Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

6 VWO

9 idioom 9 t/m 12 GHL

Jaar 4 (vwo)

with regard to = met betrekking tot
willing = bereid tot
vow = gelofte
violent(violence) = gewelddadig
vigorous(vigour) = krachtig
veil = sluier
tribe = stam
trial = gerechtelijk onderzoek; poging
treaty = verdrag
treasure = schat
to violate(violation) = schenden
to upset = van streek brengen
to trade(trade) = handelen
to struggle(struggle) = worstelen
to stir = bewegen; roeren
to state(statement) = verklaren
to starve(starvation) = verhongeren
to stain = besmeuren
to sound = klinken
to solve(solution) = oplossen
to resign = aftreden
to rescue(rescue) = redden
to require(requirement) = vereisen
to repeat(repetition) = herhalen
to remove(removal) = verwijderen
to remind(reminder) = herinneren aan
to relieve = verlichten
to release(release) = vrijlaten
to rejoice = zich verheugen
to reject(rejection) = afwijzen
to regard = beschouwen
to reflect(reflection) = weerspiegelen
to refer(reference) = verwijzen
to pride yourself on = prat gaan op
to prevent(from)(prevention) = voorkomen
to prescribe = voorschrijven
to occur(occurrence) = voorvallen
to occupy(occupation) = bezetten
to modify(modification) = wijzigen
to manufacture(manufacturer) = fabriceren
to limit = beperken
to justify(justification) = rechtvaardigen
to inquire(inquiry) = informeren
to increase(increase) = toenemen
to humiliate(humiliation) = vernederen
to heighten = verhogen
to flourish = bloeien
to fancy(fancy) = leuk vinden
to extend(extension) = uitbreiden
to explore(exploration) = verkennen
to exploit(exploitation) = uitbuiten
to expand(expansion) = uitbreiden
to exile(exile) = verbannen
to dwell = wonen
to disclose = openbaar maken
to disapprove of(disapproval) = afkeuren
to disappoint(disappointment) = teleurstellen
to diminish = verminderen
to develop(development) = ontwikkelen
to despise = verachten
to desire(desire) = wensen; verlangen
to deserve = verdienen
to consist of = bestaan uit
to conserve(conservation) = behouden
to conquer(conquest) = veroveren
to confuse(confusion) = verwarren
to confirm(confirmation) = bevestigen
to confine = beperken
to conceive(conception) = verwekken
to conceive(concept) = bedenken
to conceal = verbergen
to compete(competition) = concurreren
to betray(betrayal) = verraden
to benefit from(benefit) = profiteren van
to be prejudiced(prejudice) = bevooroordeeld zijn
to be likely to = waarschijnlijk ...
to be inclined to(inclination) = de neiging hebben om
to be in the process of = bezig zijn te
to be at stake = op het spel staan
to apply(application) = toepassen
to apply for(application) = solliciteren naar
to appeal to(appeal) = aantrekkingskracht hebben op
to annoy(annoyance) = irriteren
to announce(announcement) = aankondigen
to amount to = bedragen
to alienate(alienation) = vervreemden
to agree with = het eens zijn met
to aggravate(aggravation) = ergeren
to affect = van invloed zijn op; treffen
to advocate(advocate) = voorstaan
stubborn = koppig
store = winkel
steady = vast
stain = vlek
stage = podium, stadium
source = bron
sound = verstandig, klank
sole = enige; voetzool
smooth = glad, soepel
skull = schedel
skilful(skill) = bekwaam, vaardig
size = grootte; omvang
repeatedly = herhaaldelijk
remote = ver weg
relic = overblijfsel
reliable(reliability) = betrouwbaar
pride = trots
previous = vorige
present = huidig
prescription = voorschrift
opportunity = kans, gelegenheid
old-fashioned = ouderwets
occasion = gelegenheid
obvious(ly) = duidelijk
notice = mededeling
notably = met name
means = middle(en)
mature(maturity) = volwassen
massacre = massamoord; bloedbad
limit = grans
likely = waarschijnlijk
lawful = wettig
interest = belang, rente
innovative = vernieuwend
indignant = verontwaardigd
incentive = stimulans
heritage = erfgoed
hereditary(heredity) = erfelijk
hence = vandaar
good fortune = geluk
gigantic(giant) = reusachtig
gentle = vriendelijk, zacht
generous(generosity) = edelmoedig
fortune = fortuin, lot
flaw = fout; tekortkoming
fatal = fataal; dodelijk
fashionable = modieus
familiar = bekend
expenses = (on)kosten
evil = kwaad(willig)
evidence = bewijs
eternal(eternity) = eeuwig
dusk = schemering
disaster = ramp
disadvantage = nadeel
disabled = invalide
dignity = eer, waardigheid
destination = bestemming
despite/in spite of = ondanks
conspicuous = opvallend
consequently = dientengevolge
conscious = zich bewust
conscientious = gewetensvol
conscience = geweten
confinement = beperking
confidential = vertrouwelijk
concerned = bezorgd; desbetreffende
concern = zorg; bedrijf
compulsory = verplicht
competitive = concurrerend
burden = last
brutal = bruut
bewildered = verbijsterd
beneficial = heilzaam
anxious(anxiety) = bezorgd, angstig
annual = jaarlijks
ancient = heel oud
ancestor = voorouder
amount = hoeveelheid
age = leeftijd
after all = per slot van rekening
affluent = rijk, welvarendwith regard to = met betrekking tot
affluent = rijk, welvarend

Ingezonden op 10-02-2011 - 1716x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Net zoals de vorige lijsten alleen geschikt voor leerlingen van het Groene hart Lyceum vanwege een aangepaste lijst door een docent opgesteld. veel succes ermee, heb hem zelf moeten intypen en nu heb ik er genoeg van -.-
heb morgen hier o.a. toets over icm 134 onreg. ww's en nog wat grammatica...

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Engels Examenidioom Voor 4/5 Havo en 4/5/6 VWO

9 idioom 9 t/m 12 GHL