Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Fdegier's Lijsten
› 3 Frans, Super Chouette, Les 3
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Fdegier's Lijsten
, deel 2
3 Frans, Super Chouette, Les 3
Jaar 3 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
il y a quelqu'un? = is er iemand? un gîte = een vakantiehuis l'accent = het accent que désirez-vous? = wat wenst u? ça fait = dat kost il est d'accord = hij is het ermee eens décevoir = teleurgesteld verser des arrhes = een voorschot betalen tout de suite = meteen pas de quoi = graag gedaan montrer = laten zien suivez-moi = volg me maar le point de départ = het startpunt, het vertrekpunt het startpunt; het vertrekpunt nombreux = talrijk une gorge = een diep dal, een rivierengte; een diep dal; een rivierengte une sortie = een uitje la descente = het (af)varen; het afvaren; het varen le pont = de brug un plan d'eau = groot, rustig wateroppervlak; groot wateroppervlak; rustig wateroppervlak vrai = echt découvrir = ontdekken le paysage = het landschap tout près = vlak bij le château = het kasteel récemment = kortgeleden le Moyen Age = de Middeleeuwen construit (construire) = gebouwd un jour férie = een vrije dag, een feestdag; een vrije dag; een feestdag une visite guidée = een rondleiding le rendez-vous = de afspraak signifier = betekenen depuis = sinds le siècle = de eeuw l'action bienfaisante = de heilzame werking les eaux naturelles = het bronwater la source = de bron la fin = het einde la construction = de bouw vaste = groot le monde = de wereld attirer = (aan)trekken; aantrekken; trekken étranger = buitenlands la région = de streek un habitant = een inwoner les loisirs = de vrije tijd en général = in het algemeen se tourner vers = zich richten naar puisque = daar, immers; daar; immers extrêmement = uiterst couler = stromen également = eveneens l'accueil = de ontvangst, de opvang; de ontvangst; de opvang l'existence = het bestaan rénover = vernieuwen particulièrement = in het bijzonder le séjour = het verblijf environ = ongeveer considérer = beschouwen posséder = bezitten hésiter = aarzelen à votre disposition = tot uw beschikking supplémentaire = extra avoir besoin de = nodig hebben accueillir = ontvangen un délice = een genot, een genoegen; een genot; een genoegen le teint = de gelaatskleur la saveur = de smaak la pastèque = de watermeloen le raisin = de druif la framboise = de framboos le citron = de citroen la verveine = de verbena l'abricot = de abrikoos la pêche = de perzik étancher = lessen la peau = de huid assoiffé = uitgedroogd la gourmandise = iets lekkers allier = doen samengaan, verenigen; samengaan, verenigen; doen samengaan; samengaan; verenigen le bienfait = de weldaad, het genoegen; de weldaad; het genoegen hydratant = vochtinbrengend boire = drinken le robinet = de kraan un million = een miljoen un ado = een jongere, een adolescent; de jongere; een adolescent couler de source = iets vanzelfsprekends zijn la goutte = de druppel creuser = graven un puits = een put le passage = voorbijkomen un camion-citerne = een tankwagen avoir soif = dorst hebben grâce à = dankzij le voisin = de buurman un écolier = een scholier le tonneau = de ton le degré = de graad en plus = in de schaduw exister = bestaan apprécier = waarderen la mule = de ezel un canal d'irrigation = een irrigatiekanaal permettre = in staat stellen, mogelijk maken; in staat stellen; mogelijk maken un trou = een gat glisser = glijden la taille = de lengte, de gestalte; de lengte; de gestalte le puits = de put la possibilité = de mogelijkheid les environs = de omgeving à sec = droog(staand); droogstaand; droog facile = makkelijk heureusement = gelukkig pas du tout = helemaal niet le déjeuner = de lunch de rien = graag gedaan ça te convient? = schikt het je? seulement = alleen discuter = praten bonne journée = prettige dag prendre = nemen le cahier = het schrift le crayon = het potlood une leçon = een les parlera = zal spreken longuement = lang(durig); langduring; lang le corps = het lichaam liquide = vloeibaar insipide = flauw, smakeloos; flauw; smakeloos inodore = reukloos qui vaut plus cher = dat meer waard is l'or = het goud le lingot = de staaf l'eau vive = stromend water clair = helder la pub = de reclame au bord de = aan sans = zonder mon vieux = m'n beste tu ne vivras pas vieux = zul je niet oud worden le ruisseau = de beek plonger = plonzen le seau = de emmer
Ingezonden op 11-11-2010 - 1443x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Dit zijn alleen de eerste drie kolommen. De rest komt nog!
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!