Jaar 2 (mavo/havo)

Mutter = moeder
Vater = vader
arbeiten = werken
die Familie = het gezin
die Großeltern = de grootouders
die Eltern = de ouders
Meine Eltern sind geschieden. = Mijn ouders zijn gescheiden.
Ist ihre Schwester verheiratet? = Is haar zus getrouwd?
die Geschwister = broer(s) en/of zus(sen)
Wie viel Brüder hast du? = Hoeveel broers heb jij?
Ich habe auch einen Bruder. = Ik heb ook een broer.
Cousine = nicht
Cousinen = nichten
Cousin = neef
Cousins = neven
Wer ist das? = Wie is dat?
leben = leven
Großmutter = Oma
Großvater = Opa
Schwester = zus
Schwestern = zussen
Bruder = broer
Brüder = broers
Onkel = tante
Onkel = tanten
Sohn = zoon
Tochter = dochter
Woher kommt ihr? = Waar komen jullie vandaan?
Was ist Ihr Beruf? = Wat is uw beroep?
Was machen Sie? = Wat doe je?
Hat sie keine Arbeit? = Heeft zij geen werk?
Ist sie arbeitslos? = Is zij werkloos?
hunderteins, tausend = 101, 1000
eine Million = 1000000
das Wörterbuch = het woordenboek
Er arbeitet bei AEG. = Hij werkt bij AEG.
Was ist sie von Beruf? = Wat doet zij?
Sie arbeitet als Lehrerin. = Zij werkt als lerares.
aus = uit
ungefähr = ongeveer
Wann bist du geboren? = Wanneer ben je geboren?
die Straße = de straat
Wie heißt du? = Hoe heet jij?
Wer bist du? = Wie ben jij?
Verkäufer = verkoper
Verkäuferin = verkoopster
fragen = vragen
antworten = antwoorden
jetzt = nu
nicht mehr = niet meer
Ich schicke dir ein Foto. = Ik stuur je een foto.
da links = daar links
Ich gehe in die Realschule. = Ik zit op het VMBO/HAVO.
mailen = mailen
Welche E-Mail-Adresse hast du? = Welk e-mailadres heb jij?
das Hobby(s) = de hobby(s)
zusammen = samen
etwas = iets
Wie lange sind Sie schon verheiratet? = Hoe lang bent u al getrouwd?
zuruck schreiben = terugschrijven
Hast du ein Handy? = Heb jij een mobiel?
Was ist deine Telefonnummer? = Wat is jouw telefoonnummer?
gestern = gisteren
heute = vandaag
morgen = morgen
Seine Eltern sind okay. = Zijn ouders zijn wel aardig.
Tschüs! = Tot ziens!
Auf Wiedersehen! = Tot ziens!
prima = grote
toll = grote
Gruß Gott! = Goeden dag!
Guten Tag. = Goeden dag.
das Foto(s) = de foto('s)
das Bild(er) = de foto('s)
allein = alleen
viel = veel
wenig = weinig
Ich verstehe es nicht. = Ik begrijp het niet.
Ich habe mein Arbeitsbuch vergessen. = Ik ben mijn werkboek vergeten.
Auf welcher Seite? = Op welke bladzijde?
Kann ich die Antworten haben? = Kan ik de antwoorden krijgen?
Ich habe meine Hausaufgaben nicht gemacht. = Ik heb mijn huiswerk niet gemaakt.
Kann ich auf die Toilette gehen? = Mag ik naar het Toilet?

Ingezonden op 07-10-2010 - 1184x bekeken.
Laatst bijgewerkt: 26-10-2010.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

De rest komt nog!!!

Vakken

Neu Kontakte t/havo 2, deel Lernliste

2 Das Sind Wir