Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Studie LEREN gs
› 0 LEZEN A)U)B 80 jarige oorlog
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Studie LEREN gs
0 LEZEN A)U)B 80 jarige oorlog
Jaar 2
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
STUDIENerD v.b vraag: De WIC werd in 1602 opgericht. juist of onjuist? = onjuist Opdracht Geschiedenis Gouden Eeuw. Geschreven door: STUDIENERD Datum ingestuurd: 29 mei 2005 Niveau: 2e Woorden: 1908 1. Voorwoord: Ik heb het onderwerp “De Gouden Eeuw“ gekozen omdat de hele klas het over de Gouden Eeuw moest houden. We hadden het met geschiedenis ook over de Gouden Eeuw. En ik wil er ook wel wat meer over weten. (Eigenlijk weet ik er al best wel veel over.) 2. Inleiding: In mijn werkstuk kun je lezen over de Gouden Eeuw en hoezo het de Gouden Eeuw heet. Je kunt ook lezen over de arme mensen en de rijke mensen. Lees eigenlijk maar………! 3. Inhoud: 1. Voorwoord 2. Inleiding 3. Inhoud 4. Wanneer was de Gouden Eeuw? 5. Geschiedenis 6. Huizen 7. Molens 8. Beroemde Schilders 9. Tulpenbollen 10. De VOC 11. De WIC 12. Regenten 13. Geen Koning 14. Poppenhuizen 15. Armoede 16. Gewaarde Boeren 17. Keuterboeren 18. Huttenlui 19. Turfstekers 20. Nawoord 4. Wanneer was de Gouden Eeuw?: De Gouden Eeuw was van 1600 tot en met het jaar 1700. 5. Geschiedenis: In 1585 veroverden de Spanjaarden Antwerpen. De scheepvaart over de Schelde was geblokkeerd. Niemand kon Antwerpen meer binnenkomen. Handelsschepen moesten de spullen naar Vlissingen, Veere, Enkhuizen of Amsterdam brengen. Schepen van de V.O.C (Verenigd Oostindische Compagnie) en de W.I.C. (West Indische Compagnie) haalden producten uit warme landen, zoals: peper, zout, koffie, thee en noodmuskaat. Schepen die de Oostzee bevoeren brachten: hout, graan, ijzer en koper mee. Door deze handel werden de mensen in Nederland rijk en konden veel geld besteden aan huizen, schilderijen enz. 6. Huizen: Amsterdam verdiende het meest met de zeehandel. Amsterdam groeide dan ook snel. Er werden grachten gegraven, zoals: de Heerengracht, de Keizergracht, de Prinsengracht en de Singelgracht. Langs de grachten werden ook herenhuizen gebouwd en schepen aangelegd om handelswaren op te halen en af te leveren. De huizen hadden meestal mooie trapgevels, zoals: tuitgevels en trapgevels. Huizen werden op houten palen gebouwd, omdat de grond erg drassig was. Mopje: Amsterdam die grote stad die is gebouwd op palen met hoeveel letters schrijf je dat? Antwoord: 3 (dat) Nederlanders bouwden veel mooie huizen en grachten, de mooie gevels versierden Amsterdam. De meeste huizen hadden 20 kamers, omdat de knechten ook in het huis “woonden”. Ze hadden ook een kantoor, zolder, kelder en een opslagplaats voor goederen. Rijken kooplieden bouwden hun huis aan het IJ. 7. Molens: In Noord Holland veranderde er veel. In 1600 stond het nog bijna helemaal vol water en 40 jaar later niet meer. Jan Adriaanszoon uit de Rijp bouwde molens om weilanden en meren droog te zuigen. Ze noemen de molenbouwer meneer Leeghwater. In Noord Holland liggen grote meren, zoals: de Beemster, de Schremer en de Purmer. Na 5 jaar is de Beemster leeggezogen. Prins Maurits en zijn broer Frederik Hendrik kwamen dit wonder bekijken. Prins Maurits moest en zal op die drooggelegde grond lopen, zo van fantastisch vond hij het. Langs de Zaan werden de een naar de ander molen gebouwd. Aan het eind van de 17e eeuw waren er in de Zaanstreek al ongeveer 600 windmolens. Sommige molens werden gebruikt voor het snijden van Scandinavisch hout. Van dat hout bouwen ze schepen voor de Amsterdamse kooplieden. Ook bouwen ze oorlogsschepen voor de admiraals Piet Hein en Michiel Ruyter (zie hieronder.) Michiel Ruyter. 