Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Studie LEREN gs
› 0 bio boor jou
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Studie LEREN gs
0 bio boor jou
Jaar 2
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
voedingsmiddelen = alles wat je eet of drinkt Plantaardige voedingsmiddelen = wortels, stengels, bladeren, vruchten en zaden van bepaalde planten Dierlijke voedingsmiddelen = delen van dieren (vlees,vis) of producten van dieren (eieren en zuivelproducten, bijv. melk, yoghurt, kaas en boter) Voedingsstoffen = de bruikbare bestanddelen van voedingsmiddelen Bouwstoffen = worden gebruikt bij de vorming van cellen en weefsel (vooral bij groei, ontwikkeling en herstel van het lichaam Brandstoffen = leveren energie voor beweging, voor het op peil houden van de lichaamstemperatuur en voor groei, ontwikkeling en herstel Reservestoffen = worden opgeslagen in bepaalde delen van het lichaam Beschermende stoffen = zorgen ervoor dat je gezond blijft Voedingsvezel = alle onverteerbare stoffen in plantaardig voedsel De functie van voedingsvezel = bevorderen van het darmperistaltiek Eiwitten = dienen als bouwstof, ook brandstof, maar nooit reservestof Koolhydraten = dienen als brandstof, ook bouwstof en reservestof Voorbeelden van koolhydraten = glucose, suiker, zetmeel Vetten = dienen als brandstof, ook bouwstof en reservestof. Ze worden o.a. onder de huid opgeslagen Water = dient als bouwstof en is belangrijk bij het vervoeren van stoffen in het lichaam Mineralen = dienen als bouwstof en beschermende stof Voorbeeld van mineralen = kalkzouten voor de opbouw van beenderen. Vitamines = dienen als bouwstof en beschermende stof. Ze worden aangegeven met letters (bijv. A, B, C en D) Voedingswijzer groep 1 = brood en aardappelen (of rijst, macaroni, spaghetti, peulvruchten) Voedingswijzer groep 2 = groente en fruit Voedingswijzer groep 3 = melk, kaas (of andere melkproducten) en vlees, vleeswaren, kip, vis, ei of tempeh Voedingswijzer groep 4 = margarine, halvarine of olie. Indiator = stof waarmee je een andere stof kunt aantonen Joodoplossing is indicator voor = zetmeel Joodoplossing kleurt blauwzwart betekend = Er zit zetmeel in Oorzaken van ondervoeding = te weinig voedsel of te kort aan bepaalde voedingsmiddelen, bijv eiwitten Gevolgen van eiwittekort bij kinderen = langzamere groei en ontwikkeling, mogelijke hersenbeschadiging en opgezwollen buikjes Oorzaken van overvoeding = te veel voedsel en te vet voedsel Gevolg van overvoeding = er wordt te veel vet als reservestof opgeslagen (overgewicht) Feit = een vaststaand gegeven Mening = geeft weer hoe iemand denkt over iets
Ingezonden op 01-11-2010 - 1552x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!