Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Bienvenidos 1 Vocabulario
› 2
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Bienvenidos 1 Vocabulario
, deel 2
hoofdstuk 2
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
agencia de viajes, la = reisbureau aislado /a = geïsoleerd alfombra, la = tapijt, vloerkleed algo = iets alojamiento, el = logies; onderkomen alojarse = zijn intrek nemen aprender = leren así = zo, op die manier así como = net als ayudar = helpen baño, el = wc; bad(kamer) botones, el = piccolo, hotelbediende bueno /a = goed cafetería, la = lunchroom; bar cajero /a, el/la = kassier/caissière cama, la = bed camarero /a, el/la = ober/serveerster kamerjongen/-meisje casilla, la = hokje chef, el = chef cliente, el/la = klant clientela, la = vaste klanten, clientèle comentario, el = commentaar ¿Cómo? = Hoe?,Wat? comodidad, la = comfort; gemak voorziening complemento de aseo, el = toiletartikelen conserjería, la = receptie, ontvangstbalie contar = tellen correo electrónico, el = e-mail correspondiente = desbetreffend(e) cortina, la = gordijn costa,la = kust Costa Blanca, la = Costa Blanca costar = kosten cuánto /a = hoeveel cuidar = letten op danés /danesa, (el/la) = Deens; Deen(se) decoración,la = interieur deporte, el = sport desayuno, el = ontbijt desear = wensen; willen desde = sinds, vanaf desde ... hasta ... = tussen ... en ... dibujo, el = tekening diferenciar(se) = (zich) onderscheiden dinero, el = geld director, el = directeur divertirse = zich vermaken ¿Dónde está? = Waar is hij/zij/u/het? en = in, op ¿En qué piso? = Op welke verdieping? ejemplo, el = voorbeeld elegir = (uit)kiezen encontrar = vinden, aantreffen espejo, el = spiegel estancia, la = verblijf estudio, el = studie experto /a = ervaren, deskundig experto, el = deskundige, expert familia, la = familie; gezin famoso /a = beroemd, bekend fecha de llegada, la = aankomstdatum fecha de salida, la = vertrekdatum fiarse = vertrouwen folleto publicitario, el = reclamefolder formación, la = opleiding garantizado /a = gegarandeerd gobernanta, la = hoofd van de huishouding gustar = mooi/leuk/fijn vinden; bevallen habitación, la = kamer hablar = praten hacer = doen,maken haber = hebben/zijn (+ voltooiddeelwoord) hay (forma impersonal de haber) = er is/ er zijn ¿Hay ofertas especiales? = Zijn er bijzondere aanbiedingen? hijo /a, el/la = zoon/dochter hotel de lujo, el = luxehotel hotel de esquí, el = skihotel hotel rural, el = plattelandshotel hotel temático, el = themahotel idioma, el = taal inconveniente, el = bezwaar, nadeel interesante = interessant internacional = internationaal irse = weggaan lámpara, la = lamp limpieza, la = schoonmaak llave, la = sleutel llave magnética, la = magneetsleutel lujo, el = luxe mal = slecht mañana, la = ochtend, morgen más = meer mayoría, la = meerderheid mejorar = verbeteren mesilla de noche, la = nachtkastje mientras = terwijl millón, el = miljoen mini-bar, el = minibar mobiliario, el = meubels, meubilair monitor, el = begeleider montaña, la = berg muy bien; muy mal = heel goed; heel slecht natación, la = (het) zwemmen navegación, la = hier: (het) zeilen noche, la = avond; nacht nombre, el = naam noruego /a, (el/la) = Noors; Noor(se) nuestro /a = ons/onze número de habitación, el = kamernummer número de personas, el = aantal personen objeto de valor, el = waardevol voorwerp octavo /a = achtste ofrecer = aanbieden opcional = optioneel, facultatief otro /a = ander(e) pareja, la = paar, stel parque temático, el = themapark pensión, la = pension pequeño /a = klein pero = maar pinche de cocina, el = keukenhulp; koksmaat piso, el = verdieping; flat playa, la = strand poder = kunnen; mogen portero, el = portier ¿Por qué no? = Waarom niet? practicar = (be)oefenen precio, el = prijs precio por día, el = dagprijs precio por noche y habitación, el = prijs per nacht en per kamer pregunta, la = vraag producto, el = product pueblo, el = dorp quinto /a = vijfde recepción, la = receptie recepcionista, el/la = receptionist(e) reclamar = reclameren régimen, el = verblijfsvorm in hotel: solo alojamiento = logies alojamiento y desayuno = logies met ontbijt media pensión = halfpension pensión completa = volpension regular = gewoon relación calidad-precio, la = prijs-kwaliteitverhouding relaciones humanas, las = intermenselijke betrekkingen relaciones públicas, el/la = pr-medewerk(st)er relaciones públicas, las = public relations relajarse = zich ontspannen rellenar = invullen reservar = reserveren responsabilizarse = zich aansprakelijk stellen restaurante, el = restaurant saber = weten se (pronombre reflexivo) = zich sé (saber) = ik weet señora, la = vrouw,mevrouw servicio, el = service; dienst servicio de habitaciones, el = roomservice si = als, indien siempre = altijd silla, la = stoel sillón, el = fauteuil sol, el = zon Su opinión cuenta. = Uw mening telt. submarinismo, el = (het) diepzeeduiken sueco /a, (el/la) = Zweeds; Zweed(se) sueldo, el = loon, salaris superoferta, la = superaanbieding ¿Te gusta? = Vind je het mooi? telefonista, el/la = telefonist(e) teléfono, el = telefoon teléfono de contacto, el = telefonisch bereikbaar onder nummer televisión, la = televisie tipo de habitación, el = kamertype, soort kamer tipo, el = type, soort trabajo, el = werk turnos, los = (ploegen)dienst utilizar = gebruiken variedad, la = verscheidenheid varios / varias = verschillende ventaja, la = voordeel verdad, la = waarheid ver = zien verse = elkaar zien, afspreken windsurf, el = (het) windsurfen
Ingezonden op 09-03-2011 - 1576x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!