8. Beroemde schilders: Rijke kooplieden lieten zichzelf en hun familie schilderen. Daarom kregen schilders veel werk. En daarom werden veel schilders beroemd. Een van de beroemdste schilders is Rembrandt van Rijn. Zijn beroemdste schilderij is ‘De Nachtwacht’. Heel veel mensen uit de hele wereld gingen kijken naar het schilderij. Het schilderij stond en staat in het Rijksmuseum in Amsterdam. Eigenlijk heet het schilderij: ‘Het corporaal van kapitein Frans Banningh Coxq en luitenant Ruytenburgh’. Rembrandt maakte dit schilderij in 1642 voor de schutters van kapitein Cocq. Het schilderij hing best lang in de rokerige zaal van ‘De Doelen’ net boven een openhaard. Daardoor werd het steeds donkerder, opeens zei een man: “Het lijkt wel de Nachtwacht.” Toen hebben ze het schilderij de naam ‘De Nachtwacht’ gegeven. Rembrandt van Rijn. 9. Tulpenbollen: In januari 1636 waren er in veel Hollandse steden, zoals Haarlem, Gouda, Amsterdam, Leiden en Den Haag veel mensen opgewonden. Niet omdat de winter begon maar over de tulp die toen voor het eerst in Nederland te zien was! Nederlanders vonden de tulp zo mooi dat ze er in handelden. Kunstschilders hebben mooie boeken gemaakt, vol met allemaal mooie tulpen in allerlei soorten en kleuren. Vooral tulpen met de streepjes vonden de mensen mooi. Namen: De bloembollen hadden ook namen, zoals ‘de gele van Catoleyn’ , ‘De generaal van Gouda’ of Semper Augustus.’ Rage: Opeens waren tulpen een rage. De prijzen werden steeds hoger. Soms werd een tulp wel 9x op één dag doorverkocht. ’s Ochtends kostte de tulpenbol nog 45 gulden en ’s avonds kostte die 900 gulden. In Hoorn koopt een man 3 tulpenbollen in ruil van zijn hele huis. Hij is er nog blij mee ook! De duurste bol is de ‘Semper Augustus’. Deze werd verkocht voor 13.000 gulden. 10. De VOC: De VOC werd in 1602 opgericht. In de begintijd leverde de handel met Azië de Hollanders al grote sommen geld op. In de 18e eeuw was de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) lange tijd het grootste bedrijf ter wereld. Rond 1730 had de VOC verspreid over de wereld meer dan 30.000 mensen in dienst. Een derde daarvan werkte in de Nederlanden en op de schepen van de Compagnie. Maar het merendeel woonde en werkte in Azië. Van Perzië tot Japan had de VOC daar namelijk meer dan 20 handelskantoren. Vanuit die kantoren werd handel gedreven met de plaatselijke bevolking. De VOC handelde in de eerste plaats in de specerijen die alleen in Azië groeiden: kruidnagel, noodmuskaat, foelie, kaneel en peper. In Europa gebruikten de mensen die specerijen in hun eten, maar ook als medicijnen. Doordat de VOC de enige in de wereld was die in die specerijen handelde, kon ze deze specerijen voor veel geld verkopen. De specerijen brachten de VOC dus grote rijkdommen. Maar de handelaren van het bedrijf kochten en verkochten ook andere producten uit Azië. Koffie en thee bijv. en katoenen stoffen, suiker, Chinees porselein, grondstoffen om verf van te maken, zwavel, kamfer, ivoor ,sandelhout en nog veel meer van zulke tropische producten. Elk jaar stuurde de VOC ongeveer 30 schepen vanuit de Republiek der Verenigde Nederlanden naar Azië om de handelswaar op te gaan halen. In de Nederlanden verkochten de kooplieden van de Compagnie die goederen dan weer aan handelaren uit heel Europa. Ook aan de handel en scheepvaart binnen Europa verdienden ze toen erg veel. 11. De WIC: De WIC (West Indische Compagnie) werd opgericht in 1621. Hij werd opgericht, omdat ze al de VOC hadden maar die ging naar het oosten. Dus moesten ze een nieuwe “club” hebben, om naar het westen te gaan. Piet Hein was de beroemdste kapitein van de WIC. 12. Regenten: De rijke kooplieden bestuurden vaak ook de steden en de provincies. Regenten werden ze genoemd. Regenten waren lid van de vroedschap en de magistraat. Een vroedschap is een soort gemeenteraad, de magistraat is te vergelijken met de burgemeesters en de wethouders van nu. De regenten deden erg hun best voor hun stad, maar soms waren ze niet altijd eerlijk. Dan staken ze bijvoorbeeld het geld voor de stad in hun eigen zak. 13. Geen koning: In de zeventiende eeuw was er geen koning in Nederland. Ons land was een republiek. Er waren provincies, die een eigen bestuur hadden: de staten. Soms overlegden die met elkaar in een vergadering die we de Staten-Generaal noemden. Dan ging het vaak over zaken die met het buitenland te maken hadden, of het betalen van het gezamenlijke leger. 