Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
G Gebekt
› 13
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
G Gebekt
, deel 2
hoofdstuk 13
Jaar 2 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
1. Spitsroeden lopen = Zo hard werken, dat je lichaam gevaar loopt. Oog om oog, tand om tand= een rechtvaardiging voor het nemen van wraak. 3. Ergens haring of kuit van willen hebben = precies willen weten hoe het zit. 4. Het hemd is nader dan de rok= iemand denkt vaak eerst aan zichzelf en zijn familie. 5. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan = de ware aard van iemand komt altijd boven. 6. Van de hand in de tand leven = leven zonder zich zorgen te maken over de toekomst. 7. De plaat poetsen = vertrekken 8. Met de noorderzon vertrekken = weggaan zonder bericht. 9. Van een koude kermis thuiskomen = ergens slecht van afkomen. 10. Zo gewonnen, zo geronnen = wat je (snel) verdient, ben je zo weer kwijt. reviseren = delen vervangen. 2. appreciëren = waarderen. 3. recenseren = beoordelen. 4. paraferen = een paraaf zetten. 5. molesteren = lastig vallen. 6. demoraliseren = ontmoedigen. 7. resumeren = samenvatten. 8. acquireren = klanten werven. 9. refereren = verwijzen. 10. Door opmerkingen verdacht maken = insinueren. C. 1. De kool en de geit sparen = Geen partij kiezen; een conflict uit de weg gaan. 2. Uilen naar Athene dragen = Zinloos werk doen. 3. Als het kalf verdronken is, dempt men de put = men neemt pas maatregelen,als er al iets naars gebeurd is. 4. Beter één vogel in de hand, dan tien in de lucht = tevreden zijn met iets van weinig waarde en niet steeds blijven uitkijken naar iets met veel waarde wat je toch niet kan krijgen. 5. In de aap gelogeerd zijn = in de problemen zitten. 6. Stinken als een bunzing = erg stinken. 7. Een stok vinden om de hond te slaan = iets vinden om kritiek te leveren. 8. Er schuilt een adder onder het gras = iets lijkt mooi, maar er zit een nadeel aan verbonden. 9. Een witte raaf = iets zeldzaams. 10.Boter bij de vis = contant betalen.
Ingezonden op 15-02-2011 - 3043x bekeken.
Waardering 7.4 (aantal stemmen: 3)
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!