Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Fortuna Gymnasium 1 en 2 (les 3 tot en met 18)

16 Les 16

Jaar 2 (Gymnasium)

ille, illa, illud = die/dat; die; dat; deze/dit; deze; dit; hij; zij; het
aut = of
hic, haec, hoc = deze/dit; deze; dit
conspectus = aanblik; blik; uitzicht; zicht; (aan)blik; (uit)zicht
curia = senaatsgebouw
supersum (superfui, superesse) = over zijn; overbijven
pauci = weinige(n); enkele(n); weinige; enkele; weinigen; enkelen
interrogo (interrogare) = ondervragen
haud = (helemaal) niet; niet; helemaal niet
vinco (vici, vincĕre) = overwinnen; overtreffen
copia = voorraad; overvloed
gaudeo (gaudēre) (twee betekenissen: één + abl, één zonder) = blij zijn; zich verheugen over
rumor, rumoris (mnl) = gerucht; gepraat
quisque = ieder
captivus = gevangen; krijgsgevangene
copiae (mv) = legermacht
gaudium = vreugde
ipse, ipsa, ipsum = zelf; juist; precies
et ... et = en...en; en ... en; zowel ... als; zowel...als
iste, ista, istud = die/dat; die; dat
doleo (dolui, dolēre) = pijn/verdriet hebben; treuren (om); pijn hebben; verdriet hebben; treuren; treuren om
tumultus = rumoer; oproer 
occasio, occasionis (vrl) = gelegenheid
turbo (turbare) = in verwarring brengen; verwarren
opus, operis (onz) = werk
accido (accidi, accidĕre) = gebeuren
scribo (scripsi, scribĕre) = schrijven
intentus, intenta, intentum = (in)gespannen; ingespannen; gespannen; in gespannen verwachting; oplettend
doctus, docta, doctum = geleerd
studium = ijver; studie
bona, bonorum (onz mv) = goederen; bezittingen
factum = feit; daad
parco (peperci, parcĕre) (+ dat) = sparen
quaero (quaesivi, quaerĕre) +ab/ex (+ abl) = vragen aan
victoria = overwinning
libero (liberare) ab (+abl) = bevrijden van
septem (onverbuigbaar) = zeven
interficio (interfeci, interficĕre) = doden
legatus = onderbevelhebber; gezant
impedio (impedire) = verhinderen
plurimi (mv) = de meeste(n); de meeste; de meesten; zeer vele(n); zeer vele; zeer velen
ne (+ conj)(twee betekenissen: één na werkwoorden van vrezen en verhinderen, één zoals in les 15) = (op)dat niet; dat niet; opdat niet; om niet te; om te voorkomen dat; dat; om te
impero (imperare) (+dat) = bevelen
circum (soms + acc) = rondom
sibi (dat van se) = aan hem/haar/hen; aan hem; aan haar; aan hen
undique = van alle kanten
ius, iuris (onz) = recht
aedificium = gebouw
exitus = uitgang; afloop; einde
cura = zorg
quoniam = aangezien; omdat

Ingezonden op 17-11-2010 - 2021x bekeken.
Waardering 10 (aantal stemmen: 4)

voting system
1
2
3
4
5

En dat is de volgende (14 komt later)

Succes!!!!!
xx L

Vakken

Fortuna Gymnasium 1 en 2 (les 3 tot en met 18)

16 Les 16