Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Groundwork, deel 2

13 Thema 13. 13A1 tot en met 13C Listening

Jaar 2 (volwassenenonderwijs)

13A1
Atmosphere = (hier:) sfeer
back room = achterkamer
backyard = achtertuin
block off = (±) blokkeren,dichtmetselen
coal = steenkool
connection = (hier:) aansluiting
dining room = eetkamer
freezer = diepvrieskast
French window = openslaande glazen deur
front = aan de voorkant
hall = hal
keep (kept, kept) guard = wacht houden
knock down = afbreken
knock into one = (hier:) één maken
living room = huiskamer
move in = een huis betrekken
mutual = gemeenschappelijk
outhouse = bijgebouw
patter = getrippel
sash window = schuifraam
sofa = bank, sofa
tease = plagen
tiny = heel klein
tumble dryer = droogtrommel
up-market = (±) chic
upstairs = boven
washing machine = wasmachine
13A2
attic = zolder
downstairs = beneden
roomy = ruim
13A4
furniture = meubelen
removal van = verhuiswagen
13B1
bee = bij
bumble bee = hommel
campaign = campagne
colony = kolonie
escape = ontvluchten
flight = vlucht
ground-level = (hier:) in de grond
harm = letsel toebrengen
hive = bijenkorf
hole = gat
killer bee = zeer agressieve bij
landscape gardener = tuinarchitect
old-fashioned = ouderwets
pollinate = bestuiven
rare = zeldzaam
society = (hier:) vereniging
village hall = dorphuis
wildlife = (±) vrije natuur
13B2
prune = snoeien
shrub = struik
water = water geven
13B Grammar
in front of = voor
on top of = bovenop
over = boven
13B4
bird = vogel
cat = kat
cow = koe
dog = hond
fly = vlieg
goat = geit
horse = paard
spider = spin
13C1
bet(bet, bet) = wedden
cross = kruisen
crucial = doorslaggevend
danger = gevaar
dike, dyke = dijk
disappear = verdwijnen
dry = droog
evacuate = evacueren
flood = overstromen
give (gave,given)way = (hier:) bezwijken
immediately = direct
increase = toenemen
move out = uit een huis trekken
plug = stop
polder = polder
possible = mogelijk
rise (rose, risen = (hier:) stijgen
shock = schok
stack = opstapelen
13C2
present = tegenwoordig
13C Grammar
rollerskate = rolschaats
rollerskate = rolschaatsen
13C Words
season = jaargetijde, seizoen
13C3
all over = van top tot teen
bucket = emmer
communicate = communiceren
deck = dek
dressing gown = kamerjas
fist = vuist
flannel = (hier:) washandje
jump = springen
layer = laag
pick-axe = houweel
rub = wrijven
scrub = schrobben
seagull = zeemeeuw
shower gel = doucheschuim
take (took,taken) a breath = adem halen
towel = handdoek
up and down = op en neer
whistle = fluiten
13C4
bulb = bol
divide = (ver) delen
lift = optillen
mature (hier:) volgroeid
transplant = verplanten
13D Listening
bush = struik
cherry tree = kersenboom
climb = klimmen
fountain = fontein
gold fish = goudvis
pagoda = pagode
path = pad
seat = (hier:) zitje
space = plaats, ruimte

Ingezonden op 09-12-2010 - 3096x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Groundwork, deel 2

13 Thema 13. 13A1 tot en met 13C Listening