Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
HCE Examenidioom Duits Amy
› 106 p6a Examenidioom
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
HCE Examenidioom Duits Amy
106 p6a Examenidioom
Jaar 5 (havo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
unbefristet = beperkt empfehlen = aanbevelen nachher = achteraf ablehnen = afwijzen gar = al helemaal absatz = alinea furcht = angst meinen = bedoelen absicht = bedoeling versprechen = beloven beschranken =beperken bezahlen = betalen sich beziehen auf = betrekking hebben op gefallen = bevallen bestatigen = bevestigen behaupten = beweren sich beschaftigen = bezig zijn beschwerde = bezwaar sich freuen = blij zijn geschaft = business freilich = echter einfach = eenvoudig einerseites... anderseites = enerzijds...anderzijds begeisterung = enthousiasme verwenden = gebruiken vor = geleden reichen = genoeg zijn eile = haast leider = helaas gar nicht = helemaal niet hirn = hersenen lieben = houden van statt = in plaats van beruhigen = kalmeren sich beschweren = klagen fuhren = leider gelingen = lukken aber = maar vielleicht = misschien begrunden = onderbouwen begrundung = onderbouwing vor kurzem = onlangs leugnen = ontkennen ehemals = ooit vorausgesetzt, dass = op voorwaarde dat genau = precies leistung = prestatie versuchen = proberen behorde = regering berucksichtigen = trekening houden met seitdem = sindsdien manchmal = soms gegen = tegen doch = toch einraumung = toevoeging einfugen = tussenvoegen letzlich = uiteindelijk vernachlassigen = verwaarlozen nahrung = voeding nach = volgens nach ansicht von = volgens ehe = voordat vorschlag = voorstel bedingung = voorwaarde einst...,nun... = vroeger..., nu... selten = zelden sich verhalten = zich gedragen sich aussern = zich uiten sich irren = zich vergissen sich langweilen = zich vervelen voraussetzung = voorwaarde
Ingezonden op 26-11-2010 - 1666x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!