Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
5MMtWe
› 2 woordenlijst Kapitel 2
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
5MMtWe
, deel DUITS
2 woordenlijst Kapitel 2
Jaar 5 (aso)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
der Sport = de sport (Sport) treiben =(Sport) beoefenen der Sportler (-) = de sportman die Sportlerin (nen) = de sportvrouw der Sportstar (s) = de sportster sportlich = sportief die Sportart (en) = de sportart der Füssball = de voetbal der Fussbalschuh (e) = de voetbalschoen das Fussballfeld = het voetbalveld der Profi (s) = de prof; de professional das Tor (e) = het doel; het doelpunt der Torwart = de doelman der Verteidiger (-) = de verdediger [red]der Mittelfeldspieler (-)[/red] = [red]de middenveldspeler[/red] [red]der Stürmer (-) [/red] = [red]de aanvaller[/red] der Ersatzspieler (-) = de invaller der Schiedsrichter = de scheidsrechter [red]die Pfeife[/red] = [red]het fluitje[/red] [red]der Linienrichter[/red] = [red]de grensrechter[/red] der Zuschauer (-) = de toeschouwer [red]der Strafraum[/red] = [red]het strafschopgebied[/red] [red]der Elfmeter (-)[/red] = [red]de strafschop[/red] [red]der Freistoss[/red] = [red]de vrije trap[/red] [red]der Eckball (¨e)[/red] = [red]de hoekschop[/red] das Tischtennis = het tafeltennis das Badminton = het badminton das Hockey = het hockey [red]der Schläger[/red] = [red]het racket; de stick[/red] {NIET de meezinger!} der Tennisplatz = de tennisbaan [red]der Federball[/red] = [red]de pluimbal; de shuttle[/red] der radsport = de wielersport [red]das Rennrad[/red] = [red]de racefiets[/red] [red]der reifen (-)[/red] = [red]de band[/red] der Lenker; die Lenkstange = het stuur das Trikot = het shirt; het truitje dei Leichtathletik = da atletiek; het turnen; de gymnastiek der Spike (s) = de spike das Stadion = het stadion die Sporthalle (n) = de sportzaal die Turnhalle (n) = de gymzaal; de turnzaal das Triathlon; der Triathlon = de triatlon gewinnen = winnen (be)siegen = (over)winnen der Sieg (e) = de overwinning der Sieger (-) = de overwinnaar verlieren = verliezen die Niederlage (n) = de nederlaag spielen = spelen trainieren = trainen der Spieler (-) = de speler der Trainer = de trainer das Training = de training das Trainingslager = het trainingskamp das Spiel (e); das Match (e) = de match; de wedstrijd {er zijn 2 mogelijke vertalingen, in beide richtingen} der Wettkampf (¨e) = de wedstrijd { vertaling DE MATCH is hierbij NIET mogelijk} das Länderspiel (e) = de interland das Turnier (e) = het toernooi das Rennen(-) = de race; de koers das Finale; das Endspiel = de finale die Mannschaft (en) = de ploeg; het elftal der Verein (e) = de vereniging; de club der Gegner (-) = de tegenstander die Karte (n) = de kaart; de toegangskaart der Meister = de kampioen der Europameister = de Europees kampioen der Weltmeister = de wereldkampioen die Weltmeisterschaft (en) = het wereldkampioenschap die Olympischen Spiele = de Olympische spelen die Medaille (n) = de medaille die Goldmedaille = de gouden medaille der Rekord (e) = het record der Weltrekord = het wereldrecord der Pokal = de beker die Karriere = de carrière die Leistung (en) = de prestatie der Erfolg (e) = het succes erfolgreich = succesvol die Verletzung (en) = de kwetsuur; de verwonding verletzt = geblesseerd die Nahrung = de voeding die Ausdauer = het uithoudingsvermogen müde = moe die Erschöpfung = de uitputting erschöpft = uitgeput der Spass = het plezier Spass machen = leuk zijn durchhalten = volhouden das Ziel = het doel; de finish; de eindmeet die Formel 1 = de formule 1 der Rennwagen (-) = de raceauto das Lenkrad; das Steuer = het stuur die Flagge (n) = de vlag bremsen = remmen das Rodeln = het rodelen; het sleeën {let op de schrijfwijze} der Schlitten = de slee der Helm = de helm der Judoanzug = de judogi; de jodo outfit das Boxen = het boksen der Boxhandschuh (e) = de bokshandschoen der Boxring = de boksring das Skilaufen = het skiën der Ski (er) = de ski das Eislaufen = het schaatsen der Schlittschuh (e) = de schaats die Skipiste = de skipiste die Eisbahn = de ijsbaan; de schaatsbaan das Reiten = het paardreiden [red]der Sattel[/red] = [red]het zadel[/red] die Reitbahn = de manege das Schwimmen = het zwemmen das Schwimmbad (¨er) = het zwembad das Hallenbad (¨er) = het overdekt zwembad das Freibad (¨er) = het openluchtzwembad [red]das Sprungbrett[/red] = [red]de springplank[/red] die Dusche (n) = de douche die Schwimmbrille = de zwembril die Schwimmhose = de zwembroek der Badeanzug = het badpak [red]die Badekappe[/red] = [red]de badmuts[/red] [red]das Brustschwimmen[/red] = [red]de schoolslag[/red] [red]das Kraul(schwimmen)[/red] = [red]de crawl(slag)[/red] tauchen = duiken das Segeln = het zeilen das Segelboot (e) = de zeilboot das Rudern = het roeien das Surfbrett = de surfplank die Geschwindigkeit (en) = de snelheid die Ausrüstung = de uitrusting; de benodigdheden die Kraft = de kracht wichtig = belangrijk teilnehmen (an) = deelnemen (aan) schaffen = klaarspelen; halen foulen = een overtreding begaan brauchen = nodig hebben überrunden = inhalen; een ronde voorsprong nemen; dubbelen tauschen = ruilen schiessen = schieten verabredet sein = een afspraak hebben einverstanden sein = akkoord gaan schade = jammer leider = helaas der Stress = de stress der Körper = het lichaam der Geist = de geest der Muskel (n) = de spier der Muskelkater = de spierpijn dehnen = uitrekken; uitstrekken der Nacken = de nek die Schulter (n) = de schouder der Rücken = de rug die Wirbelsäule = de wervelkolom das Gesäss; der Popo = het zitvlak; het achterste die Hüfte (n) = de heup der Oberschenkel (-) = de dij; het dijbeen die Wade (n) = de kuit das Knie (-) = de knie die Ferse (n) = de hiel
Ingezonden op 15-11-2010 - 1600x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
30-11-2011
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Het is de bedoeling dat je ook de meervouden geeft zoals in het werkboek. Veel geluk!
Bij het invullen: Eszett is "ss"
Bij hints: spatie wordt ook als een punt gerekend
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!