Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
eigen methode
› 2 zinnen 2
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
eigen methode
, deel 1
2 zinnen 2
Jaar 1 (volwassenenonderwijs)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
?cuál es el menú del día? = Wat is het menu van de dag? ?Qué van a tomar? = Wat wilt u eten? (mv) ?Y para beber? = En om te drinken? ?Le gusta la sopa? = Smaakt de soep u? ?Le gustan las gambas? = Smaken de gambas u? La sopa me gusta mucho = De soep smaakt me heel goed voy a la tienda = ik ga naar de winkel vamos al hipermercado = wij gaan naar de (grote) supermarkt vais a las tiendas = jullie gaan naar de winkels las personas comen pescados = de personen eten vis la panadería está abierta = de bakker is open la carnicería está cerrada = de slager is gesloten es bastante caro = het is nogal duur es demasiado caro = het is te duur no es caro = het is niet duur gracias, igualmente = dank u, jij ook ?Quiere probar uno (a)? = Wilt u er een proberen (proeven)? ?Que desea? = Wat is er van uw dienst? Medio kilo de fresas, por favor = een pond aardbeien alstublieft ?Cómo dice? = Wat zegt u? (Nosotros) queremos viajar a México = Wij willen naar Mexico reizen (Yo) quiero menos problemas = Ik wil minder problemen (Yo) pierdo mucho dinero en el casino = Ik verlies veel geld in het casino (Tú) mientes a su madre = Je liegt tegen je moeder (yo) empiezo muy tarde = Ik start heel laat (Nosotros) comenzamos a hablar con el jefe = Wij beginnen te praten met de baas ?Cómo quiere los huevos? = Hoe wilt u de eieren? ?Tiene usted vino blanco? = Heeft u witte wijn? Pago la cuenta al camarero = Ik betaal de rekening aan de ober Bebo una copa de vino = Ik drink een glas wijn Tomo el menú del día = Ik neem het menu van de dag ?Quién compra el café? = Wie koopt de koffie? Lo compro yo = Die koop ik ?Quieres las patatas con mayonesa? = Wil je patatten met mayonaise? no, prefiero sin mayonesa = nee, ik verkies zonder mayonaise ?Dónde compras los croasanes? = Waar koop je croissants? Los compro en la panadería = Ik koop ze bij de bakker fresco o congelado = vers of bevroren ?Quieres un poco de pollo? = Wil je een beetje kip? ?Desean postre? = Wenst u een nagerecht? Y para mí la tarta de fresas = En voor mij de aardbeientaart pero hoy pago yo = maar vandaag betaal ik ?me trae otra botella de agua? = Brengt u mij nog een fles water? ?Me trae una poco más de pan, por favor? = Brengt u mij nog wat brood, alstublieft? El cuchillo sirve para cortar la carne = Het mes dient om vlees te snijden La cuchara sirve para tomar sopa = De lepel dient om soep te eten ?Qué toma usted para desayuno? = Wat neemt u voor ontbijt? El pescado está muy caro hoy = De vis is heel duur vandaag El pollo está muy rico = De kip is heel lekker ?Cuánto es? = Hoeveel is het? (totaal bedrag) ?Cuánto cuesta una lata de sardinas? = Hoeveel kost een blik sardienen? ?Cuánto cuestan las mandarinas? = Hoeveel kosten de mandarijnen? ?A qué hora desayunas? = Om hoe laat ontbijt je? la sopa está muy fría = de soep is heel koud Quiero un kilo de tomates, por favor = Ik wil een kilo tomaten, alstublieft ?Tiene queso? = Heeft u kaas? Deme un melón, por favor = Geef me een meloen, alstublieft Quería una botella de agua = Ik wil graag een fles water En España se toman dos platos = In Spanje nemen ze twee gerechten También podemos probar las sardinas = Ook kunnen we de sardienen proberen Y el té, ?cómo lo quieres?, ?con leche? = En de thee, hoe wil je hem, met melk? No, no como tomates = Nee, ik eet geen tomaten ?No hay café? = Is er geen koffie? ?Tiene usted hambre? = Heeft u honger? ?Tienes hambre? = Heb jij honger? Hoy tengo suerte = Vandaag heb ik geluk Tengo que terminar = Ik moet stoppen Ramon no quiere comer = Ramon wil niet eten Primero tomamos una sopa en un plato hondo = Eerst nemen wij soep in een diep bord De segundo plato comemos carne, para cortarla necesitamos un cuchillo = Als tweede gerecht eten we vlees, we hebben een mes nodig om te snijden Para mezclar el azúcar en el café necesitamos una cucharilla = Om de suiker in de koffie te mengen, hebben we een koffielepel nodig ?Tienen una mesa libre para dos personas? = Heeft u een tafel vrij voor twee personen? ?Puede traer la cuenta, por favor? = Kunt u de rekening brengen, aub? ?Podemos pagar con tarjeta de crédito? = Kunnen we betalen met kredietkaart? ?Cuánto cuesta el menú del día? = Hoeveel kost het menu van de dag? Hoy tenemos gazpacho = Vandaag hebben we gazpacho Nos trae la carta = Breng ons de kaart Me parece muy especial = Het lijkt me heel speciaal una tarta de fresas y cerezas = een taart met aardbeien en kersen La sopa está muy salada = de soep is heel zout El panadero empieza su trabajo a las tres y media de la madrugada = De bakker begint zijn werk om half vier na middernacht Me despierto a las seis y diez de la mañana = Ik word wakker om tien na zes 's morgens Tengo que ir al dentista a las once menos cuarto = Ik moet naar de tandarts gaan om kwart voor elf El autobús sale a las nueve y cuarto de la noche = De bus vertrekt om kwart over negen 's avonds Las discotecas cierran a las dos de la madrugada = De discotheken sluiten om twee uur 's nachts El recreo dura hasta la una y media = De pauze duurt tot half twee Algunas tiendas abren a las nueve y media de la mañana = Enkele winkels openen om half tien 's ochtends Llegamos a la estación a las seis menos cuarto de la tarde = We komen aan in het station om kwart voor zes 's middags Mis amigos piden otra entrada = Mijn vrienden bestelen een ander voorgerecht Rosita y tú pedís cada hora una bebida = Rosita en jij bestellen elk uur een drankje La gente en la mesa número seis desea un plato de tapas = De mensen aan tafel nummer zes wensen een bord tapas Todos los viernes yo pido un helado como postre = Alle vrijdagen bestel ik een ijsje als nagerecht ?Tú entiendes la pregunta? = Begrijp je de vraag? ?Qué quiere este cliente? = Wat wil deze klant? Nosotros seguimos todo recto = Wij volgen rechtdoor ?Vosotros quereís más? = Jullie willen meer? Yo repito la pregunta = Ik herhaal de vraag ?Qué piensa usted? = Wat denkt u? Vosotros probáis la carne = jullie proberen het vlees Mi amigo juega = Mijn vriend speelt Un cuchillo sirve para cortar = Een mes dient om te snijden Yo duermo hasta las siete = Ik slaap tot zeven uur Tú repites la palabra = Jij herhaalt het woord La señorita muestra mucho interés = De jongedame toont veel interesse Tú y yo dormimos nueve horas = Jij en ik slapen negen uur Son cinco euros con cuarenta = Het is vijf euro veertig La pequeña tres euros con veinti cinco y la grande seis euros con diez = De kleine drie euro vijventwintig en de grote zes euro en tien Qué día = Wat een dag
Ingezonden op 14-01-2011 - 1481x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
14-03-2011
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!