Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Biologie voor jou vmbo-kgt, deel 1

5 Kraakbeenweefsel en beenweefsel 5.3

Jaar 1 (mavo)

Noem 2 typen weefsels die voor stevigheid zorgen. = Kraakbeenweefsel en beenweefsel.	 
Wat zijn de kenmerken van kraakbeenweefsel? = Stevig en goed buigzaam.
Waar komt dit weefsel voor bij volwassenen? = In de neus, oorschelpen en tussen de wervels.	 
Waarom is het skelet van een baby zo soepel? = Het skelet bestaat voornamelijk uit kraakbeenweefsel.	 
Waardoor wordt kraakbeenweefsel tijdens de groei vervangen? = Beenweefsel.	 
Wat zijn de kenmerken van beenweefsel? = Heel stevig en beetje buigzaam.	 
Wat bevat beenweefsel? = Kalkzouten en lijmstof.	 
Waar zorgt het lijmstof voor in het beenweefsel? = Dat het een beetje buigzaam blijft.	 
Waar zorgen de kalkzouten in het beenweefsel voor? = Ze geven het stevigheid (hardheid).	 
Wat doet zoutzuur bij een bot? = Het lost de kalkzouten op uit het bot.	 
Wat gebeurt er als je een bot enige tijd in het vuur houdt? = De lijmstof in het bot verbrand.	 
Wat bevat het beenweefsel bij kinderen veel? = Lijmstof.	 
Als je ouder bent krijg je minder ... en meer ... = lijmstof - kalkzouten	 
Daarom ... de botten van ouderen sneller omdat ze minder ... zijn = breken - buigzaam

Ingezonden op 29-03-2011 - 2504x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Vakken

Biologie voor jou vmbo-kgt, deel 1

5 Kraakbeenweefsel en beenweefsel 5.3