Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
eigen methode
› 6 zinnen 6
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
eigen methode
, deel 6
6 zinnen 6
Jaar 1 (volwassenenonderwijs)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
?Dónde se puede comprar un abrigo? = Waar kan men een jas kopen? ?A qué hora abre el banco? = Hoe laat opent de bank? ?A qué hora cierra por la tarde? = Hoe laat is het in de namiddag gesloten? El banco abre de ocho a dos= De bank is open van acht tot twee ?Cuándo abren las tiendas por la mañana? = Wanneer openen de winkels 's morgens? ?No tiene una talla más grande? = Heeft u geen maat groter? ¿Qué le parece? = Wat vindt u van...? Sólo queriá mirar = ik wil alleen even kijken estar rebajado/a = afgeprijst zijn pasar a la caja = naar de kassa gaan pagar en efectivo = contant betalen ?Dónde están los probadores? = Waar zijn de pashokjes? los lunes = 's maandags el lunes = op maandag La blusa me queda grande = De blouse is te groot ?Hay una chaqueta gris? = Is er een grijs vest? Muchos centros comerciales abren los domingos = Veel winkelcentrums sluiten 's zondags Siempre hay muchas ofertas = Er zijn altijd veel aanbiedingen Los estancos tienen horarios muy flexibles = De tabakswinkels hebben heel flexibele openingsuren La señora no compra croasanes porque cuestan mucho = De mevrouw koopt geen croissants omdat ze teveel kosten El señor tiene que tomar muchas pastillas = De meneer moet veel pillen nemen Eva prefiere los zapatos rojos porque son muy elegantes = Eva verkiest rode schoenen omdat ze veel eleganter zijn Lleva un vestido amarillo y un sombrero = Ze draagt een geel kleed en een hoed ?Qué talla necesita? = Welke maat heeft u nodig? ?Y de qué color la quiere? = En in welke kleur wil je ze? Quería ver el bolso marrón del escaparate = Ik wil graag de bruine handtas in de etalage zien ?No la tiene en otro color? = heeft u ze niet in een andere kleur? Mire, este es de pura seda = Kijk, deze is van pure zijde Es para un regalo = Het is een geschenk (cadeau) ?Qué tal le queda la camiseta? = Hoe past de t-shirt? El sábado vamos al teatro = Op zaterdag gaan we naar het theater Los domingos vamos al cine = 's zondags gaan we naar de bioscoop Los zapatos los puede comprar en la zapatería en la quinta baja = Schoenen kunt u kopen in de schoenwinkel op de vijfde verdieping Una bolso de deporte la puede comprar en de deportes en la tercera planta = Een sporttas kunt u kopen in de sportwinkel op de derde verdieping Un billete de avión lo puede comprar en la agencia de viajes en la planta baja = Een vliegtuigticket kunt u kopen in het reisbureau op het gelijkvloers Anita lleva pantalones violetta y una blusa verde que le queda muy estrecha = Anita draagt een paarse broek en een groene blouse die veel te strak is me queda bien = het past me goed a mí no me gusta mucho viajar = ik hou niet veel van reizen a nosotros nos regalan los libros = aan hun schenken we boeken Jef gasta más dinero que Leen = Jef geeft meer geld uit dan Leen Jef gasta más = Jef geeft het meeste uit Jef es más grande que Leen = Jef is groter dan Leen Leen y Lies son menos grandes que Jef = Leen en Lies zijn minder groot dan Jef Leen es tan grande como Lies = Leen is even groot dan Lies Jef es el más grande (de todo) = Jef is de grootste (van iedereen) El color del amor es rojo = De kleur van de liefde is rood Siempre llevo vaqueros azules = Altijd draag ik blauwe jeans También hay vaqueros negros = Er zijn ook zwarte jeans Necesito unos calcetines blancas = Ik heb enkele witte sokken nodig Tengo una chaqueta azul clara = Ik heb een lichtblauw vest Mi ropa preferida es mis pantalones verdes = Mijn lievelingskleding is een groene broek Hay siete días en una semana = Er zijn zeven dagen in een week Si hoy es martes, mañana ess miércoles y ayer fue lunes = Als vandaag is dinsdag, morgen is woensdag en gisteren was maandag Las camisas me gustan muchas = Ik houd veel van hemden Siempre compro muchos tomates para la sopa = Ik koop altijd veel tomaten voor de soep Mucha gente va a la playa en verano = Veel mensen gaan naar het strand in de zomer Las patatas llevan mucha sal = De patatten bevatten veel zout Tengo siempre mucha fruta en casa, sobre todo muchos plátanos = Ik heb altijd veel fruit in huis, vooral veel bananen El bebé bebe mucho leche = De baby drinkt veel melk Las chicas gasta mucho dinero en las tiendas = De meisjes geven veel geld uit in de winkels En mi ciudad hay muchos parques = In mijn stad zijn veel parken Los parques son muy grandes = De parken zijn heel groot Nosotros andamos los lunes = Wij lopen 's maandags Ella da un regalo al niño = Zij geeft een kado aan het kind Tengo unos cien libros en casa = Ik heb ongeveer honderd boeken thuis Lo más importante es la playa = Het belangrijkste is het strand Lo que necesitas es un móvil = (Dat) Wat jij nodig hebt is een mobieltje Sevilla es más grande que Córdoba = Sevilla is groter dan Córdoba Córdoba tiene menos habitantes que Sevilla = Córdoba heeft minder inwoners dan Sevilla La falda verde cuesta más que la roja = De groene rok kost meer dan de rode Leen trabaja menos que Jef = Leen werkt minder dan Jef Este pueblo tiene menos de mil habitantes = Dit dorp heeft minder dan duizend inwoners La falda azul es tan bonita como la roja = De blauwe rok is even mooi als de rode Y también cuesta tanto como la roja = En kost ook evenveel als de rode Y tampoco tanta contaminación = En ook niet zoveel vervuiling Ibiza no tiene tantos turistas como Mallorca = Ibiza heeft niet zoveel toeristen als Mallorca Mallorca tiene tantas playas como Tenerife = Mallorca heeft net zoveel stranden als Tenerife La falda blanca es la más bonita de todas = De witte rok is de mooiste van alle Mis padres tienen la casa menos grande = Mijn ouders hebben het kleinste huis (letterlijk: minst grote) De todos mís amigos Paco es el más inteligente = Van al mijn vrienden is Paco de intelligentste Para mí lo más importante es descansar = Voor mij is uitrusten het (aller) belangrijkste El libro lo regalamos a Javier = Het boek geven we aan Javier cadeau A él un libro y a ella un CD = Hem een boek en haar een CD
Ingezonden op 27-03-2011 - 1720x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
15-05-2011
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!