Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Bienvenidos 1 Vocabulario
› 7
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Bienvenidos 1 Vocabulario
, deel 7
hoofdstuk 7
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
a pie = te voet aburrir(se) = (zich) vervelen acomodador, el = plaatsaanwijzer (in de bioscoop) además = bovendien ahorrar = sparen, besparen ahorro, el = (het) sparen; besparing, bezuiniging algún/alguna/algunos/algunas = enige, enkele Allá es. = Daar is het. alrededor = rondom; omstreeks ampliar = uitbreiden antiguo /a = oud, antiek aprovechar = gebruikmaken, benutten arroz, el = rijst Australia (f.) = Australië azteca, (el/la) = Azteeks; Azteek(se) barato /a = goedkoop buscar = zoeken butaca, la = (zit)plaats (in zaal, trein, boot) cada = ieder, elk cala, la = kreek camión, el = vrachtwagen Canadá (m.) = Canada cansado /a = moe, vermoeid cantidad, la = hoeveelheid capital, la = hoofdstad caro /a = duur casino, el = casino catedral, la = kathedraal categoría, la = categorie céntimo, el = cent cifra, la = cijfer cheques de viaje ("travellers"), los = travellercheques coche, el = auto comentario, el = commentaar comisión, la = commissie comparar = vergelijken comprar = kopen comprobar = bevestigen conductor /a, el, la = chauffeur (m/v), bestuurder/bestuurster conocer = kennen; leren kennen contaminación, la = vervuiling creer = geloven, denken ¿Cuánto es? = Hoeveel is het? cuento, el = verhaal datar (de...) = dateren (van/uit ...) delicioso /a = overheerlijk Dinamarca (f.) = Denemarken directamente = rechtstreeks, direct dirigirse (a) = zich wenden (tot) DNI (documento nacional de identidad ), de = Nationaal Identiteitsdocument habitación doble, la = tweepersoonskamer habitación doble de uso = tweepersoonskamer door individual, la één persoon gebruikt documento, el = document doler (me duele ...) = pijn doen (het/... doet me pijn) enseñar = laten zien; onderwijzen expirar = verlopen exponente, el = exponent; uiting fábrica, la = fabriek gastar = uitgeven, spenderen generoso /a = gul, ruimhartig habitual = gewoonlijk, gewoon historia, la = geschiedenis India (f.) = India ir por tu cuenta = je eigen weg zoeken Islas Balearles, las = Balearen Japón (m.) = Japan lejos = ver (weg) Lo siento, señor. = Het spijt me, meneer. lujoso /a = luxueus,weelderig Mañana mismo. = Morgen nog. maravilloso /a = fantastisch, wonderschoon marca de agua, la = watermerk Marruecos (m.) = Marokko máximo = maximaal, hoogstens me encantaría ... = ik zou het erg leuk vinden me gustaría ... = ik zou het leuk vinden megalítico /a = megalithisch menorquín /menorquina = inwoner/inwoonster van Menorca merecer la pena = de moeite waard zijn modernismo, el = modernisme modificar = wijzigen, veranderen moneda,la = munt(eenheid) monumento, el = monument, bezienswaardigheid Muchísimas gracias, señor. = Hartelijk dank, meneer. museo, el = museum no hace falta = het/dat is niet nodig normalmente = normaal, gewoonlijk norte, el = noorden oportunidad, la = mogelijkheid, kans organizar = organiseren parar = stoppen pasajero /a, el/la = passagier (m/v) pasear por ... = wandelen langs/door ... paseo marítimo, el = strandboulevard Perú (m.) = Peru peseta, la = peseta pintoresco /a = pittoresk, schilderachtig pirámide, la = pyramide playa, la = strand plaza,la = plaats poco = weinig Portugal (m.) = Portugal precioso/a = prachtig; kostbaar pre-reserva / reserva previa, la = boeking vooraf presupuesto, el = begroting primo /a, el/la = neef/nicht (kind van oom/tante) principal = hoofd-, belangrijkste propina, la = fooi pueblo, el = dorp recuerdos (saludos a...) = groeten recuerdos (objetos regalo), los = de souvenirs redondear = afronden resultar = blijken satisfecho /a = tevreden, voldaan, bevredigd seguro /a = zeker, veilig seguro, el = verzekering soportar = (onder)steunen sudeste, el = zuidoosten Suecia (f.) = Zweden suerte,la = geluk,lot suite ejecutiva, la = directiesuite suite ejecutiva júnior, la = kleine directiesuite suite junior, la = kleine suite suite presidencial, la = presidentssuite tampoco = evenmin, ook niet tardar = duren tarifa, la = tarief taxi, el = taxi taxista, el/la = taxichauffeur (m/v) tráfico, el = verkeer transporte público, el = openbaar vervoer trasluz, el (al trasluz) = indirect licht (tegen het licht in) tren, el = trein Venezuela (f.) = Venezuela verificar = controleren, verifiëren zapato, el = schoen
Ingezonden op 09-03-2011 - 1404x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!