Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

HCE Frans examenidioom, deel 1

1345 Hoofdstuk 13, 14 en 15. PW Frans

Jaar 5 (vwo)

la manifestation = de demonstratie ;de uiting
prendre part à = deelnemen aan
intervenir = ingrijpen
menaçant = dreigend
contestataire = protesterend 
le pillage = de plundering 
la bagarre = de vechtpartij
le bilan = de balans ; het overzicht
approcher = benaderen
minimiser = bagatelliseren 
le noyau = de kern
troubler = verstoren ; in de war brengen 
l’affrontement = de confrontatie 
vraisemblablement = waarschijnlijk 
anéantir = ontstellen ; schokken ; vernietigen 
légitime défense = het noodweer 
l'attentat = de aanslag
l'assassinat = de moord
la prise d'otage = de gijzeling
la ravisseur = de ontvoerder ; de gijzelaar
réclamer = protesteren ; eisen
fournir = leveren ; beschikbaar stellen
massacrer = uitmoorden ; vermoorden
la liaison = de verbinding ; de verhouding
traiter = behandelen ; onderhandelen
négocier = onderhandelen
désireux/se de = verlangend naar ; absoluut willen
parvenir à = bereiken ; komen tot
trahir = verraden
régner = heersen 
la cruauté = de wreedheid 
l’orphelin(e) = de wees ; het weeskind 
l'armement = de bewapening ; het wapenarsenaal
redoutable = geducht
craindre = vrezen
insoutenable = onverdraaglijk
la haine = de haat
repousser = terugdringen; aangroeien
fonder = stichten; oprichten 
la conspiration = het complot; de samenzwering 
agir sur = beïnvloeden; druk uitoefenen op
l’éclaircissement = de opheldering 
la torture = de foltering; de marteling
les pouvoirs publics = de overheid
l’autorisation = de vergunning 
l’interdiction = het verbod
l’intérêt général = het algemeen belang
effectuer des démarches = stappen ondernemen 
l’autorité = het gezag
le guichet = het loket
le permis = de vergunning
concerner = betreffen; aangaan
le citoyen = de burger
le municipalité = het gemeentebestuur 
les services municipaux = de gemeentediensten 
la commune = de gemeente 
être condamné = veroordeeld worden 
l’amende = de boete ; de bekeuring 
porter plainte = een klacht indienen
soupçonner = verdenken 
enregistrer = registreren ; noteren ; opnemen 
effectuer = verrichten 
mettre en examen = een onderzoek instellen tegen
majeur = meerderjarig
le harcèlement sexuel = de seksuele intimidatie
violer = verkrachten ; overtreden ; binnendringen in
l'énigme = het raadsel ; het mysterie
enlever = ontvoeren ; weghalen
établir = vaststellen ; vestigen
mineur = minderjarig
pénétrer = binnendringen 
l'indice = de aanwijzing
le malfaiteur = de misdadiger
coopératif ; behulpzaam ; bereid mee te werken ; tot medewerking bereid 
le complice = de medeplichtige
se révéler = blijken
être impliqué dans = verwikkeld zijn in 
prétexter = doen alsof; voorwenden 
faire irruption = een inval doen
le blanchiment de la drogue = het witwassen van drugsgelden
prévenir = voorkomen ; waarschuwen ; tippen
le contraire = het tegengestelde
autoriser = toestaan 
établir un P.V. = een proces-verbaal opmaken 
l’escroquerie = het bedrog ; de oplichting
contradictoire = tegenstrijdig 
insister sur = benadrukken
cependant = echter
le menteur, la menteuse = de leugenaar 
convaincre = overtuigen 
se clore (clos/close) = (af)gesloten worden ; gesloten worden ; afgesloten worden 
partager = delen
démontre = bewijzen; aantonen
affirmer = beweren; verklaren
avoir tort de + verbe = ongelijk hebben
les idées reçues = het algemene idee; de gevestigde mening 
l'avis = de mening
être opposé à = tegenstander zijn van; gekant zijn tegen 
certes = zeker
considérer = beschouwen
raisonnable = verstandig; met verstand
agir = handelen
en outre = bovendien
tout à fait = helemaal ; volstrekt 
d'ailleurs = trouwens
ne...que = alleen maar; slechts
persister à + verbe = volharden; blijven bij
d'une part = enerzijds
notamment = in het bijzonder; met name
également = ook
d'autre part = anderzijds
par ailleurs = bovendien; overigens 
nier = ontkennen
approuver = goedkeuren; het eens zijn met
le point de vue = de visie ; het standpunt
le bon-sens = het gezond verstand
expliquer = verklaren; duidelijk maken
de plus = bovendien
bref = kortom
davantage = meer
au moins = minstens
s'imaginer = zich voorstellen; zich indenken
séduisant = aantrekkelijk; aanlokkelijk

Ingezonden op 21-03-2011 - 2392x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Idioom hoofdstuk 13, 14 en 15.
Proefwerk Frans Proefwerkweek Bonhoeffer

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

HCE Frans examenidioom, deel 1

1345 Hoofdstuk 13, 14 en 15. PW Frans