14. Poppenhuizen: Na 300 jaar is er natuurlijk veel veranderd in de grote grachtenpanden. Er is vaak verbouwd. Hoe de huizen er precies uitzagen in de zeventiende eeuw weten we door schilderijen en poppenhuizen. Rijke dames lieten poppenhuizen maken om een beetje op te scheppen. Kinderen mochten er niet aan komen, want er mocht niets kapot gaan. 15. Armoede: Naast alle rijkdom waren er ook veel arme mensen in de 17e eeuw. Ze moesten hard werken voor weinig geld. Soms waren ze zo arm dat ze moesten bedelen. In Amsterdam werden bedelaars opgepakt en naar het rasp- en spinhuis gestuurd. Dit was een soort gevangenis. De bedoeling was dat de bedelaars daar ´opgevoed´ zouden worden. De mannen moesten daar hout raspen, de vrouwen moesten er spinnen. 16. Gewaarde Boeren: De boeren met een eigen boerderij en een eigen stuk grond waren er nog het beste aan toe. Ze werden "gewaarde boeren" genoemd, omdat ze iets van waarde bezaten: grond. Vaak nam de oudste zoon de boerderij over als de vader stierf. De andere zonen bleven dan bij hun broer inwonen. Zij trouwden niet, omdat er voor hen geen boerderij was. 17. Keuterboeren: Er waren veel kleine boeren. Die woonden op kleine boerderijtjes met een klein stukje grond dat zij hadden gepacht van een edelman of van een grote boer. In ruil daarvoor moesten zij allerlei klussen opknappen voor hun landheer. Als ze klachten hadden, konden ze door hem zo uit hun boerderij worden gezet. Deze keuterboeren waren arm. Op allerlei manieren probeerden ze wat bij te verdienen. Ze maakten klompen en manden, ze looiden een koeienhuid tot leer. Dagenlang zaten ze achter een spinnewiel om wol of linnen te spinnen. Veel bracht deze huisnijverheid echter niet op. In die tijd was in het oosten van os land bijna alle grond bedekt met heide. Daarop graasden de schapen van de boeren. Die schapen waren belangrijk. Ze leverden niet alleen wol en vlees, maar vooral ook mest. Die mest was nodig om de akkers vruchtbaar te maken. Zonder die mest groeide er haast niets op de schrale zandgrond. Maar niet iedereen mocht zijn schapen laten grazen op het heideveld. Een veldwachter hield dat streng in de gaten. 18. Huttenlui: Veel mensen in het oosten van ons land woonden in hutten, ver buiten het dorp. Deze "huttenlui" hadden het nog moeilijker dan de keuterboeren. Ze bezaten geen grond en konden dus geen voedsel verbouwen. Ze probeerden wat geld te verdienen met het maken van bezems. Heel vaak moest de kerk deze huttenlui helpen om te voorkomen dat ze van de honger stierven. 19. Turfstekers: Rond 1600 lag er op het grensgebied van Groningen en Drente nog een enorm veenmoeras. Niemand waagde zich hierin, want je zakte erin weg. Niemand had ooit belangstelling voor deze woestenij. Eigenlijk was het een soort niemandsland. Maar toen er in de 17e eeuw veel vraag kwam naar turf, werd dit veengebied opeens wél belangrijk. Er waren genoeg werkloze boerenzoons die voor een appel en een ei de god ganse dag turven wilden steken. De arme turfstekers moesten met hun gezinnen wonen in plaggenhutten. Iedere morgen trokken de mannen om 6 uur met een platte schop naar de uitgestrekte moerassen. Om genoeg te verdienen moesten zij per week duizenden turven steken. De bazen verkochten die voor veel geld aan de rijke stedelingen in Holland. Met het geld dat ze verdienden, lieten ze prachtige herenhuizen bouwen. De arme turfstekers kwamen in hun vochtige plaggenhutten bijna om van de honger. De Drentenaren waren het er niet mee eens dat de ondernemers uit Groningen hun turven kwamen wegsteken. Na veel gepraat werd besloten een grens trekken: vanuit de Martinitoren in Groningen in een kaarsrechte lijn naar de kasteeltoren van ter Apel. 20. Nawoord: Ik vond het heel leuk om een werkstuk over de Gouden Eeuw te maken. Ik heb er ook veel tijd aan besteed. Op school heb ik er ook al best wel veel aan gedaan. Bij de bieb heb ik ook nog naar boeken gezocht. Maar ik vond het wel heel leuk om te doen!
Ingezonden op 01-11-2010 - 1503x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
even doorlezen en netjes en rustig blijven lezen
FAN MIJ
FAN IK JOU
STUDIENERD
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!